Aan het einde van het jaar is het de tijd om terug te kijken en de balans op te maken. Dat is in deze tijd niet eenvoudig. Waar je ook kijkt, of het nu de nationale en internationale politiek, het klimaat, het milieu, het onderwijs, de gezondheidszorg of de samenleving betreft: geconstateerd moet worden dat het een teringzooi van bijbelse omvang is.
Voorgoed van tafel
Voor een ploetercolumnist voorwaar geen geringe opgave om hier nog iets zinnigs over te zeggen. Het liefst zou ik een aantal dingen voorgoed van tafel vegen. Vandaar mijn lijstje van het jaar: tien dingen die van mij in 2024 mogen blijven.
(1) ‘Twintigvierentwintig.’ Om te beginnen: waarom zeggen mensen ineens twintigvierentwintig? Zo tellen we toch niet? Ja, we zeiden negentien(honderd)negentig, maar twintighonderdvier zeiden we toch ook niet? Misschien gaat het nog wennen, in andere gevallen zijn we over 75 jaar voorlopig weer van het probleem af, maar dat hoop ik dan ook weer niet mee te maken.
Maar wat serieuzer: (2) transhaat. Het woord ‘transitiespijt’ dreigde het woord van het jaar te worden. En dat was niet zo onschuldig als de mensen van de Van Dale woordenboeken blijkbaar dachten. Het woord suggereert namelijk dat er flink wat trans mensen spijt krijgen van hun transitie. Maar die groep is, ondanks de enorme sociale en emotionele implicaties van een transitie bijzonder klein, veel kleiner dan bij andere operaties.
Als indoctrinatie echt zo goed zou werken, zouden transhaters zich absoluut geen zorgen hoeven te maken
Dat geeft wel aan hoeveel mensen ervoor over hebben om te mogen leven zoals zij voelen te zijn, die keus wordt echt niet lichtzinnig gemaakt. De echte spijt, zei een verstandige en verdrietige trans vriendin op Facebook, zit in de veel te lange wachtlijsten. Er zijn mensen in nood die veel te lang moeten wachten, jongeren die juist te laat (of ten onrechte géén) puberteitsremmers krijgen, en daar vallen slachtoffers.
Het woord transitiespijt komt uit de hoek van de transhaters die helaas steeds meer voet aan de grond krijgen; mensen die denken dat kinderen tegenwoordig tot trans-zijn worden ‘aangestoken’ door leeftijdgenoten of dat voorgelezen worden door een persoon in travestie je meteen homo maakt. Terwijl diezelfde kinderen in de samenleving, door de televisie en via andere media ondertussen gebombardeerd worden met heteroseks.
Als indoctrinatie echt zo goed zou werken, zouden transhaters zich absoluut geen zorgen hoeven te maken. Het is natuurlijk bullshit, maar wel gevaarlijke bullshit die bijdraagt aan transhaat.
Mag het programma (welke versie van ‘inside’ dan ook) van Johan Derksen óók in 2024 achterblijven?
Van Dale had daar wel even zorgvuldiger naar mogen kijken. Nu hebben ze, na een storm van protest, de verkiezing afgeblazen en zelf gekozen voor ‘polarisatie’ als woord van het jaar, waarmee ze heel laf geen verantwoordelijkheid nemen voor hun vergissing én suggereren dat je tegenwoordig ook niks meer mag zeggen. Dé klacht van de gevestigde orde, in het bijzonder witte oudere mannen, die ondertussen nog steeds ruimschoots het podium krijgen. In dat kader: mag het programma (welke versie van ‘inside’ dan ook) van Johan Derksen (3) alsjeblieft óók in 2024 achterblijven?
Gender is niet sekse
Gender reveal parties (4). In opkomst zijn de feestjes waarin een zwanger stel onthult of hun aanstaande kind een jongen of meisje zal zijn. Het probleem zit dus meteen al in de term, want in feite bedoelen ze dus een sekse-reveal party. Het gaat immers om de geslachtskenmerken die aan de buitenkant (op de echo) te zien zijn. Maar ja, de correctere term sex-reveal party associeert natuurlijk te veel met die man in een lange regenjas, die zijn seks wel even komt onthullen.
Het enige wat geopenbaard wordt, is een zeer beperkte blik op kinderen en hun mogelijke identiteit
Het probleem is dat gender niet gelijk is aan sekse. Gender is een sociaal construct (hoe wij vinden dat mannen en vrouwen zouden moeten zijn), terwijl de biologie ons een rijke schakering aan mogelijke combinaties van chromosomen geeft, plus de wel of niet werking van hormonen en hormoonreceptoren. Wat je sekse is, ligt vaak veel gecompliceerder dan je aan de buitenkant kunt zien (nog los van de vraag of je dat aan iedereen wil laten zien).
Daarbovenop komt nog de vraag hoe de persoon zich voélt, zich identificeert. Dat moet nog blijken, dat kun je allemaal niet onthullen op zo’n roze of blauw feestje. Het enige wat geopenbaard wordt, is een zeer beperkte blik op kinderen en hun mogelijke identiteit. Hopelijk leren deze ouders nog wat bij.
Nepdiscussie
De hoofddoekjesdiscussie (5). Die blijft me verbazen. Want we hebben heel wat problemen in onze samenleving en precies niet één daarvan wordt veroorzaakt door vrouwen met hoofddoekjes. Omgekeerd heeft die groep, in het bijzonder moslima’s, te maken met discriminatie op de werkvloer, met pesterijen en geweld.
Laat Geert Wilders zich maar eens druk maken over de vodden op zijn eigen kop
Dit wordt door zo’n nepdiscussie natuurlijk van harte aangemoedigd en bevestigd. De onderdrukking komt echt niet alleen vanuit hun cultuur of achtergrond – iets wat overigens ook geldt voor witte vrouwen in de Bible belt, maar daar hoor je de witte feministen zelden over. Er is echt een verschil tussen bezorgdheid en bemoeizucht. Hoe vrij zijn vrouwen als zij gedwongen worden om delen van hun lichaam te laten zien die zij niet willen laten zien? Als je je werkelijk druk wil maken over vrijheid voor vrouwen, strijd dan tegen discriminatie en tegen geweld tegen vrouwen in het algemeen. En laat Geert Wilders zich maar eens druk maken over de vodden op zijn eigen kop en een peroxidetaks invoeren.
Integratieparadox
Sowieso (6:) het zogenaamde integratiedebat. De motie van kamerlid Beckers om de normen en waarden van mensen met een migratieachtergrond te monitoren, heeft inmiddels al veel kritiek gekregen. Niet alleen is het een racistische motie, die zich baseert op specifieke groepen op grond van de herkomst van hun (groot)ouders. Ook is het achterhaald: bestaand onderzoek laat immers zien dat migrantenkinderen het op sociaaleconomisch vlak beter doen dan hun ouders. Maar tegelijk ervaren ze, en dat is de ‘integratieparadox’, juist meer tegenstand en discriminatie. Als in een ritsvak op de snelweg, waar invoegende auto’s er niét worden tussengelaten.
De ‘nieuwkomers’ worden nu gezien als gevaarlijk, een bedreiging voor onze samenleving
Het is wat Anne-Ruth Wertheim concurrentieracisme noemt: racisme is van karakter veranderd. Zo werd er voorheen op de gediscrimineerde groep neergekeken als achterlijk, minder menselijk. Maar naarmate de mensen uit deze groep zich opwerkten, werd het racisme gevoed door een gevoel van concurrentie: de ‘nieuwkomers’ worden nu gezien als gevaarlijk, een bedreiging voor onze samenleving. Bijvoorbeeld omdat ze ‘onze waarden’ niet onderschrijven.
Maar als er iéts is wat het afgelopen jaar pijnlijk duidelijk is geworden, is dat zowel onze samenleving als politiek aanleiding geven tot vetgedrukte vraagtekens bij die waarden, die sneller kelderen dan de aandelen KLM. Niet alleen het racisme nam toe, ook de vijandigheid tegenover lhbtiqa+ groepen en in het bijzonder trans mensen. Daarbij heeft de huidige regering duidelijk (of doet gewoon weinig) moeite om zich nog aan de grondwet en democratische waarden te houden. Als er één discussie nu om voorrang vraagt, is het wel die over het morele en democratische gehalte van onze huidige politiek.
Gevaarlijke man
Tesla’s (7). Ja dit is een persoonlijk dingetje. Ik heb iets tegen Tesla’s. Ze zijn heus niet substantieel lelijker dan andere auto’s, maar als je nou een transportmobiel wil ontwerpen dat milieuvriendelijker is dan benzineauto’s, dan zou je op iets kleins, lichts en duurzaams uitkomen en niet op zo’n pompeus bakbeest. En zo lang je vorige auto elders op deze planeet nog gewoon rondrijdt, gaat het milieu er per saldo niet op vooruit.
Als er iemand is voor wie wereldheerschappij nog niet ver genoeg gaat, is het Musk wel
Bovendien is Elon Musk (8), de eigenaar van Tesla en inmiddels de First Lady van Trump, een gevaarlijke man die we in de gaten moeten houden. Het is buitengewoon zorgwekkend dat hij met zijn bedrijf SpaceX een sliert kerstversiering van maar liefst 42.000 satellieten om de aarde kan leggen zonder dat iemand ingrijpt.
Nog los van het risico op botsingen en de hoeveelheid toekomstig ruimteschroot dat hij vast niet zelf gaat opruimen, vind ik dit een bijzonder gevaarlijke situatie. Immers: als er iemand is voor wie wereldheerschappij nog niet ver genoeg gaat, is het Musk wel. Van mij mag hij in 2024 achterblijven (of in zijn eentje op Mars), evenals zijn platform X, voorheen Twitter (9), het haatkanaal dat inmiddels op sterven na dood is. Gelukkig blijkt dat Blue Sky – naar het zich voorlopig laat aanzien – wel een zelfreinigend vermogen heeft en mensen aanspreekt op wangedrag. Iets wat in een gezonde samenleving ook gebeurt.
Onfrisse bedoelingen
Tot slot zou ik heel graag het hele kabinet achterlaten in 2024 (10). De huidige politiek is een volstrekte puinhoop, waarin onkunde en onfrisse bedoelingen om voorrang strijden. In rap tempo worden klimaatdoelstellingen, asielbeleid, landbouwbeleid, onderwijs, kunst et cetera om zeep geholpen en vervangen door onversneden prutswerk.
Ze moeten er nog zijn: bruggenbouwers, mensen met een geweten en integriteit
We zagen vorig jaar al dat bekwame politici een voor een opstapten en het zou me niets verbazen als ook de ministeries leeglopen. Het werd en wordt voor integere en capabele mensen onmogelijk gemaakt om te blijven, een enkele dappere strijder daargelaten. Het zal dan ook nog heel moeilijk worden om weer enige kwaliteit terug te krijgen, maar ze moeten er nog zijn: bruggenbouwers, mensen met een geweten en integriteit.
Wat we wel meenemen naar 2025 is dan ook dit: het bewustzijn dat onze gevoelens van rechtvaardigheid en saamhorigheid de drijvende kracht moeten zijn. Dat menselijkheid nog steeds bestaat, dat de grondwet er is om ons allemaal te beschermen, dat solidariteit nog steeds niet verdwenen is en dat we blijven opstaan tegen onrecht. Ik wens u allen een beter 2025.
Mieke van Stigt is socioloog en pedagoog.