Een kernspanning waar bestuur zich toe heeft te verhouden, is die van de korte tegenover de lange termijn. Politici en bestuurders dienen op twee borden tegelijk te schaken: urgente belangen in het hier-en-nu dienen, zonder de relevante belangen van toekomstige generaties uit het oog te verliezen.
Palliatief
Die opdracht is des te belangrijker in een tijd waarin de leefbaarheid op lange termijn op het spel staat door sluipende klimaatontwrichting en biodiversiteitsverlies. Tegelijkertijd lijkt het alsof die opdracht – noem het temporele multitasking – steeds lastiger wordt bevonden.
Ook de politiek is palliatief geworden
In zijn boek De palliatieve maatschappij stelt de Duits-Koreaanse filosoof Byung-Chul Han dat de moderne tijdsgeest zich laat typeren door algofobie – de vrees om pijn te lijden. In de greep van deze fobie lukt het de samenleving niet meer om voorbij het eigene en urgente te kijken en verliezen te lijden voor het andere en toekomstige. Ook de politiek is palliatief geworden.
Bij Han lezen we: ‘Tot visioenen of ingrijpende hervormingen die pijn kunnen doen, is de palliatieve politiek niet in staat. Zij grijpt liever naar kortwerkende analgetica die systemische disfuncties en verstoringen alleen maar verhullen. De palliatieve politiek heeft niet de moed om pijn te verdragen.’
Pijnverlichting
Ondanks het zelfbenoemde lef laat het nieuwe akkoord van de PVV, BBB, VVD en NSC zich opvallend makkelijk koppelen aan bovengenoemde analyse. Het akkoord betekent zelfs een versteviging van het algofobe sentiment. Alleen de vorm al – een akkoord op hoofdlijnen en de extraparlementaire constructie – zou je kunnen zien als strategische pijnvermijding.
Daardoor hoeven ze zich minder in te laten met pijnlijke compromissen, op detailniveau
De verantwoordelijke partijen vertroebelen hun skin in the game door slechts de helft van de ministers uit hun eigen kringen te halen. Daardoor hoeven ze zich minder in te laten met pijnlijke compromissen, op detailniveau. De pijn van politieke verantwoording is op voorhand verlicht.
Ook de inhoud van het akkoord grossiert in algofobe trekjes, de afzwakking van het stikstofbeleid en het klimaatbeleid voorop. Geen radicale investeringen in klimaat en milieubehoud, maar magere inzet op adaptatie en niets meer doen dan wat moet van Europa. Besef van de impact van een dergelijke instelling op de leefsituatie van toekomstige generaties lijkt te ontbreken.
Uitstel
Moeilijke besluiten en ankerpunten van het vorige kabinet op stikstofgebied zijn van tafel of worden afgedaan met allerhande uitsteltechnieken – meer onderzoek, verzoeken tot uitzondering, andere meetinstrumenten. Het is algofobe logica ten voeten uit: in plaats van het komen tot moeilijke beslissingen binnen de gevestigde probleemanalyse, worden de probleemanalyses zélf, en de wijze waarop ze tot stand zijn gekomen, in twijfel getrokken.
Totdat de hoop vals blijkt, is alles vrij van pijn
De gezochte ‘oplossing’ is dan niet minder stikstofuitstoot, maar een andere calculator. Niet opereren binnen het Europees regelgevingskader, maar zoeken naar vluchtroutes. Totdat de hoop vals blijkt, is alles vrij van pijn.
Geen boodschap aan
Het hachelijke is dat de palliatieve, pijnmijdende samenleving de pijn niet wegmaakt, maar eerder verplaatst naar haar meer kwetsbare bestandsdelen: natuurgebieden, migranten, jongeren en burgers die nog niet geboren zijn.
Het besef hiervan en de politieke wil aan zo’n beperkte solidariteit voorbij te gaan zou een democratisch rechtstatelijke basislijn moeten vormen. In het bijzonder voor het aanstaande kabinet.
Joram Feitsma is universitair docent bij het Departement Bestuurs- en Organisatiewetenschap van de Universiteit Utrecht
Foto: Andreas Georghiou (Flickr Creative Commons)