Op dit moment wordt de Participatiewet herzien. Het kabinet heeft voor het zomerreces in 2024 het wetsvoorstel Participatiewet in balans naar de Tweede Kamer gestuurd en er loopt een traject naar een meer fundamentele herziening van de Participatiewet. Het Sociaal en Cultureel Planbureau sprak in twee gemeenten met gemeentelijke beleidsmedewerkers/afdelingshoofden, klantmanagers en bijstandsgerechtigden die (nog) niet betaald kunnen werken. De interviews gingen over hun ervaringen met de ondersteuning in de bijstand.
‘We hebben mensen die zwaar verslaafd zijn. Die zie ik nou niet direct aan het werk gaan’
Daarnaast zijn focusgroepen gehouden met mensen uit deze drie groepen uit andere gemeenten. Ons rapport Vertrouwen in de bijstand bevestigt het belang van een fundamentele herziening van de Participatiewet.
Betaald werk niet altijd realistisch
Gemeenten hebben de taak bijstandsgerechtigden aan betaald werk te helpen, zodat ze geen uitkering meer nodig hebben. Tegelijkertijd zeggen gemeenten én bijstandsgerechtigden zelf dat dit voor een deel van de bijstandsgerechtigden niet realistisch is. Naar schatting kan ongeveer een derde van de mensen met een bijstandsuitkering nu niet betaald werken, maar op termijn wel. Nog eens een derde daarvan kan dat ook op termijn niet (NLA 2022). De sterke focus op betaald werk in de Participatiewet lijkt voor deze twee groepen averechts te werken.
Een afdelingshoofd vertelde: ‘We hebben mensen die zwaar verslaafd zijn. Die zie ik nou niet direct aan het werk gaan. Je hebt ook mensen bij wie, als ze aan het werk zouden gaan, het alleen maar nog meer ellende met zich mee zou brengen. Je hebt ook gewoon mensen die je beter niet kan belasten met werken.’
Voor sommigen is zelfstandig boodschappen doen of een keer koffiedrinken in het buurthuis het hoogst haalbare
Het zou goed zijn als de nieuwe Participatiewet beter zou aansluiten bij een bredere ondersteuningsbehoefte naar maatschappelijke participatie of een betere kwaliteit van leven. Het onderzoek onderschrijft daarmee de verbreding van de doelstelling van de Participatiewet van betaald werk naar maatschappelijke participatie, zoals voorgesteld in het wetsvoorstel Participatiewet in balans.
Gemeenten doen al veel
Uit het onderzoek blijkt dat de uitvoering van de Participatiewet in praktijk zich nu ook al richt op veel meer dan alleen toeleiding naar werk of maatschappelijke participatie (zoals vrijwilligerswerk). Zo is ondersteuning soms gericht op de aanpak van problemen op het gebied van gezondheid, wonen, schulden of de thuissituatie.
Interviews met beleidsmedewerkers, klantmanagers en bijstandsgerechtigden laten zien dat ondersteuning vaak gaat om verkleinen van de draaglast en het vergroten van de draagkracht. Zo is voor sommige mensen weer zelfstandig boodschappen doen of een keer koffiedrinken in het buurthuis (voorlopig) het hoogst haalbare.
Een klantmanager: ‘Ik denk dat het niet alleen de taak is om samen met de inwoner te kijken naar: wat heb je nu nodig om uit te stromen naar werk? Nee, wat heb je nodig om ervoor te zorgen dat je kan leven?’
Als er een krappe basisverzekering is, regelen klantmanagers gebitsrenovaties of andere zorg
Problemen elders in de keten van hulpverlening verzwaren de taak van de uitvoerders van de Participatiewet. Als er bijvoorbeeld in de ggz of bij bewindvoering wachtlijsten zijn, moeten de klantmanagers de situatie van een bijstandsgerechtigde in de tussentijd stabiel zien te houden. Als er een krappe basisverzekering is, regelen klantmanagers gebitsrenovaties of andere zorg. De problemen in de bijstand zijn daarom niet alleen in de Participatiewet op te lossen, maar betreffen brede stelselvraagstukken.
Klantmanagers worstelen met kaders
Klantmanagers die de Participatiewet uitvoeren, worstelen met de regelgeving van de huidige Participatiewet. Strikt de regels volgen maakt de situatie voor mensen in de bijstand soms alleen maar erger, vinden zij. Zij proberen dan uitzonderingen te maken op de regels en maatwerk te leveren. Maar dit kost hen veel tijd en energie, bijvoorbeeld om financiering te zoeken voor ondersteuning die afwijkt van de standaard. De randvoorwaarden waarbinnen de uitvoering moet werken zouden in de nieuwe Participatiewet dan ook beter moeten aansluiten bij de uitvoeringspraktijk.
Het risico is dat kostbare instrumenten worden ingezet die niet aansluiten bij problemen van een bijstandsgerechtigde
Een klantmanager: ‘Ik heb een cliënt die een heel nieuw gebit moet, een prothese. Dan moet je dus al die potjes af om te kijken: oké, waar kan dat uit vergoed worden, en ook geen genoegen nemen met ‘nee’. Door blijven gaan totdat je je doel hebt bereikt. Uiteindelijk heeft het een half jaar geduurd.’
Vertrouwen winnen
Uit het onderzoek blijkt dat er vaak sprake is van wederzijds wantrouwen tussen de overheid en bijstandsgerechtigden. Het gebrek aan vertrouwen hindert de weg naar passende ondersteuning. Klantmanagers moeten veel tijd steken in het winnen van vertrouwen, om de hulpbehoefte in kaart te kunnen brengen. Zonder vertrouwen vertellen mensen niet over de omstandigheden die maken dat zij de bijstand nodig hebben, ook vanwege gevoelens van schaamte. Het risico is dan dat er soms kostbare instrumenten worden ingezet die niet aansluiten bij de problemen van een bijstandsgerechtigde.
De oorzaak van het wantrouwen ligt volgens het onderzoek in het wantrouwen van de overheid naar bijstandsgerechtigden. Wil de overheid het vertrouwen versterken, dan zal het mensbeeld achter het Participatiewetbeleid herzien moeten worden. Dat mensbeeld gaat ervan uit dwang en drang nodig zijn om mensen betaald te laten werken.
Verplichtingen en sancties
Daarnaast heeft de Participatiewet zowel een ondersteunende als handhavende rol. De wet gaat niet alleen gaat over het ondersteunen van mensen die het zelf niet redden, maar ook over het opleggen van verplichtingen en sancties. De overheid voorziet weliswaar in een uitkering, maar de controle dringt ook diep door in het persoonlijke leven van mensen. Soms zodanig dat mensen niet meer bij iemand durven te gaan eten of als vrijwilliger te werken, terwijl meedoen juist het doel van het beleid is.
‘Je wordt gezien als misschien wel een halve crimineel’
Een bijstandsgerechtigde vertelt: ‘Wij moeten ervan uitgaan dat de mens te vertrouwen is, tenzij er aanwijzingen zijn, duidelijke aantoonbare aanwijzingen, dat iemand sjoemelt of rotzooit, maar niet andersom. Maar je wordt gezien als misschien wel een halve crimineel.’
Uit het onderzoek komt het beeld dat gemeenten eerder ondanks dan dankzij de Participatiewet passende ondersteuning bieden. Het zou helpen als een nieuwe Participatiewet zich richt op bredere participatie en kwaliteit van leven, een betere aansluiting van de kaders bij de uitvoeringspraktijk, en vertrouwen als basis heeft.
Patricia van Echtelt, Peggy Schyns en Evelien Eggink zijn werkzaam bij het Sociaal en Cultureel Planbureau. Dit artikel is gebaseerd op een gedeeltelijke weergave van het SCP-rapport Vertrouwen in de bijstand dat op 5 november 2024 verscheen.
Foto: Sora Shimazaki via Pexels.com