GGZ-instellingen kiezen voor controle in plaats van genezing

Dossier

Zuiniger GGZ

De GGZ-instellingen hebben zich in vergaande mate vervreemd van wat ze zouden moeten doen: adequaat en op specialistisch niveau diagnosticeren en behandelen van psychische stoornissen. Het is een keuze voor controle in plaats van genezing. De psychotherapie moet terug vindt prof. J. Derksen.

Die controlecultuur uit zich in het dwangmatige meten van een doelstelling voor elke sessie; het via monitoring proberen constant grip te krijgen op elke klacht; en het produceren van een nauwgezette evaluatie van elke zitting. Niets mag nog aan controle ontsnappen, alles moet transparant zijn en de administratie is het hoogste goed geworden.

In de kantines van deze instellingen vallen nu de mannen in pakken op, zonder achtergrond in de zorg, die zijn ingehuurd om zorgpaden vorm te geven. Wanneer een cliënt binnenkomt in zo’n zorgpad, dan staat al vast hoe het traject er uitziet en vooral wat dit op het einde bij de kassa opbrengt. De diagnose zelf – in de regel een beperkte classificatie in termen van de DSM - staat niet ter discussie. In plaats van in te grijpen op het psychisch krachtenspel dat ten grondslag ligt aan een klacht, houden de grote ggz-instellingen zich met name bezig met het helpen van mensen om hun neurose onder de vlag van een DSM-etiket verder onder controle te krijgen. Behandelingen staan zo steeds meer in het teken van het beheersen; door steeds verder uitwerkte gedrags- en cognitieve strategieën wordt de aandacht afgeleid van al die emotionele en driftmatige thema's die hun psychoneurose funderen.

Oorzaak één: onervaren krachten doen specialistisch werk

De oorzaak van dit overgecontrolleerde regelsysteem is tweeledig. Enerzijds hebben we te maken met wederom een gedaanteverwisseling binnen de ggz. De instellingen gingen het bedrijfsleven achterna met fusies, overnames, uitbreidingen, nieuwe zonen en dochters. De marktwerkingskoorts kreeg ze goed te pakken. Na een sterke groei gedurende de afgelopen tien jaar, hebben enkele fors uit de kluiten gewassen instellingen op het gebied van de geestelijke gezondheidszorg het momenteel in financieel opzicht erg moeilijk: er vallen veel ontslagen en sommigen sparen het uit de kluiten gewassen management niet. Mede hierdoor worden er zeer onervaren krachten in deze specialistische zorg ingezet, die zelfs intakes doen en veel te veel verantwoordelijkheid dragen. De vaardigheden die voor dit werk noodzakelijk zijn, zoals het kunnen voeren van een diepgaand gesprek met een cliënt over diens gevoelens en fantasieën inzake seksualiteit, agressie en narcisme, zijn bij het gros van de ruim 14.000 gz-psychologen en ruim 2000 psychiaters niet (meer) courant. Deze crisis heeft ten dele te maken met de financiering, marktwerking en het beleid van politici en verzekeraars.

Oorzaak twee van de controlezucht: evidence based onderzoeken

Belangrijker nog, is de invloed van onderzoekspsychologen op de manier van denken binnen het werkveld. Deze academici zijn verknocht aan de natuurwetenschappelijke aanpak in hun onderzoeksmethoden en houden zich verre van dieptepsychologische inzichten van hun filosofisch geïnspireerde voorgangers. Zij geven vorm aan een empirische onderzoekspraktijk met maximale controle van alle variabelen en metingen via zelfbeoordeling aan de buitenkant, en de producten uit deze onderzoeken worden vervolgens aanbevolen voor clinici. Deze ‘evidence based’ onderzoeken, zoals ze worden aangeprezen, zijn gericht op controle en beheersing van alle gedragsvariabelen.

Deze neurotische stijl wordt beloond door publicaties in Engelstalige tijdschriften (waarin je zonder de DSM-etiketten je artikel niet kwijt kunt). De onderzoekspsychologen, met zelf geen of beperkte klinische ervaring, zijn volkomen - in termen van Peter Sloterdijk - getemd en aangepast aan het academisch psychologisch paradigma waarin diepgaande en samenhangende kennis over het wezen van de mens zijn weggefilterd. Het protocol is zo opgesteld dat de jongste bediende het werk kan doen.

Daar waar de protocollen onvoldoende werkzaam zijn, wordt de behandeling aangevuld met psychofarmaca die bij psychische stoornissen niet voor genezing zorgen maar de cliënt enkel helpen de neurotische stoornis onder controle te houden. Neurotische symptomen, maar ook meer ernstige klachten, verliezen hun bestaansrecht echter pas als deze mensen worden geholpen om te voelen, hun controle los te laten van hetgeen tot dan toe werd weggedrukt en dit opnieuw in hun persoonlijkheid vorm te geven.

Er moet weer ruimte komen voor psychotherapie

Als de ggz-instellingen weer op een goede manier neurotische stoornissen willen behandelen, dan zal er weer ruimte gemaakt moeten worden voor psychotherapie. En door moderne ontwikkelingen kunnen deze tegenwoordig ook heel kort en efficiënt plaatsvinden. Daarnaast kan een echt specialistische ggz pas verrijzen zodra er uit de as van de grote instellingen regionaal vormgegeven, kleine flexibele teams ontstaan die teruggrijpen op Europese denkwijzen in de klinische psychologieénpsychiatrie. In deze teams wordt al het effectonderzoek naar psychologische interventies serieus genomen maar niet gekopieerd als behandelmethodiek. Er bestaan geen afdelingen waarin alleen angststoornissen of depressies worden behandeld, maar wel de onderliggende samenhang. De intake – het eerste gesprek – wordt niet gedaan door een iemand in opleiding maar door de meest ervaren krachten zodat er niet meer zoveel geschoven hoeft te worden met de cliënt.

Prof. dr. Jan Derksen is klinisch psycholoog.

Dit artikel is 3019 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (3)

  1. Controle is zekerstellen van werk binnen de muren van de GGZ… met een verhoogd risico van zelfmoorden, weinig inbreng om werkkracht op arbeidsmarkt terug te voeren, té lange trajecten dus te duur.
    Ik pleit voor kleine ambulante therapieplaatsen buiten de muren.

  2. Ik zou daar nog een derde oorzaak van controle aan toe willen voegen, waardoor er nog meer afbreuk gedaan wordt aan hetgeen waar het werkelijk om draait, de zorg. Ik denk daarbij aan de eisen die gesteld worden van buitenaf aan de hulpverleners c.q. instellingen; certificeringen, metingen, ect. Veel te veel tijd en energie (en daarmee geld) gaan volgens mij tegenwoordig naar andere zaken dan de feitelijke zorg. Dit is een lastig onderwerp. Hoe bewaak je kwaliteit zonder hierin door te schieten? We moeten bezuinigen, maar de zorg wordt hierdoor wel alleen maar duurder terwijl het behandelaanbod alleen maar kleiner wordt. Ook hiervan wordt de cliënt/patiënt de dupe.

  3. In samenwerking met psychotherapie de optimale mix met ervaringsgerichte therapieën als PMT en vaktherapie beeldend en muziek.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.