COLUMN De ficties van Faber

Waarschijnlijk zullen steeds meer sociaal werkers afhaken als de overheid haar beleid blijft baseren op fictie zoals die rondwaart in het hoofd van minister Marjolein Faber, voorziet Thomas Kampen.

De financiering voor de bed-bad-brood-regeling, die in 2019 is omgezet in de Landelijke Vreemdelingenvoorziening (LVV), stopt per 1 januari 2025. Dat betekent dat mensen zonder verblijfstatus niet meer de basisvoorzieningen zoals onderdak, een douche en eten zullen krijgen. Minister Faber van Asiel en Migratie presenteerde het op Twitter als een duidelijke keuze: ‘Ik zet in op terugkeer in plaats van gesubsidieerde opvang.’ Terwijl eerdere kabinetten kozen voor opvang, kiest zij voor terugkeer van mensen ‘die al lang hadden moeten vertrekken’.

Denkt Faber werkelijk dat mensen zich massaal zullen aanmelden voor hulp bij terugkeer zodra opvang sluit?

Het sluiten van de opvang als middel tot terugkeer naar het land van herkomst. Dat is een verkeerde voorstelling van zaken, gestoeld op drie beleidsficties.

Daadkracht uitstralen

De eerste beleidsfictie is dat de keuze van eerdere kabinetten om opvang te bieden een keuze tégen terugkeer is. In werkelijkheid zorgden vorige kabinetten voor opvang om te voorkomen dat mensen op straat belanden. Dit is precies de zorg van gemeenten nu de bed-bad-brood-regeling wordt beëindigd.

Dat brengt mij bij de tweede beleidsfictie, namelijk dat het sluiten van de opvang mensen geen andere keuze laat dan terugkeer. In werkelijkheid hebben uitgeprocedeerde asielzoekers zodra de opvang sluit geen andere optie dan op straat te leven. Faber stelt echter dat dit onnodig is. ‘Als mensen meewerken aan terugkeer naar het land van herkomst, helpen we hen daarbij’, zei zij tegen de NOS. Er zou dus geen reden zijn om op straat te belanden, want er wordt hulp aangeboden bij vertrek.

Denkt minister Faber werkelijk dat mensen zich massaal zullen aanmelden voor hulp bij terugkeer zodra de opvang sluit? Dat is gebaseerd op de derde beleidsfictie: dat terugkeer voor iedereen die gebruikmaakt van de opvang een reële optie is. Voor velen van hen is terugkeer geen denkbaar alternatief, omdat ze in hun land van herkomst niet veilig zijn vanwege hun seksuele geaardheid of politieke overtuiging. Daarnaast zijn er praktische belemmeringen, zoals de weigering van landen om hen terug te nemen.

Gapend gat tussen de beleidsficties uit Den Haag en de harde werkelijkheid van de grote steden

De vierde en laatste beleidsfictie is dat mensen eerder terugkeren naar hun land van herkomst wanneer de opvang sluit. In werkelijkheid is vaak het tegenovergestelde het geval. De opvang biedt mensen de stabiliteit en ondersteuning die nodig zijn om met een eventuele terugkeer bezig te zijn. Zonder opvang zijn mensen bezig met overleven in plaats van met hun terugkeer.

Dat dit beleidsficties zijn, weet de minister van Asiel en Migratie vermoedelijk ook wel. De beëindiging van de bed-bad-brood-regeling is vooral symbolisch, bedoeld om daadkracht uit te stralen. Kijk, wij voeren het strengste asielbeleid ooit. Het is al vaak gezegd. Maar symbolisch beleid heeft reële gevolgen.

Er is een gapend gat tussen de beleidsficties uit Den Haag en de harde werkelijkheid van de grote steden. Sociaal werkers zien daar nu al steeds meer mensen op straat slapen. Steeds vaker zullen uitgeprocedeerde asielzoekers bij opvangcentra aankloppen, hopend op een slaapplek. Dan komen sociaal werkers voor de moeilijke keuze te staan tussen mensen zonder verblijfstatus weigeren of hen tegen de regels opvang bieden.

Demoraliserend

Als de overheid haar beleid blijft baseren op fictie, zullen waarschijnlijk steeds meer sociaal werkers afhaken in plaats van volhouden. Die zorg kwam ook naar voren in een gesprek dat ik had met een directeur van de organisatie die verantwoordelijk is voor de opvang in een van de grote steden. Zij merkt nu al aan haar medewerkers hoe demoraliserend het is dat hun idealen botsen met de harde realiteit.

Dat je aan de harde werkelijkheid ziet dat er wat moet veranderen, kan uiteraard ook extra motiveren om idealen juist na te streven. Maar dat werkt natuurlijk alleen als de overheid zich daadwerkelijk iets aantrekt van feiten. En niet van fictie.

Thomas Kampen is socioloog en hoogleraar Sociaal Werk aan de Universiteit voor Humanistiek