COLUMN In de wachtkamer van onzekerheid

Rosanne Dubbeld fotografeerde dertig vrouwen die in 2017 dertig werden voor haar project 30/ Dertig. De vrouwen hadden verwacht op deze leeftijd een koophuis, een kind of een vaste baan te hebben. Dat was niet gebeurd. Hoewel het voor veel hen niet per se een probleem was, leidde het wel tot reflectie: wat verwachten we van een leven en waar kunnen we op rekenen?

Voor witte vrouwen in Nederland was het lange tijd zo dat het eigen leven begon bij een huwelijk en kinderen. De transitie van de rol van dochter naar die van echtgenote en moeder was ook de transitie van meisje naar vrouw. Dat ging soms zo ver dat het voor vrouwen moeilijk kon zijn zichzelf als vrouw te zien zonder kinderen te krijgen. Voor mannen vond deze transitie vaak plaats via betaalde arbeid: een baan en eigen salaris markeerden het begin van het onafhankelijke leven als volwassene.

Dat is niet langer zo, maar sommige verwachtingen van het leven zijn hardnekkig.

Wanneer begint een leven? Een eigenstandig, volwassen leven?

Jong zijn kan voelen als in de wacht staan. Wachten op een leven. Zo praten we er ook over: ‘een eigen leven hebben’, ‘dat is toch geen leven’, ‘dan kan ik gaan leven’, of: ‘get a life’. Wat betekent dat? Uit welke elementen componeren we zo’n ‘eigen leven’?

De vrouwen uit het project van Dubbeld hechten aan heel specifieke maar ook alledaagse invullingen daarvan: een kind, een eigen huis, een vaste baan. Als die composities nog niet zijn gemaakt voelt het soms als wachten. Mensen stellen ook zaken uit vanuit dat wachten: ‘Als ik een vaste baan heb, dan kan ik een huis kopen.’ ‘Een kind krijgen wil ik pas met meer zekerheid.’ ‘Zonder vaste partner begin ik niet aan kinderen.’

Maar het is de vraag of die beloften van zekerheid en een eigen huis ooit ingelost gaan worden. Het wachten kan soms gaan betekenen dat het gedroomde ‘eigen leven’ nooit begint. Van uitstel komt soms afstel.

Kwetsbaarheid en onzekerheid op de woningmarkt en de arbeidsmarkt uiten zich onder meer door verschuivende verwachtingen van een leven. En door boosheid, schaamte of verdriet als de beloften niet worden ingelost.

Kathleen Stewart schrijft in haar bijzondere boek over alledaagsheid in de context van neoliberalisme, Ordinary Affects, over een vrouw van in de veertig die nooit is getrouwd en alleen leeft. ‘Haar leven is vol met werk, goede vrienden en familie, allerlei passies en zelfkennis. Toch is het alsof er geen frame is om aan te kondigen dat haar leven is begonnen. Ze weet dat het belachelijk is, maar ze zwemt tegen een constante onderstroom.’ (mijn vertaling, pagina 46).

Geen duidelijk ‘begin’ van een leven, geen duidelijke markering dat het begonnen is.

De dichter Lieke Marsman schreef een mooie bundel over de plotselinge diagnose van kanker die zij kreeg: ‘De volgende scan duurt vijf minuten’. Behalve reflecties op de kwetsbaarheid van haar lichaam en de confrontatie met de dood gaat haar bundel ook over haar bestaan als dichter in een onzekere economie. Ze stelt vragen over verzekeren, de bijstand, over ‘pech’, ‘mantelzorg’ en wat ‘Normaal.Doen.’ eigenlijk betekent.

In een interview in NRC Handelsblad bespreekt ze het ‘vacuum waarin haar generatie gevangen zit. Ze zou best kinderen willen, maar: geen baan, dus geen geld, dus geen huis zonder huisgenoten. De allerverdrietigste gedachte, zegt ze, is dat ik doodga zonder ooit een eigen keuken te hebben gehad.’

Marsman’s generatie (zij werd geboren in 1990) wordt nogal eens geportretteerd als een generatie die teveel wil en te weinig aankan. Deze analyses, kunnen we aannemen, worden doorgaans gemaakt vanuit koophuizen en stevige pensioenvoorzieningen (vanuit die zekerheid schrijf ik hier ook, trouwens).

Belangrijker: deze analyse mist vrijwel de gehele politieke en economische context waarin zij een eigen leven proberen te componeren. Dit is een generatie die wordt bedreigd met het nooit inlossen van de belofte van een ‘normaal leven’. Met een leven in de wacht. Natuurlijk gaan leden van deze generatie wel een eigen huis kopen en een gezin stichten, maar het dreigement staat. Dit is een generatie die zich, zonder een vangnet van kapitaal in de familie, soms moet verzoenen met een afscheid van sommige verwachtingen. Afscheid van een eigen keuken, bijvoorbeeld.

Afscheid nemen van wat breed gedeeld geldt als een ‘normaal leven’ is pijnlijk. De onzekerheid die deze economie produceert zet mensen in de wacht. Het wachten van de jeugd kende doorgaans een einde: het begin van een leven, ‘getting a life’. Maar een onzekere economie continueert soms een ‘jeugdig’ leven zonder dat er een einde aan zit en zonder dat mensen dat willen.

Zolang we geen nieuwe collectieve zekerheden organiseren is de vraag voor velen nu: Hoe componeer ik een eigen leven zonder zekerheid?

Marguerite van den Berg is universitair hoofddocent sociologie aan de Universiteit van Amsterdam. Ze werkt nu aan onderzoek over precair werk in Nederland.

Foto: Leo Hidalgo (Flickr Creative Commons)

Dit artikel is 3144 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (2)

  1. Dit is het nieuwe verhaal en kwestie waar de linkse partijen Groenlinks en PVDA hun maximale focus op zouden moeten leggen. De SP niet, die moet eerder de PVV kiezer zien terug te winnen.

  2. Ijzersterk artikel,zonder enige twijfel !!
    Ik heb er zelf weinig aan toe te voegen en ben zelfs zeer verheugd te mogen vernemen dat de term ”collectieve zekerheden” weer eens duidelijk naar voren wordt gebracht door een zeer kundig iemand die weet waar zij over spreekt danwel schrijft.

    Als aanvulling op Alex (1e reactie) zou ik toch ook graag met name ”de rechter flank” van ons politieke systeem het advies willen geven om zich tevens maximaal te gaan focussen op deze
    ”colletieve zekerheden”.

    Want die zijn zich nauwelijks bewust geweest de afgelopen jaren van het feit dat deze ”collectieve zekerheden” uiteindelijk voor hunzelf ook een duidelijke meerwaarde zullen betekenen in de breedste zin van het woord.

    Het Neo-Liberalisme is ”inmiddels achterhaald” en laten we spoedig terugkeren naar
    ”Het Rijnlandmodel” en onze echte kernwaarden die wij als natie na de oorlog zo hoog in het vaandel hadden staan en die ons WEL de nodige welvaart en welzijn heeft bezorgd.

    ”Collectieve zekerheden” wordt het nieuwe ”werkwoord” wat mij betreft voor ”alle betrokken overheden,partijen en instituties”.

    En nogmaals hulde voor Marguerite van den Berg !!!

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *