Investeren in jongeren in de stad van vrede en recht

Rosa Groen en collega’s onderzochten hoe de idealen van de ‘stad van vrede en recht’ zich verhouden tot wat in hun dagelijks leven ervaren. Zij pleiten ervoor structureel naar hen te luisteren en hen te betrekken bij beslissingen die hen aangaan.

Op een voorjaarsavond in Scheveningen loopt de boulevard vol. Jongeren komen samen, deels na oproepen op sociale media. Wat volgt: ME-bussen worden bekogeld, terrassen vernield en krantenkoppen spreken over ‘relschoppers’.

Het is een beeld dat schuurt met het simpele frame van ‘relschoppers tegen politie’

Toch was één zin in NRC veelzeggend (2 mei 2025): ‘Ze joegen ze zó richting mijn terras’, vertelde een ijsverkoper, die zag hoe politieagenten jongeren in een hoek dreven. Nog opvallender: ook medewerkers van een pizzeria werden volgens hem door een agent hardhandig naar buiten gewerkt, puur omdat ze na sluitingstijd gewone kleren droegen. Het is een beeld dat schuurt met het simpele frame van ‘relschoppers tegen politie’.

Jongeren in ‘stad van vrede en recht’

Vanuit het Centre of Expertise Global and Inclusive Learning van De Haagse Hogeschool onderzochten we vier jaar lang (waarvan twee met het T.M.C. Asser Instituut en Tahir Abbas van Leiden University) hoe de mooie idealen van de ‘stad van vrede en recht’ – met haar internationale instellingen en tribunalen – zich verhouden tot wat jongeren in hun dagelijks leven ervaren.

We ontwierpen vragenlijsten en stellingen die ingingen op thema’s als veiligheid, rechtvaardigheid, gelijke behandeling en inspraak. Deze werden op volgorde gelegd door de respondenten, van meest oneens naar meest mee eens. Daarbij vroegen we – vooral aan jongeren, maar ook aan beleidsmakers en leraren – hoe de wereld van jongeren en die van de ‘stad van vrede en recht’ dichter bij elkaar kunnen komen door dialoog, wederzijds begrip en actief te luisteren naar jongeren.

Een terugkerende uitkomst was dat etnisch profileren door de politie veel voorkomt

Een terugkerende uitkomst, vanaf de eerste gesprekken, was dat etnisch profileren door de politie veel voorkomt en voor jongeren juist het tegenovergestelde betekent van vrede en recht. Ook leraren op middelbare scholen herkenden dit beeld. Een van hen vertelde dat sommige leerlingen structureel te laat komen omdat ze onderweg naar school onterecht worden staande gehouden.

Wat blijkt te werken

In buurthuizen, op scholen en in gesprekken met mensen uit de vrede-en-recht-sector zagen we wat werkt om jongeren en de internationale stad dichter bij elkaar te brengen. Zo discussieerde een tweedejaars klas van het Maris College Houtrust met een beleidsadviseur van Buitenlandse Zaken over stellingen rond discriminatie, Europese samenwerking en lokaal gezag.

Door gebruikmaking van een spel verschoof het gesprek van wantrouwen naar de wens elkaar te begrijpen

Door gebruikmaking van een spel, waarin de jongeren in de ruimte moesten verschuiven van ‘plus’ naar ‘min’ als ze het ergens mee oneens waren, en vice versa, verschoof het gesprek van wantrouwen naar de wens elkaar te begrijpen. De scholieren leken in het begin niet geïnteresseerd, maar naarmate de stellingen meer gingen over voor hen interessante onderwerpen, zoals het toelaten van Israël bij het Eurovisie Songfestival of het tegengaan van discriminatie door de politie, wilden zij ook weten waarom de ambtenaar er anders over dacht.

In het buurthuis Wijkz in Zuidwest bedachten jongeren niet een project dat na een jaar stopte, maar namen zij samen met de gemeente een eerste stap om de plaatselijke rattenplaag op te lossen en adresseerden zij de noodzaak van sportvoorzieningen voor alleenstaande moeders.

Jongeren komen te vaak alleen in beeld als er problemen zijn

Zoals Femke Kaulingfreks eerder op deze site schreef, is het te kort door de bocht om rellende jongeren weg te zetten als ‘losgeslagen idioten’: zij zijn onderdeel van een complex sociaal weefsel dat je méér moet begrijpen dan veroordelen. Kortom, jongeren komen te vaak alleen in beeld als er problemen zijn. Veiligheid ontstaat pas als zij structureel invloed hebben op de beslissingen die hun omgeving vormen.

Burgerparticipatie, en dus ook jongerenparticipatie, werkt vooral als daarbij ook samen naar oplossingen wordt gezocht. In een artikel van Menno Hurenkamp en Evelien Tonkens wordt dit het ‘herstellen van democratisch gezag’ genoemd: ‘een gezag dat alleen ontstaat als bestuurders en burgers elkaar kennen en vertrouwen opbouwen’. Dit geldt ook voor het omgaan met ‘probleemjongeren’ in de wijken: zij zijn pas een probleem als anderen hen zo bestempelen en ze worden een probleem gemaakt doordat ze, onder andere, niet gehoord worden.

Idealen ook lokaal laten gelden

Dat vraagt om meer dan losse projecten of pilots. Den Haag kan haar reputatie als stad van vrede en recht alleen waarmaken als zij die idealen ook lokaal laat gelden. Ten eerste door structurele platforms in te richten waar jongeren daadwerkelijk invloed hebben op beslissingen die hen raken, zonder dat dit afhankelijk is van losse subsidies of persoonlijke netwerken.

Blijvende infrastructuren opbouwen zodat spanning niet pas wordt besproken als het al is misgegaan

Ten tweede door te investeren in training en samenwerking tussen politie en jongeren, waarbij vertrouwen centraal staat en jongeren zelf meewerken aan de invulling van die trainingen. Ten derde door ongelijkheid in het onderwijs actief aan te pakken en scholen in kwetsbare wijken extra middelen en kansen te geven.

Den Haag kan haar reputatie als stad van vrede en recht ten vierde waarmaken door in buurten blijvende infrastructuren op te bouwen waarin jongeren, bewoners, professionals en gemeente elkaar structureel ontmoeten, zodat spanning niet pas wordt besproken als het al is misgegaan. Voorbeelden zijn jongerenberaden, jongerenburgemeesters, vrede- en rechtsambassadeurs of medeorganisatoren van wijkgerichte vredesevenementen, in samenwerking met de gemeente.

Incidenten als in Scheveningen zijn spiegels die laten zien wat er ontbreekt aan vertrouwen en verbinding

Incidenten als dit voorjaar in Scheveningen zijn geen losstaande ontsporingen, maar spiegels die laten zien wat er ontbreekt aan vertrouwen en verbinding. Wie wegkijkt, accepteert dat jongeren zich steeds verder afkeren van de stad die hen juist zou moeten beschermen en betrekken. Wie luistert en investeert, kan het tij keren – en vrede en recht niet alleen als internationale slogan, maar ook als lokale realiteit waarmaken.

Rosa Groen is senior onderzoeker Duurzame en Rechtvaardige Transities bij het Centre of Expertise Global and Inclusive Learning en de Faculteit Management & Organisatie aan De Haagse Hogeschool.

Op 30 september en 2 oktober wordt het boek Voices of Gen Z: Shaping Transitions in the City of Peace and Justice (Palgrave, 2025) gepresenteerd, dat zij samen met Tahir Abbas schreef.

 

Foto: Babak Fakhamzadeh (Flickr Creative Commons)