In de westerse wereld houden we van gemiddelden. Zo’n beetje alles wordt erin uitgedrukt.
Je moet er in onze samenleving vooral zorgen dat je om en nabij gemiddeld scoort.
De groei en ontwikkeling van onze kinderen bij het consultatiebureau bijvoorbeeld en onze prestatie in het onderwijs. Je moet er in onze samenleving vooral zorgen dat je om en nabij gemiddeld scoort. Dan is de acceptatie het grootste en weerstand het kleinst. Maar is dat wel de bedoeling?
Houvast
Gemiddelden geven ons houvast, vooral in het beoordelen van een collectief. De maatschappelijke som gedeeld door het aantal individuen levert duidelijke uitkomsten op, waarop je kunt sturen en managen. Mocht iemand te veel afwijken van het gemiddelde als individu, dan kijken we wat er mis met hem is. Wie een afwijkend IQ bezit, of wiens motorische vaardigheden achterblijven dan wel andere bijzonderheden vertoont, is van harte welkom in de specialistische zorg.
De afgelopen twee maanden dacht ik vaak terug aan een van mijn hoogleraren die over gemiddelden sprak. Hij was er niet zo’n voorstander van, getuige ook zijn uitspraak: ‘Als je met je hoofd op een brandend gasfornuis ligt en je voeten in de vriezer, dan zal je temperatuur gemiddeld best 37 graden zijn, maar of het goed met je gaat is allerminst zeker.’
Stop ermee
Het voelt misschien niet comfortabel, maar we kunnen beter stoppen met het denken in gemiddelden.
Een gemiddelde kijk in de gehandicaptenzorg sluit mensen en masse buiten
Met gemiddelden van de groep doe je namelijk het individu tekort en sta je acceptatie, openheid en inclusie in de weg. Een gemiddelde kijk in de gehandicaptenzorg sluit mensen en masse buiten. Weg inclusie. Hooguit mag je participeren, een beetje meedoen. We zijn het iedereen verplicht, onszelf incluis, om elk individu volwaardig te includeren.
Wie buiten een gemiddelde maatschappij valt, moet worstelen om erin terug te komen óf vervalt tot apathie. Als die worsteling leidt tot agressie hebben we de poppen aan het dansen. Dan kan het zomaar zo zijn dat de maatschappij je als (jonge) crimineel kwalificeert.
Bos bloemen
Onlangs sprak ik Peter (gefingeerde naam). Hij is autistisch en vindt een heleboel dingen lastiger dan een gemiddeld iemand. Sociaal contact, oogcontact, het grotere geheel snappen in een wereld die onvoorspelbaar en veranderlijk is. Het is niet aan hem besteed. Details daarentegen, structuren opzetten en doen wat je belooft wél. Bovendien heeft hij het talent om goede foto’s te maken.
Ik nam Peter vanwege dat laatste talent mee op werkbezoek. Hij vertelde dat zijn basisschool, een kleine dorpsschool, hem indertijd veiligheid en vertrouwen bood. Het was een toptijd omdat hij daar werd gezien als individu.
Op het middelbaar onderwijs viel hij tot drie keer uit. De collectieve benadering aldaar paste hem niet. Hij raakte gefrustreerd, werd boos en begon aan zichzelf te twijfelen. Nu is hij 21. Zonder diploma maar met legio talenten. Hij geeft gastlessen op een sociale opleiding om duidelijk te maken hoe anderen hem het beste kunnen helpen. Hij doet dat vanuit zijn ervaring. Dat is normaliter een betaalde baan, maar omdat Peter geen diploma heeft én omdat hij niet in een gemiddelde past, krijgt hij er niet meer dan een vergoeding voor, en een bos bloemen. Die bloemen geeft hij aan zijn moeder, die er, dat dan weer wel, enorm blij mee is.
Peter past weliswaar in de maatschappij, maar mag niet meedoen
We zouden Peter met slingers en ballonnen moeten ontvangen, een nieuwe fotocamera moeten geven, en na afloop van zijn proeftijd een contract voor onbepaalde tijd. Helaas, Peter zit thuis. Peter past weliswaar in de maatschappij, maar mag niet meedoen.
Kijk naar individu
Niet gemiddeld zijn wijkt af, is spannend en soms zelfs eng.
Willen we ooit de stap maken naar meer acceptatie, saamhorigheid en inclusie dan moeten we accepteren dat mensen niet gemiddeld zijn.
De weg naar inclusie gaat hand in hand met het lef om anders te kijken
De weg naar inclusie, naar écht onderdeel zijn van een samenleving gaat hand in hand met het lef om anders te kijken.
Als we leren mensen weer als individuen te zien en niet als gemiddelden, zullen we niemand meer uitsluiten, ongeacht diens geaardheid, culturele achtergrond of cognitieve vermogens. Alles is goed en pas een probleem als je die zelf ervaart.
De weg naar inclusie, naar écht onderdeel zijn van een samenleving gaat hand in hand met het lef om anders te kijken. Anders, dus niet gemiddeld of collectief. Laten we leren houvast te vinden in het individu en ons daar comfortabel bij te voelen. Zoals de Griekse filosoof Protagoras in 490 voor Christus al betoogde is de mens de maat van alle dingen.
Teun Haans is directeur zorg bij Stichting Severinus, een zorgorganisatie voor mensen met een verstandelijke beperking in Veldhoven en omstreken. Hij heeft pedagogiek en bestuurskunde gestudeerd en hij is buitenpromovendus bij de Tilburg University waar hij onderzoek doet naar organisatienetwerken.