COLUMN Mieke van Stigt: Lekker gruwelen over onbeheerste mensen

“We” worden steeds dikker, zo luiden recentelijk de zorgelijke krantenkoppen en tweets. Op televisie strijden realityprogramma’s over afvallen[1] met discussieprogramma’s[2] om de aandacht, maar ook de politiek maakt zich zorgen. Zo wil de minister via het “pubergesprek” een gezond voedingspatroon promoten, terwijl in Amsterdam inmiddels drie (veel) te zware kinderen uit een gezin onder toezicht zijn geplaatst.[3] Op het eerste gezicht lijkt al deze ophef gegrond. Inmiddels kampt de helft van de Nederlanders (60 procent van de mannen en 44 procent van de vrouwen) met overgewicht, heeft 13-14 procent van hen obesitas[4]  en worden de medische kosten en risico’s geschat op 1,2 miljard euro per jaar aan directe (ziekte)kosten en 2 miljard aan indirecte kosten als verlies van arbeidsproductiviteit. [5]

Toch kunnen de heftige emoties rondom overgewicht en obesitas niet helemaal verklaard worden vanuit de zorgen om de gezondheid en de maatschappelijke kosten ervan. Immers, alcoholmisbruik kost de Nederlandse samenleving zo’n 3,7 miljard euro per jaar[6] en roken kost 2,5 miljard euro per jaar.[7] En hoe heftig de discussies over alcohol en sigaretten de laatste tijd ook zijn, beelden van rokende of drinkende mensen roepen minder heftige gevoelens op.  Daarnaast kosten sportblessures (en sporten wordt geacht gezond te zijn) de samenleving 1,4 miljard euro per jaar.[8] Over kosten gesproken.

De kosten op zich verklaren niet waarom overgewicht zulke heftige gevoelens oproept, ja, er zelfs van dikke mensen zo gewalgd wordt. Steevast worden artikelen over obesitas vergezeld door foto’s van extreme vetrollen, meestal bij volwassenen of kinderen zonder hoofd[9], met in hun handen of daarnaast afbeeldingen van patat en/of hamburgers. De hoofdloze foto’s dragen door hun anonimiteit bij aan de stigmatisering en de walging.[10] Maar wie worden er precies gestigmatiseerd?

Overgewicht en obesitas komen veel vaker voor onder lager opgeleiden. Van deze groep heeft 54 procent overgewicht, tegen 33 procent van de hoogopgeleiden. Ernstig overgewicht heeft 18,4 procent van de laagopgeleiden, tegen 6,5 procent van de hoogopgeleiden.[11] De “zorg” en walging over overgewicht en dikke mensen zijn dan ook een verkapte en veilige (want vanuit bezorgdheid gelegitimeerde) manier om je af te zetten tegen de lagere sociale klassen en hun (al dan niet vermeende) onmatige gedrag. Juist in deze zogenaamde egalitaire tijd is het taboe om al te opzichtig te spreken in termen van hogere of lagere klasse. Maar wie er oog voor heeft ziet talloze opzichtige en minder opzichtige uitingen van deze vorm van distinctiedrang. De afbeeldingen van patat en hamburgers bijvoorbeeld, worden vooral geassocieerd met de eetcultuur van “het volk”.[12]  Ook de subtiele opmerkingen in de categorie “ik moet nodig twee kilo afvallen” zijn vooral bedoeld om het gemeenschappelijke doel en ideaal van zijn of  haar statusgroep te bevestigen. Iemand die twee kilo zegt te moeten afvallen is beslist niet te dik en geeft vooral aan dik zijn en onmatigheid af te keuren. Onder de hogeropgeleiden of hogere klassen wordt alom gegruweld van vet of veel eten, ja is het juist bon ton om weinig te eten, zie in de betere restaurants de bordjes met de piepkleine stukjes vis of vlees, gegarneerd met wat remsporen[13] van de één of andere verfijnde smaak. Zet dit af tegen de enorme porties bij de fastfoodzaken en het verschil is duidelijk.

Het is erg kortzichtig om de samenhang tussen overgewicht en sociale klasse aan onmatigheid en een gebrek aan zelfbeheersing te wijten. De geschiedenis en biologie geven meer inzicht. Als je kijkt naar foto’s van oudere volksvrouwen rond de vorige eeuwwisseling, zie je schommelende moekes. Hun gewicht was niet het gevolg van een onbeperkt voedselaanbod, maar van hun genetische aanleg (“grofgebouwd”) èn een voedingspatroon dat bij de lagere sociale klasse hoort. Waar boeren en arbeiders voornamelijk veel koolhydraten (aardappelen) aten en zware lichamelijke arbeid verrichtten – de mannen evengoed als de vrouwen- had de hogere klasse meer geld voor eiwitten (vlees) en hield zij er een ander, gematigder eetpatroon op na, in combinatie met lichte arbeid en sportieve ontspanning in de buitenlucht. Zowel de klassenverschillen in eetcultuur als het beweegpatroon van de hogeropgeleiden (sporten) zien we vandaag de dag nog terug. De zware lichamelijke arbeid voor de lagere klassen is echter grotendeels verdwenen – met de zichtbare gevolgen.

Zowel genetische aanleg als eetcultuur houden verband met sociale klasse. De eetcultuur van je omgeving heeft een sterke invloed op je eigen voedingspatroon, eten is immers een sociaal bindmiddel. Maar ook de afkeer van teveel eten en van dikke mensen is in bepaalde kringen een bindende factor.  En terwijl de kennis van een gezond eet- en beweegpatroon (en de benodigde financiële middelen!) de hoger opgeleide van hogere sociale afkomst ondersteunt in het slank blijven (die vermoedelijk ook genetisch gunstig is aangelegd – bijvoorbeeld door een hugenoot in de voorvaderen) staat de dikkerd van boerenafkomst er in de gewone Nederlandse volkscultuur alleen voor. De omgeving eet gewoon door, je bent “ongezellig” als je niet meedoet, het aanbod van ongezond voedsel is alomtegenwoordig[14] en Opa en Oma blijven het kleinkind volstoppen met lekkers – een traditionele volkse manier van verwennen en troosten.

Het moge duidelijk zijn dat gezond en matig eten voor iemand uit de volksklasse door zowel de genetische aanleg als het gebrek aan steun, kennis en gerichte eetgewoonten in de sociale omgeving, een veel grotere zelfbeheersing vraagt. Overigens zónder de beloning van een betere sociale positie- die voor veel slanke hoogopgeleiden zo vanzelfsprekend is. Toch worden dikke mensen steevast als onbeheerst neergezet. Daarmee blijven de rol van de voedingsindustrie, de reclame en de samenleving zelf buiten beeld. Voor de slankere hoogopgeleiden is dit wel zo prettig. Zij mogen gruwelen van de mateloze dikkerds terwijl hun eigen positie èn hun slanke lichaam hun eigen verdienste lijken te zijn.[15]

Al aan het begin van de vorige eeuw en dus lang voor de obesitasdiscussie was gematigdheid als vorm van sociale onderscheiding bij de hogere klasse terug te vinden. Zo beschrijft Ileen Montijn: “zelfbeheersing te allen tijde is een morele plicht – maar ook een kwestie van standsbesef.”[16] Bij Elias en Bourdieu vinden we sociologische theorieën die lichaamsbeheersing als vorm van distinctiedrang kunnen helpen duiden. De keerzijde van deze distinctiedrang is wel dat dikke mensen worden geassocieerd met dom en van lage(re) sociale status, hetgeen tegenwoordig niet meer openlijk geschiedt maar verkapt en vooral geïndividualiseerd, los van geschiedenis, cultuur en sociale klasse. Alles is immers vrije keus en eigen verantwoordelijkheid? Bij overgewicht en obesitas schiet het individu moreel en sociaal tekort. Die stigmatisering is enorm – onrechtvaardig.[17]

Het wordt tijd dat er echt gekeken wordt naar sociale en biologische achtergronden van overgewicht. Niet alleen vanwege de verhoogde kans op een werkelijk effectieve aanpak, maar vooral uit het oogpunt van sociale en morele rechtvaardigheid. Maar aangezien ik niet verwacht dat dit snel zal gebeuren, zou ik willen zeggen: ga lekker door met gruwelen en walgen over dikke mensen, daar blijf je slank bij.

Mieke van Stigt is socioloog en pedagoog en schrijft en spreekt over jeugd, gezin, onderwijs en levensloop. Samenhangen tussen  historische en sociale ontwikkelingen kunnen de weg openen naar nieuwe perspectieven en soms onverwachte oplossingen. Daarbij is het stellen van fundamentele vragen een belangrijk hulpmiddel en het vertrekpunt van de expeditie.  Meer artikelen van Mieke van Stigt zijn te lezen op http://miekevanstigt.blogspot.nl/. Ze is ook te volgen op Twitter: @miekevanstigt.


[1] I used to be fat, Too fat for 15, Help mijn kind is te dik, etc.
[2] Debatop2, Hollandse Zaken, etc.
[3]http://www.nrc.nl/nieuws/2012/06/08/jeugdzorg-stelt-te-dikke-kinderen-onder-toezicht/
[4]http://www.rivm.nl/Bibliotheek/Wetenschappelijk/Rapporten/2012/januari/Nederland_de_Maat_Genomen_2009_2010_Monitoring_van_risicofactoren_in_de_algemene_bevolking
[5] http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2672/Wetenschap-Gezondheid/article/detail/1044418/2010/11/02/Overgewicht-kost-3-miljard-per-jaar.dhtml
[6] http://www.alcoholinfo.nl/index.cfm?act=esite.tonen&pagina=323
[7] http://www.ad.nl/ad/nl/1012/Nederland/article/detail/1939795/2010/09/30/Drinkers-kosten-maatschappij-meer-dan-rokers.dhtml dit onderzoek zegt overigens dat de kosten van alcoholmisbruik 2,6 miljard zijn en niet 3,7, zoals in de vorige noot.
[8] http://www.nationaalkompas.nl/gezondheid-en-ziekte/ziekten-en-aandoeningen/letsels-en-vergiftigingen/sportblessures/sportblessures-samengevat/
[9] Zie hiervoor ook de ijzersterke column van Asha ten Broeke in Trouw: http://www.trouw.nl/tr/nl/8367/Asha-ten-Broeke/article/detail/3303617/2012/08/20/Geef-mollige-medemensen-hun-gezicht-terug.dhtml
[10] http://www.huffingtonpost.co.uk/sue-thomason/obesity-rates-cause-hat-s_b_1405283.html
[11]http://www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/persoonsgebonden/lichaamsgewicht/verschillen-sociaaleconomisch/
[12] Voor een prachtig standaardwerk over eetcultuur en sociale klasse verwijs ik graag naar Stephen Mennell: Smaken verschillen 1989.
[13]Briljante aanduiding van dergelijke culinaire hoogstandjes door Ilja Gort in Slurp (2009).
[14] Lees daarvoor mijn blog http://miekevanstigt.blogspot.nl/2012_01_01_archive.html
[15] Zie bijvoorbeeld Dieter Vandebroeck in zijn abstract Distinctions in the Flesh. Obesity, weight and the class body: “By durably inscribing themselves in the bodies of social agents, class tastes become (mis)perceived as indicators of innate moral fiber, distinguishing those who have a “natural” capacity for restraint and self-control from those who apparently lack the will power and self-discipline to harness their primary needs.” http://www.soc.aau.dk/forskning/scud/network-seminars/papers-manchester/
[16] Ileen Montijn: Leven op stand, 2008, p. 183.
[17] http://www.afvallen-weblog.nl/discriminatie-op-basis-van-gewicht-komt-vaker-voor-dan-racisme/

Dit artikel is 3429 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (6)

  1. Pure stemmingmakerij. U werkt voor de SP?

    “Die rijke stinkerds met hun ‘remspoor’ eten die zich doodlachen om die arme mensen”

    Het enige wat van dit artikel afdruipt is uw afgunst en jaloezie.

    Het draagt in ieder geval nergens toe bij.

  2. Prikkelende column die overgewicht vanuit een andere kant belicht. De relatie met sociale klasse is duidelijk, maar minder duidelijk is oorzaak en gevolg. Uit het overbekende Stanford Marshmellow experiment bleek dat impulscontrole op kleuterleeftijd sterk samenhangt met leerprestaties en succes op latere leeftijd (door Baumeister en Tierneymooi onlangs nog eens helder beschreven in hun boek Willpower). Dus impulscontrole/wilskracht helpt om op gezond gewicht te blijven, maar ook om op de maatschappelijke ladder hoger te klimmen. Maatschappelijk gezien is overgewicht complexe problematiek met vele determinanten, maar dit is inderdaad een aspect dat meer aandacht verdient.

  3. Helder en intelligent betoog!
    Totaal geen sprake van afgunst en/of jaloezie. Puur meer inzicht verschaffen in de problematiek die met vooroordelen te maken heeft.
    Opboksen tegen overgewicht, in welke mate dan ook, is een strijd die zich niet alleen in de “boks-ring” afspeelt, maar op de vele andere ringen die ons sociale patroon vormen. En zoals bij de Olympische Spelen, al die ringen zijn met elkaar verbonden: familie, school, werk, enzovoort.
    Aan alle strijders: gooi de handdoek niet in de ring, maar ga gezond en verantwoord door.

    ps: zelf gezegend met hoge opleiding, redelijk goede komaf, en sportief/slank gebouwd, maar moet overdaad wel in de gaten blijven houden.

  4. Ik vind het een verhelderend stuk. Ik heb er zelf nooit zo naar gekeken en ik vind het verfrissend.

  5. Je schreef over “oudere volksvrouwen rond de vorige eeuwwisseling”: je bedoelt toch niet die rond 2000?! En waarop is je stelling van de genetische slankheidsdispositie van de hugenoten en hun nazaten gebaseerd? Lijkt me onzin, dus hoor ik graag van een stevige onderbouwing ervan.

  6. Wat een flauwekul, we zien er goed uit, eten gezond, we zijn gezond.
    Eet je minder, laat je dingen weg, wordt je duizelig etc. Kunnen de huisartsen nog geen prikje nemen om te kijken of je bloedarmoede hebt, moet je meteen bloedprikken in het laboratorium,

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *