INTERVIEW Energieke vrouwen in Amsterdam Zuidoost: aan een schouderklopje hebben ze meestal genoeg

Jeanette Eleonora (zie foto) en Alida Landbrug zorgden er als ‘selforganizers’ voor dat twee serviceflats voor senioren in Amsterdam Zuidoost een stuk leefbaarder werden. Twee energieke en zelfbewuste dames, die professionals ook hard nodig vinden, al is het maar zodat deze af en toe een schouderklopje kunnen uitdelen.

Koornhorst, een serviceflat voor 55-plussers uit diverse groepen en culturen, van wie veel van Surinaamse en Antilliaanse afkomst, is gelegen in een vernieuwd deel van Amsterdam Zuidoost. In het gebied waar eerst enorme flatgebouwen het uitzicht domineerden, staan nu vooral laagbouwwoningen in wat steeds meer op een doodgewone nieuwbouwwijk begint te lijken. Aan de buitenkant van Koornhorst is weinig veranderd, binnen des te meer.

Het begint op de gang

We worden ontvangen door Jeanette Eleonora, een trotse Curacaose vrouw van zeventig jaar oud. De tafel is gevuld met heerlijke pasteitjes en gebak. Ze is die ochtend gevallen, heeft een fikse buil op haar hoofd, maar stond erop dat onze afspraak doorging. Eleonora is een van de gedreven initiatiefnemers van wat je de renaissance van Koornhorst zou kunnen noemen. Jarenlang heeft ze de achteruitgang met lede ogen aangezien. ’Totdat ik ruim een jaar geleden op Curaçao – ik was daar voor familiebezoek - hoorde dat er in Koornhorst een opstand was uitgebroken. De 24-uurs receptie zou worden opgeheven en de bewoners waren daar heel boos over. Angstig ook, want wie zou er straks nog toezicht houden?’

Eenmaal terug in Nederland bleek Rochdale, de verhuurder, de door de bewoners fel betwiste maatregel al te hebben doorgevoerd, tot groot chagrijn van bewoners. In opdracht van zorgorganisatie Amstelring organiseerden de sociaal ondernemers Birgit Oelkers en Irma Vroegop kort daarop ‘ganggesprekken’. Wat begon met het verbeteren van de sfeer in het huis, groeide uit tot een boost voor meer gemeenschapskracht.

Terwijl de thuishulp de ogen van Jeanette Eleonora druppelt, vertelt Birgit Oelkers: ‘We waren uitgenodigd om in gesprek te gaan met bewoners over wat ze met elkaar deelden of wilden delen. We zijn begonnen met ganggesprekken, we hadden daarvoor bij elke lift een mobiel terras neergezet, waar de voorbijgangers onder het genot van een kopje koffie en een taartje over hun ervaringen in Koornhorst konden vertellen. Uit de verschillende ganggesprekken zijn allerlei activiteiten voortgekomen en is vooral het onderlinge contact tussen de bewoners versterkt. Tijdens een bijeenkomst waar bewoners ideeën met elkaar deelden, zei mevrouw Eleonora dat het allemaal anders moest in Koornhorst.’

Buurvrouw, alles goed?

Jeanette Eleonora, de ogen inmiddels bedruppeld, knikt instemmend en vervolgt zorgvuldig formulerend: ‘Na de bijeenkomst waar Birgit over sprak, heb ik de mensen van mijn gang uitgenodigd, heb ik overal aangebeld, om bij mij thuis op een donderdagmiddag tussen vijf en zeven, te praten over wat wij zelf konden doen om de sfeer te verbeteren en om het wegvallen van de 24-uurs receptie op te vangen. Het werd laat die donderdag, er kwamen maar liefst achttien mensen en de laatsten vertrokken pas om half 1 ’s nachts. Het was gezellig, vier mannen hadden een glaasje teveel gedronken, én nuttig. We hebben toen onder meer afgesproken om elkaar te steunen en bij te staan, en meer op elkaar te letten. Je moet weten, veel mensen zien hun kinderen niet vaak, bijvoorbeeld omdat ze in Suriname wonen.’

‘Ik heb toen de leus uitgesproken, union ta hasi forsa (saamhorigheid geeft kracht), die veel bewoners zich inmiddels eigen hebben gemaakt. Sindsdien is er veel veranderd, mensen die zich tot voor kort in hun appartement opsloten, komen nu weer naar buiten, doen mee aan de rollatorgroep - de rollende doorzetters -, spelen in de koersbalgroep, doen mee met de haakclub, of zijn lid van de Antilliaanse dansgroep hier in huis. En buren vragen elkaar of het goed gaat, of ze ergens hulp bij nodig hebben. Natuurlijk, een enkeling wil er niets van weten, dat moet ook kunnen.’

‘Omdat we soms last hebben van indringers, hebben bewoners van het hele huis, dus niet alleen van de eigen gang, een nachtgroep geformeerd van zo’n 7 bewoners die vanaf half elf ’s avonds tot half drie ‘s nachts toezicht houdt op het bezoek en op bewoners die “een beetje verloren gaan”. Dat gebeurt in nauwe relatie met de beveiligers die er ’s nachts rondlopen en bij calamiteiten met de politie. En dat werkt, het aantal insluipers is aanzienlijk gedaald.’

Over huurverhogingen zullen we het altijd oneens blijven

Alsof ze niet al genoeg doet, is Jeanette Eleonora tevens lid van de bewonerscommissie. De commissie komt op voor de belangen van de bewoners versus verhuurder, zorginstelling en gemeente. ‘Het woord versus vind ik ongelukkig gekozen want ik heb de woonbegeleiders van Amstelring vanaf het begin gezegd dat het de wens van de bewonerscommissie is dat we met alle partijen willen samenwerken, we zijn er immers allemaal voor de bewoners. Met grote trots kan ik zeggen dat we elkaar hebben gevonden en nauw met elkaar samenwerken. Dat wil overigens niet zeggen dat we het altijd eens zijn, over huurverhogingen zullen we het waarschijnlijk altijd oneens blijven.’

Nadat ze ons bijna gemaand heeft nog wat te eten, vervolgt ze: ‘Hoewel we al veel vorderingen hebben gemaakt, kan de samenwerking tussen bewoners en instanties en tussen bewoners onderling altijd beter. Meestal is een schouderklopje goed genoeg, maar als we iets groots willen organiseren, dan is financiële of andere materiële steun soms nodig. Maar ik wil vooral dat zwart en wit beter met elkaar leren omgaan. Op de folkloristische dansavond bijvoorbeeld zitten de zwarte bewoners hier en de witte bewoners daar: ik heb de dansleraar gevraagd om ze voortaan door elkaar te zetten.’

Door grotere verschillen tussen groepen dichter bij de zwarte bewoners gekomen

Alida Landbrug
Alida Landbrug

Waar Jeanette Eleonora behalve kracht ook rust uitstraalt, is Alida Landbrug een en al strijdlust en gedrevenheid. Landbrug is een gedreven Surinaamse vrouw die de bewoners van De Drecht, een serviceflat voor senioren in Holendrecht, een andere buurt van Amsterdam Zuidoost, ondersteunt in hun strijd tegen ongelijkheid en onrecht.

‘Ik ben opgegroeid in Suriname en gewend aan het samenwonen met (groot-)ouders, broers, zussen, ooms, tantes, neven en nichten. Toen ik in de jaren ‘80 in Nederland kwam wonen, stonden de mensen verder van elkaar af dan ik in Suriname gewend was, maar de afstand was wel stukken kleiner dan nu. In de loop der jaren is het verschil tussen zwart en wit, jong en oud, man en vrouw en rijk en arm alleen maar toegenomen. Door die grotere verschillen ben ik door mijn werk als hulpverleenster, en door mijn identiteit, steeds dichter bij de zwarte bewoners gekomen en wil ik hen nog meer tot steun zijn.’

‘Toen de actiefste bewoner van De Drecht, Marleen Kamperveen, me ruim een jaar geleden vroeg of ik haar wilde ondersteunen bij een actie tegen een voorgenomen huurverhoging zei ik dan ook meteen ja. Samen hebben we de bewoners bij elkaar geroepen en iemand van het Amsterdams Steunpunt Wonen in Amsterdam Zuidoost gevraagd om hen te informeren over de huurverhoging en over de mogelijkheid een bezwaar in te dienen. Door het gesprek aan te gaan met verhuurder Stadgenoot hebben de bewoners het denken over de huurverhoging op een ander niveau gebracht. We hebben bijvoorbeeld de vraag gesteld wie er het meeste last van zou hebben als de huur inderdaad omhoog zou gaan: de huurder of de verhuurder? De laatste lijdt immers ook schade als mensen door hogere woonlasten onder de armoedegrens duikelen. Het gesprek over de huurverhoging is nog niet beëindigd, wel hebben we al voor elkaar gekregen dat de servicekosten voor vrijwel alle bewoners flink zijn verlaagd. Dat is vooral te danken aan de bewonerscommissie.’

Vrijwilligers zijn geen werkverschaffers, maar verbinders

‘De bewoners leven nog te veel langs elkaar heen, en weten weinig van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Armoede en niet weten waar je moet zijn voor beugels in je toilet: het speelt in beide huizen. Het zijn zaken waarmee de bewoners dagelijks worden geconfronteerd, en waar ze vaak geen oplossing voor weten. En dan is er dat nare verschil tussen zwart en wit. Als zwart in de bar zit, komt wit niet opdagen. Bij mooi weer blijft wit net zo lang in de tuin zitten totdat het voor zwart geen zin meer heeft. Marleen Kamperveen organiseert themadagen, leesavonden, busreizen, informatiebijeenkomsten in De Drecht en wat al niet om witte en zwarte bewoners dichter bij elkaar te brengen. Dat doet ze samen met Carla, een sterke witte vrouw in de bewonerscommissie. Vanuit die rol zocht ze contact met professionals Irma en Birgit, maar pas nadat de bewoners zelf hadden duidelijk gemaakt dat ze onder andere van die etnische scheiding en de vereenzaming van bewoners af wilden’.

Ook de scheiding tussen formele instanties, professionals en bewoners/vrijwilligers vindt Alida Landbrug vervelend. ‘Ik merk geregeld dat professionals via vrijwilligers een ingang proberen te krijgen bij de bewoners en vervolgens ter plekke een oplossing bedenken. Bewoners en vrijwilligers zijn er echter niet bij gebaat als professionals werken vanuit de cultuur van hun organisaties. In plaats van ons als werkverschaffers te beschouwen, moeten de professionals en hun organisaties meer waardering tonen voor ons werk. Moeten zij scherp in oog houden dat de bewoners eigenaar van het probleem zijn, dat de vrijwilligers hen ondersteuning kunnen bieden bij de oplossing ervan en dat professionals en instanties dingen vooral mogelijk moeten maken. Misschien is vrijwilliger hier niet het juiste woord, en kunnen we beter spreken over verbinder. Wij - Jeanette Eleonora, Marleen Kamperveen en ik – verbinden twee verschillende werelden, die van bewoners en die van professionals, instanties en overheden, maar ook van wit en zwart. En daarvoor krijgen we, zoals Jeanette Eleonora zojuist terecht opmerkte, af en toe graag een schouderklopje.’

Jeanette Eleonora en Alida Landbrug doen samen met Marleen Kamperveen mee aan het Nationaal Laboratorium ‘Burgers, beleidsmakers en buitenlui’ op 6 november. Birgit Oelkers is hoofdlaborant in de middagsessie met hen.