Bangalijsten: bang om niks?

Het fenomeen bangalijsten en de zelfmoord van een 13-jarig meisje tonen een nieuwe fase in het pestgedrag onder jongeren. Door sociale media als Twitter en Facebook kan dit flink uit de hand lopen. Volgens Therese Klok biedt het fenomeen ook inzage in de wijze waarop jongeren in staat zijn om te gaan met problemen.

Opeens was ‘ie er: een nieuwe nominatie om ‘woord van het jaar’ te worden, of te worden opgenomen in de Dikke van Dale: bangalijst. Als meisje van 33 hoop ik dat het woord uit de Nederlandse taal en hedendaagse jeugdcultuur verdwijnt, en dat het niet langer nodig is een officiële term te hebben voor ‘lijsten van slettebak-meisjes’. Al is het maar vanwege de abominabele spelfouten.Het begon met het verontrustende berichtje dat een jong meisje in Pijnacker zelfmoord had gepleegd vanwege een bangalijst.

Een bangalijst is een lijst met namen van meisjes die volgens de opsteller gemakkelijk over te halen zouden zijn voor seks. De – vaak verzonnen – lijsten worden online verspreid via sociale media als Twitter. Banga is straattaal voor ‘slet’ of ‘hoer’.

Het ging om de 13-jarige Livia, twitternaam @jeschatjee, die er niet tegen zou kunnen voor slet te zijn uitgemaakt en op zo’n lijst te staan. Leerlingen van haar school ontkennen dit gerucht en geven aan dat ze zich vanwege vele problemen thuis en op school in het park zou hebben verhangen. Ik heb al eens eerder geschreven over jeugdcultuur in Pijnacker, dat betrof echter een loverboyzaak.

Opstellen van bangalijsten te beschouwen als smaad en laster

De zelfmoord van Livia zorgt in ieder geval wel voor aandacht voor dit fenomeen, maar wat mij betreft ook voor zelfmoord onder jongeren. Het maken en verspreiden van een bangalijst is te zien als smaad en laster en daarom strafbaar, aldus de politie. Smaadzaken komen regelmatig voor de rechter, want het opzettelijk zwartmaken van een ander, met als doel het aantasten van iemands reputatie of goede naam, mag gewoon niet in Nederland. Bij laster gaat het om beschuldigingen waarvan men weet dat deze niet waar zijn. De motieven voor beide delicten verschillen per geval, maar worden vaak gevonden in wraak en frustratie, bijvoorbeeld na het beëindigen van een relatie, na ontslag of verlies. Het is nog maar de vraag welke bedoeling de bangalijstopstellers hadden; waarschijnlijk was het gewoon ‘voor de lol’, en niet met de intentie om jonge meisjes zelfmoord te laten plegen.

Hoogleraar mediaopvoeding Peter Nikken zegt dat pesten onder jongeren niets nieuws is. Iedereen die op een middelbare school heeft gezeten kan dat beamen. ‘Wel is het nieuw dat pesten dankzij sociale media 24 uur per dag doorgaat. Jongeren zitten ook thuis achter de laptop en slapen met hun mobieltje naast hun bed.‘ Livia leefde zo’n beetje via Twitter, zelfs haar zelfmoord kondigde ze online aan: ‘Ik hield van jullie echt maar het is te laat! Doegg xx’, was het laatste letterlijke levensteken dat zij deelde met haar volgers.

Mediahype of maatschappelijk probleem?

De Volkskrant publiceerde vandaag een artikel met als kop dat de consequenties van bangalijsten flink worden overdreven. Het wordt de zoveelste mediahype genoemd, de politie had er nog nooit van gehoord en wordt nu overspoeld met vragen, scholen vrezen immitatiegedrag en denken dat de lijsten nu zeker gemaakt zullen worden. En ach, zegt mediaonderzoeker Linda Duits, pesten hoort bij jeugdcultuur: ‘Het is niet zo dat je als vrouw later nooit meer een baan zult vinden omdat je nu op zo’n lijst staat.’ Desondanks is er een geimproviseerd meldpunt geopend (http://www.bangalijst.nl/) en geeft de politie aan dat je aangifte kunt doen als je op zo’n lijst staat (maar liever niet meteen). Hier is al behoorlijk gehoor aan gegeven, maar het is nog maar de vraag wat er met die aangiftes gaat gebeuren.

Tijdens mijn werk als jeugdanalist bij de politie Hollands Midden verbaasde ik me al regelmatig over de bijzondere prioritering. Er ging ontzettend veel aandacht naar hangjongeren die blowen in het park, net zoals dat er nu veel tijd zal gaan zitten in het verwerken van deze smaadaangiftes waar geen officier van justitie op zit te wachten. Tegelijkertijd is zelfmoord een van de grootste doodsoorzaken onder jongeren, maar daar iets aan doen is geen officiële kerntaak van de politie. Die taak ligt bij de GGD, en in mijn oude regio voeren zij de volgende activiteiten uit op het gebied van suïcidepreventie: contact met scholen op basis van nazorg. Er zijn een aantal zaken in ontwikkeling: calamiteiten en zedenteams, inzicht in beleid van ziekenhuizen bij pogingen, depressiepreventie bij ouderen.

Zelfmoord onder jongeren reden tot zorg

Jaarlijks plegen 105 jongeren in de leeftijd van 15 tot 25 jaar zelfmoord. Oftewel bij 1 op de 6,5 sterfgevallen onder jongeren (10-25 jaar) was in 2008 de doodsoorzaak zelfdoding. Dat komt ook doordat de kans op dodelijke verkeersongevallen, kanker, hart- en vaatziekten etc. is afgenomen, maar dan nog. Het aantal (mislukte) pogingen is uiteraard vele malen hoger. Livia was 13, en valt dus nog niet in de statistische categorie ‘jeugd’, maar recent Frans onderzoek geeft aan dat de cijfers van zelfmoord onder kinderen zorgwekkend zijn. In Frankrijk plegen elk jaar ongeveer honderd kinderen onder de 12 jaar zelfmoord. Dat is twee keer zoveel als wat tot nu toe bekend was. Bovendien is er sprake van een continue toename.

Vrienden en bekenden van Livia gaven al aan dat het jonge meisje ‘veel problemen’ had. Het NJI, Nederlands Jeugd Instituut geeft aan dat daar meestal de reden van zelfmoord in te vinden is.

Vooral psychologische factoren zijn belangrijk: suïcidale jongeren hebben een ongunstiger zelfbeeld en zijn vaak hopeloos over hun toekomst. Zij denken vaak al langer na over zelfdoding als manier om uit de problemen te komen. Ook het meemaken van ingrijpende levensgebeurtenissen, zoals echtscheiding, ziekte, mishandeling en misbruik, sterfgevallen en ongelukken in de omgeving, kan een rol spelen.

Voorkomen is beter dan begraven

Aanknopingspunten op het gebied van preventie van suïcidaal gedrag jongeren sluiten aan bij bovenstaande risicofactoren. Zelfmoord is in feite een slechte manier om met problemen om te gaan. Door op tijd te signaleren welke jongeren er met uitzichtloze gevoelens en hopeloze problemen rondlopen en deze passende hulp te bieden. Maar ook bijvoorbeeld door les te geven in coping-skills, jongeren vroeg te leren hoe om te gaan met bepaalde gevoelens en problemen, kan er veel winst worden behaald. Zo’n lesprogramma bestaat ook gewoon, het heet ‘Levensvaardigheden‘, is positief geëvalueerd door TNO. Het lijkt mij belangrijker dan ‘lichamelijke oefeningen’, maar toch behoren zulke lessen niet tot het standaard curriculum, vooral omdat veel scholen zich afvragen of het wel hun taak is om gezondheidsbevorderende interventies toe te passen. Uiteraard heeft wel elke school een draaiboek liggen over wat te doen als een van hun leerlingen zelfmoord pleegt. Want ondanks dat ‘kleine meisjes’ van nu zich heel anders gedragen dan toen ik een brugklasser was, zijn depressieve gevoelens nog steeds universeel en generatiebreed verkrijgbaar.

Tot op heden was er slechts een contactmoment met een schoolarts of jeugdverpleegkundige tijdens een gehele middelbare-schoolcarrière (gemiddeld zo’n 5 jaar), die een officiële diagnose zou kunnen stellen. Het RIVM, onderdeel van Ministerie voor Volksgezondheid, adviseert wel om minstens een extra contactmoment met zo’n gezondheidsspecialist in te voeren. Ik zou meer waarde hechten aan oplettende docenten, mentoren, decanen en medeleerlingen. Voor de duidelijkheid, waarschuwingssignalen zouden kunnen zijn:

opvallende gedragsveranderingen zoals zich opeens neerslachtig, teruggetrokken of juist roekeloos gedragen, zaken op orde maken en waardevolle bezittingen weggeven en afscheid nemen, een opvallende verandering in houding of uiterlijk, overmatig alcohol- of drugsgebruik maar ook verbale opmerkingen die duiden op gedachten aan zelfdoding.

Aanleiding voor een goed gesprek

Om de uitvoering van een poging te bemoeilijken, kan men in de openbare ruimte maatregelen treffen, zoals betere beveiliging van hoge gebouwen of spoorwegen. Ook is er inmiddels een soort suïcide hotline geopend, waar je zowel telefonisch en online met je vragen en gevoelens terecht kan.

Terug naar de bangalijsten. Moeten we er bang voor zijn? Nee, ik denk het niet. Vroeger ginger er geschreven lijstjes rond, nu zijn ze digitaal; vervelend en moeilijker uit te wissen, dat wel. Pestgedrag onder jongeren is er altijd geweest, en nu is er pesten 2.0. Alhoewel ik wel vind dat de toon is verhard. Eerder genoemde hoogleraar mediaopvoeding Nikken verwacht dat de hype veel ouders aanspoort een ‘goed genuanceerd gesprek’ te voeren met hun kind. Dat lijkt me sowieso een goed plan.

Therese Klok is analist en onderzoeker op criminologisch gebied. Ze publiceert regelmatig artikelen op haar website www.therighttrace.nl.