Advies RMO: restrictieve toelating migranten

Nederland doet er beter aan migratiepolitiek te maken tot een constructief onderdeel van het beleid. In zijn recente advies pleit de Raad voor Maatschappelijke  Ontwikkeling ervoor om de immigratie af te stemmen op de behoeftes van de arbeidsmarkt. Wie niet meer bijdraagt aan de welvaart, kan niet blijven.

Het debat over migratie wordt in Nederland al jaren gegijzeld door de integratieproblematiek. De zorg over integratie in de samenleving is terecht maar leidt tot een ‘nee, tenzij’ benadering in de migratiepolitiek die de vitaliteit en continuïteit van Nederland in de weg staat. Migratiebeleid voor de toekomst vraagt daarom om een fundamentele herbezinning. De Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling bepleit  in zijn recente advies Migratiepolitiek voor een open samenleving een migratiepolitiek met een positief en toekomstgericht karakter. Over dit advies is vorige week in de media nogal wat onrust ontstaan over het aspect van de taalbeheersing. Daarom formuleren wij hier nog eens de hoofdlijn van ons advies, om zo duidelijk te maken dat het advies migratiepolitiek niet in een bepaalde richting wil dwingen en dat het advies enerzijds een zeer ruimhartige uitwerking kan hebben, maar anderzijds ook zeer selectief en stringent is.

In plaats van een migratiesamenleving tegen wil en dank te zijn bewijst Nederland zich een betere dienst door zich te positioneren als een zelfbewust land dat  migratiepolitiek als constructief onderdeel van zijn nationale beleid maakt. Aanknopingspunten voor een positieve en toekomstgerichte migratiepolitiek liggen in de open samenleving waar vrijheid en ruimte voor verschil leidend zijn. De open samenleving heeft ons de materiële rijkdom, sociale stabiliteit en culturele variëteit gebracht die ons land zo aantrekkelijk maakt. De RMO heeft op basis daarvan vier normen geformuleerd waaraan iedere migratiepolitiek voor een open samenleving moet voldoen: versterking van het nationaal belang, erkenning van de democratische rechtsstaat, helderheid over toegang tot instituties, en ruimte voor verschil. Over de invulling en de mate van  ruimhartigheid om migranten toe te laten, is dan nog niets gezegd. Dáár zou het migratiedebat over moeten gaan. De RMO doet daartoe aanzetten.

Scherpere selectie van migranten
Laten we het debat over migratie dus voeren en ons de vraag te stellen welke migranten Nederland in de toekomst nodig heeft en hoe we ervoor kunnen zorgen dat deze migranten hier succesvol zijn. De RMO pleit voor een op economische leest geschoeide migratiepolitiek, waarin scherp wordt aangegeven voor welke delen van de arbeidsmarkt migranten nodig zijn en die van migranten zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid verwacht. Migratiepolitiek selecteert migranten dan op individuele  merites, op talenten en vaardigheden die zijn afgestemd op de behoefte op de arbeidsmarkt.

Het is een positieve houding die de RMO bepleit, maar ook een strenge: wie niet (meer) bijdraagt aan welvaart en innovatie, kan niet blijven en mag geen beroep op de verzorgingsstaat doen. Een deel van de integratieproblematiek is te verklaren doordat al te ruimhartige toegang tot voorzieningen het maatschappelijke en financiële draagvlak voor de verzorgingsstaat ondermijnt. Faseer dus de toegang daartoe.

Ook taalbeheersing moet in dat licht worden bezien. Taalbeheersing is absoluut noodzakelijk om zich te kunnen handhaven in een samenleving, om te kunnen communiceren op de werkvloer, in de buurt, op school en bij de dokter. De verwachting is dat een  restrictieve toelating tot de verzorgingsstaat migranten ook zal aanzetten om zich bekwamen in het Nederlands. Maar taalverwerving is in eerste instantie de eigen verantwoordelijkheid van de migrant. Het adagium is dus: “U bent van harte welkom, maar we gaan niet voor u zorgen”. Overigens stelt het advies in dit kader voor de verwerving van het staatsburgerschap taalbeheersing wel als onvoorwaardelijke eis.

Erkenning democratische rechtsstaat is een vereiste
Wel mogen, ja moeten we van migranten eisen dat ze de democratische rechtsstaat erkennen. Migranten dienen zich te realiseren wat het betekent om in een democratische rechtsstaat te leven en zich daarvan rekenschap te geven. De democratische rechtsstaat geeft de begrenzingen aan van de vrijheden van individuen maar ook van de staat. Van de migrant mag en moet de onderschrijving daarvan worden gevraagd als cruciale voorwaarde voor toegang en verblijf. Diezelfde democratische rechtsstaat is het politieke fundament voor de open samenleving. Individuen en groepen hebben daarin de vrijheid om zelf invulling en betekenis te geven aan hun leven. De democratie kanaliseert de omgang met verschillen, de rechtsorde beschermt het verschil, maar de staat zelf is neutraal. Het past de overheid niet om zich uit te spreken welke waarden mensen zouden moeten nastreven, zolang zij binnen de kaders van de wet blijven. Het stellen van culturele eisen aan mensen, zoals dat in de huidige inburgeringscursussen gebeurt, is daarmee in strijd.

Migratiepolitiek hoort gevoerd te worden. Het politieke debat daarover kan scherp zijn en de uitkomsten heel gevarieerd, zolang de toekomst van de open samenleving die Nederland wil zijn, maar leidend is.

Paul Frissen is lid van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) en Albertine van Diepen is adjunct-secretaris van de RMO. Het advies Migratiepolitiek voor een open samenleving is vorige week op 17 mei aangeboden aan minister Leers voor Immigratie en Asiel.

Foto: Bas Bogers