Jongeren die zonder hun ouders uit hun land vluchten, zitten vaak midden in hun adolescentie als ze aankomen in Nederland. Zo was meer dan 29 procent van de jongeren die in 2024 in Nederland arriveerden tussen de 14 en 16, en meer dan 57 procent tussen de 16 en 18. De adolescentie is voor de meeste jongeren een dynamische en uitdagende periode, met uitdagingen als het afronden van school en het leren omgaan met zowel sociale relaties als de bredere maatschappij.1
Voor vluchtelingenjongeren komt daar nog een reeks uitdagingen bij
Voor vluchtelingenjongeren komt daar nog een reeks uitdagingen bij. Zij doorlopen tijdens hun volwassenwording het Nederlandse asielproces, krijgen te maken met gezinshereniging, en moeten een plek voor zichzelf vinden in een nieuw land. Hun ervaringen laten zien, dat ons asiel- en opvangsysteem niet altijd bijdraagt aan een stabiele adolescentie in Nederland.
Wachten in de asielketen
De eerste uitdaging waar gevluchte jongeren direct na aankomst mee te maken krijgen, zijn de tekorten in de asielketen. Begin 2023 duurde het gemiddeld 43 weken voordat asielzoekers alle verhoren in de algemene asielprocedure hadden doorlopen.2 Halverwege 2025 was opgelopen tot 90 weken.
De jongeren in mijn promotieonderzoek3 ervoeren deze wachtperiode als een periode van onzekerheid, zorgen en beperkingen. Vooral ook omdat zij weinig invloed op of inzicht in de status van hun aanvraag hadden.
De opvangkwaliteit in deze noodlocaties is niet altijd ideaal
Tijdens de asielprocedure verblijven asielzoekers, inclusief alleenstaande gevluchte jongeren, in een asielzoekerscentrum van het COA. Door tekorten aan opvangplekken zijn dit vaak via tijdelijke noodopvanglocaties.4 De opvangkwaliteit in deze noodlocaties is niet altijd ideaal. De Nationale Ombudsman en Kinderombudsman en verschillende inspectiediensten van het Rijk kaartten bijvoorbeeld aan dat er locaties zijn met te weinig faciliteiten voor onderwijs en dagbesteding.
Dat gold ook voor locaties waar de jongeren in mijn onderzoek woonden. Zo bezocht ik jongens die in een vleugel woonden van een hotel dat verbouwd werd, aan de rand van een dorp. Daar kregen ze een aantal dagen per week een paar uur les. Verder was er een kleine recreatieruimte. De jongeren klaagden dat ze te weinig te doen hadden om hun dag zinvol in te kunnen vullen.
‘Ik kan zeggen dat deze routine niet goed is’
Na een groepsgesprek vatte Freeman5, een jongen van zeventien, hun ervaring als volgt samen: ‘We worden wakker. We gaan naar school. En als er geen school is, worden we gewoon wakker, gaan we eten en gaan we weer terug. Dan gaan we weer eten en dan komen we terug en gaan slapen. Sommigen van de jongens [in de noodopvang] klaagden dat dit eh... ding eigenlijk gewoon zelfmoord is. Ik zie het niet zo, maar ik kan zeggen dat deze routine niet goed is.’
Vaak verhuizen
Toen de noodopvanglocatie van de jongens die ik sprak sloot, werden zij over het land verspreid. Tijdens en na de asielprocedure moeten jongeren sowieso vaak verhuizen. Noodopvanglocaties zijn vaak maar tijdelijk open, wat betekent dat jongeren tussen locaties moeten verhuizen totdat zij een verblijfsvergunning hebben.
Ze wachten daar gemiddeld negentig weken en verhuizen dan naar een kleinschalige woonvoorziening
In het kortste geval maken jongeren een reis door van Ter Apel, naar een regulier azc, wachten ze daar gemiddeld negentig weken en verhuizen dan naar een kleinschalige woonvoorziening wanneer zij een verblijfsvergunning hebben. Ook aan deze kleinschalige woonvoorzieningen zijn er tekorten, waardoor jongeren vaak (te) lang in een asielzoekerscentrum blijven wonen. Onder andere voormalig staatssecretaris Van den Burgh gaf dit al in februari 2023 aan.
In een kleinschalige woonvoorziening wonen ze met een beperkt aantal jongeren samen, krijgen ze een aantal dagen of dagelijks begeleiding van mentoren, en kunnen ze daar tot hun achttiende of eenentwintigste blijven wonen.
De verhuizingen dragen niet bij aan het opbouwen van een sociaal netwerk
De verhuizingen tijdens en na de asielprocedure dragen niet bij aan het opbouwen van een sociaal netwerk van jongeren. Elke verhuizing betekent dat jongeren moeten wennen aan een nieuwe omgeving, nieuwe huisgenoten en nieuwe verzorgers. Als de volgende opvang of woonvoorziening in een andere regio ligt, kunnen daar ook nog een nieuwe school, klasgenoten en docenten bijkomen. Mits jongeren niet eerst op een wachtlijst terechtkomen, omdat er ook bij scholen voor nieuwkomerskinderen capaciteitstekorten zijn.
Afhankelijk van de personeelssituatie en -tekorten kunnen de professionals in die locaties ook nog wisselen. Zo sprak ik jongeren die weliswaar langere tijd in een kleinschalige woonvoorziening konden wonen, maar in een half jaar tijd al drie nieuwe begeleiders hadden gehad. Daarnaast kunnen vrienden uit een eerdere opvang ook weer naar een andere kant van het land worden verplaatst.
Van de jongeren die ik in het hotel sprak, kwam na sluiting bijvoorbeeld een deel in de regio Amsterdam terecht, een deel in Brabant, een deel rondom Utrecht en een deel in het noorden. Zo worden de sociale relaties van gevluchte jongeren herhaaldelijk onderbroken.
Familie geeft steun én zorgen
Een stabiele factor in het sociale netwerk is familie in het buitenland, in ieder geval voor de jongeren die ik sprak. Hoewel deze jongeren fysiek gescheiden zijn van hun families in het land van herkomst houden ze contact. Dit biedt een vorm van continuïteit: door te bellen met ouders kunnen ze bijvoorbeeld advies vragen of hun dag bespreken, wat ze ook in het land van herkomst zouden doen.
Terwijl jongeren een leven in Nederland opbouwen, blijft familie een stressfactor op de achtergrond
De fysieke scheiding is echter tevens een bron van zorgen, omdat de familie is achtergebleven in het land van herkomst, onder vaak minder dan ideale omstandigheden. Voor gezinshereniging zijn er ook weer lange wachttijden, waar jongeren geen invloed op uit kunnen oefenen. Terwijl jongeren een leven in Nederland opbouwen, blijft familie daarom ook als een stressfactor op de achtergrond spelen.
Hun leven staat op pauze
Op papier is het asiel- en zorgsysteem voor alleenstaande gevluchte jongeren goed geregeld. Er zijn speciale opvangvormen, ze hebben in principe toegang tot school en dagbesteding, kunnen uiteindelijk herenigd worden met hun familie en worden begeleid in het toewerken naar volwassenheid in Nederland.
Voor goede ontvangst en start van deze jongeren zijn kortere wachtperiodes en meer stabiliteit noodzakelijk
Door de capaciteitstekorten in de gehele sector, qua fysieke locaties en personeel, komen de jongeren echter in een reeks van onzekere wachtperiodes terecht, waarin hun leven op pauze staat en ze steeds opnieuw moeten wennen aan een nieuwe omgeving en aan nieuwe mensen. Als we deze jongeren een goede ontvangst en start willen bieden in Nederland, zijn kortere wachtperiodes en meer stabiliteit noodzakelijk.
Kjell Winkens werkt als projectmedewerker en onderzoeker bij het Trimbos-instituut. Hij promoveerde onlangs met het proefschrift Aspirations, capabilities, and relationships. The transition to adulthood of unaccompanied refugee adolescents in the Netherlands aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Noten
- Zie bijvoorbeeld: Henderson, S., Holland, J., McGrellis, S., Sharpe, S., & Thomson, R. (2007). Inventing adulthoods: A biographical approach to youth transitions. Sage; Spanjaard, H. & W. Slot (2015). Tijden veranderen, ontwikkelingstaken ook. Kind & Adolescent Praktijk, 14, 14-25.
- Voor asielzoekers die al in een ander Europees land een aanvraag hadden gedaan, en dus op basis van het Dublinprotocol naar dat land teruggestuurd kunnen worden, is dit vaak korter. Ten tijde van schrijven duurt dat gemiddeld zeven weken.
- Van 2022 tot en met 2024 volgde ik elf Syrische jongeren van zestien jaar en ouder.
- Halverwege 2025 woont iets meer dan 40 procent van de bewoners van het COA, inclusief alleenstaande jongeren, in een noodopvanglocatie.
- Een door de jongere zelfgekozen pseudoniem.
Foto: Malen Almonacid Trossi via Pexels.com