INTERVIEW Hardnekkige mythes rond misbruik werken seksueel geweld in de hand

In haar boek ‘Alleen ja telt’ ontkracht de Vlaamse pedagoog en expert seksueel geweld Liesbeth Kennes de hardnekkige mythes die bestaan rond misbruik. “Mag bij seks de lat alstublieft iets hoger liggen?”

 

Uw boek ontkracht de mythes rond seksueel geweld. Waarom schreef u dit boek?

Er is een gebrek aan kennis over dit onderwerp in de samenleving. Ik zat zelf ook met een heleboel vragen en begon antwoorden te vinden. Die wilde ik delen. We veronderstellen dat we van veel dingen weten hoe het zit. En dat heeft soms grote gevolgen. Een advocaat van een verdachte vraagt waarom een slachtoffer niet gewoon opstond, wegging en de politie verwittigde. Dan hadden zij meteen kunnen komen. De advocaat van het slachtoffer weet hier vaak het antwoord niet op.

© Sociaal.Net/Lisa Develtere

Wat is de meest hardnekkige mythe?

Dat is de mythe van de onbekende verkrachter die op een gewelddadige manier iemand ’s avonds in het donker overmeestert. Het slachtoffer spartelt. Dit is de basismythe. Heel veel andere stereotypen vloeien hieruit voort. Bijvoorbeeld dat slachtoffers pas geloofwaardig zijn als ze zich verdedigen. Of dat een verkrachting met geweld erger is dan een verkrachting waarbij de dader geen geweld gebruikt. Deze voorvallen worden ook vaker en breder uitgesmeerd in de pers. Al horen we de laatste tijd regelmatiger verhalen over verkrachting door bekenden, toch blijft dat beeld van de onbekende verkrachter bestaan. 

Voelt u dat er sommige mythes zijn die steeds vaker doorprikt worden?

Veel dingen die ik schrijf zouden eigenlijk niet nieuw mogen zijn. Toch zie je dat de mythes blijven bestaan. Er zullen wel al veel mensen zijn die weten dat de meeste slachtoffers niet liegen. Ik denk ook dat het feit dat pedofielen niet noodzakelijk pedoseksueel gedrag plegen stilaan begint door te dringen. Voor velen was dit nieuwe informatie. Je merkt dat aan de reacties op sociale media. Zo zie je dat media-aandacht voor bepaalde thema’s belangrijk is.

Wat is de impact van de mythes?

Ze hebben een impact op de slachtoffers. Er zijn bijvoorbeeld slachtoffers die zich fysiek verdedigen. Maar er zijn er heel veel die dat niet kunnen. Het probleem is dat als je verwacht dat ze dat doen, je op voorhand al één op twee slachtoffers niet erkent. Hetzelfde geldt voor verkrachtingen zonder geweld of door een dader waar ze voorheen al eens vrijwillig seks mee hadden. Een vonnis door een rechter die oordeelt dat het niet om verkrachting gaat, is voor het slachtoffer afgrijselijk. Maar de mythes hebben ook een impact op plegers.

Hoezo? Kan u een voorbeeld geven van wanneer een mythe een impact op daders heeft?

Als je in de media ziet dat kindermisbruik wordt gepleegd door types als Dutroux, die kinderen fysiek overmeesteren, kidnappen en gruwelijk misbruiken dan zal de vader die zijn dochter misbruikt door grooming[i] zich niet herkennen als misbruikpleger. Hij is namelijk een nette man, zonder strafblad met een baan en een gemaaid gazon. Een man die aandacht besteedt aan het huiswerk van de kinderen.

U schrijft dat de stereotypen seksueel geweld in de hand werken.

Hoe meer je in stereotype denkbeelden rond seksueel geweld gelooft, hoe groter de kans dat je zelf feiten zal plegen. Er is hier veel onderzoek rond gebeurd in de Verenigde Staten. Universiteitsstudenten die aangeven dat ze wel eens een partner dwongen tot seks, denken vaker in stereotypen over mannen en vrouwen. Ze geloven ook meer in de mythes dat wie een kort rokje draagt erom vraagt of dat het oké is om seks te hebben met iemand die heel dronken is.

Welke mythe is het meest schadelijk?

Het woord ‘verkrachting’ en de lading die daar aanhangt. Als ik tegen je vertel dat een bepaalde vrouw verkracht werd, heb je daar direct een beeld bij van wie de pleger en het slachtoffer zijn en hoe zij zich hebben gedragen. Dat beeld klopt meestal niet. Dat zie je ook wanneer in onderzoeken de vraag gesteld wordt: “Heb je ooit iemand zonder toestemming gepenetreerd?” Doordat het woord ‘verkrachting’ niet valt, valt die lading weg, en antwoorden meer respondenten ja. Terwijl het om hetzelfde gaat.

Wat hoopt u te bereiken met dit boek?

We leven allemaal met stereotypen. Dat is menselijk. Het probleem is niet dat stereotypen bestaan, maar wel dat het wordt gezien als het enige juiste en dat al het andere er aan wordt afgemeten. Dat wil ik doorprikken.

Wie moet zeker uw boek lezen?

Het klinkt cliché, maar het boek is voor iedereen bedoeld. Het gaat over een sociocultureel issue dat ons allemaal raakt. Alleen heeft de mening van een fabrieksarbeider over zedenfeiten een minder grote impact dan de mening van een rechter. De recente uitspraak van een rechter in een zaak waarbij een radio-dj in Gent een vrouw verkrachtte en geen celstraf kreeg, laat goed zien dat ook het denken en spreken van intelligente mensen bol staat van stereotype denkbeelden.

En kunnen slachtoffers ook iets aan uw boek hebben?

Ja. Die mythes spelen in de verwerking van wat er gebeurd is ook een grote rol. Als slachtoffers van verkrachting verantwoordelijk worden gemaakt voor wat hen overkwam, zullen ze hun eigen ervaringen ook niet als verkrachting benoemen. Hoe kan je nu naar iemand toegaan, er wat mee flirten en dan plots per ongeluk verkracht worden? Mensen vatten dat niet. Maar veel slachtoffers snappen dat ook niet. Ik heb mijn boek laten nalezen door slachtoffers. Een van hen had na de feiten nog lieve sms’jes gestuurd naar de dader en was bezorgd over zijn scheiding. In het boek haal ik de mythe dat een echt zedenslachtoffer nadien per definitie overstuur is onderuit. Ik leg ook uit hoe het komt dat dat soms niet zo is. Ze vertelde mij dat ze nu eindelijk begrijpt waarom ze zo reageerde.

U was een van de oprichters van Wij Spreken voor Onszelf, een platform waar slachtoffers en overlevers van seksueel geweld hun verhaal kunnen delen.

Het meest schadelijke aan seksueel geweld is vereenzaming. Het feit dat iemand volledig alleen komt te staan. Dat proberen we te doorbreken. Dat gaat vaak stapsgewijs. Slachtoffers sturen, soms op aanraden van hun psycholoog, hun verhaal via mail. Bijna altijd met de vraag of wat ze meemaakten wel erg genoeg is. Zelfs bij de meest afgrijselijke verhalen. De erkenning die ze krijgen via het platform geeft hen vaak de moed om hun verhaal aan een vriend te vertellen. Zo wordt beetje bij beetje die eenzaamheid doorbroken.

Mensen kunnen ook anoniem hun verhaal delen?

Bij ‘Wij Spreken voor Onszelf’ kiezen mensen zelf hoe ze hun verhaal delen. Vaak is dat een tekst, soms collages of gedichten. Soms vanuit een bepaalde invalshoek, zoals iemand die een tekst heeft geschreven over seksualiteit na misbruik. Een stem of verhaal kan je niet stroomlijnen. Het moet juist voelen. Mensen zijn terecht bang om gestigmatiseerd te worden. Voor journalisten ben je ofwel een sterke overlever ofwel een slachtoffer. In de praktijk ben je beide. Wat overheerst hangt af van het moment.

© Sociaal.Net/Lisa Develtere

U noemt seksueel geweld een uitgezaaide kanker en een kwestie van volksgezondheid. Wat is het belangrijkste dat er nu moet gebeuren?

Er moet een cultuurverandering komen. De vraag is hoe je die tot stand brengt. In Zweden verandert binnenkort de wet waardoor je pas seks mag hebben nadat iemand expliciet ‘ja’ gezegd heeft. Het idee is dat de wet de samenleving dan zal vormen. Daar ben ik het niet mee eens. Ook opvoeding, onderwijs, cultuur, rechtspraak en de media vormen onze samenleving. Het is supercomplex. Maar hoe meer we erover praten, hoe meer er verandert.

Moeten hulpverleners slachtoffers aanraden om aangifte te doen?

Als een slachtoffer geen aangifte wil doen, moet dat niet. Het moet hen wel worden aangeboden. Zeg als hulpverlener: “Als je naar de politie wil, zal ik meegaan. Als je naar het ziekenhuis wil, zal ik met je meegaan. Als je dat niet wil doen, is dat niet erg.” De grootte van het netwerk van het slachtoffer is van groot belang. Zijn er mensen die hen steunen?

Mensen vragen me soms of ik naar de politie zou gaan als me nu iets zou overkomen. Om eerlijk te zijn, ik weet het niet. De vraag is in wiens voordeel het is. Soms is het in het voordeel van het slachtoffer, maar soms is het een heel lang proces dat veel schade veroorzaakt, zelfs als het tot een veroordeling leidt. Als de advocaat van de pleger zegt dat je liegt bijvoorbeeld.

Is het niet in het belang van de samenleving als de pleger in de gevangenis zit?

Als samenleving heb je het nodig dat mensen aangifte doen, maar een aangifte doen, betekent niet dat die persoon in de gevangenis belandt. 13,5% van de aangiftes leiden tot een veroordeling. Een groot deel van die veroordelingen zijn eigenlijk opschortingen, voorwaardelijke straffen. Tegen een aantal mensen moet de samenleving beschermd worden. Die mogen niet meer vrijkomen. Dutroux had al verschillende veroordelingen voor zedendelicten. Zo zijn er nog meer.

Dus we zijn eigenlijk niet streng genoeg?

Soms niet. Maar omgekeerd denk ik dat er vaak gevallen zijn waarbij je je kan afvragen wie er gebaat is bij een celstraf. Wat heeft een slachtoffer aan een dader die de schadevergoeding niet kan betalen omdat hij tien jaar naar de gevangenis moet? Moeten gaan werken, je slachtoffer elke maand afbetalen, confronteert je misschien meer met wat je gedaan hebt.

Waarom koos u voor de titel ‘Alleen ja telt’?

In onze samenleving gaan we ervan uit dat zolang iemand niet ‘nee’ zegt, het ‘ja’ betekent. Mag bij seks de lat alstublieft iets hoger liggen dan ‘geen verkrachting’ volgens de letter van de wet? Als je er enkel van uit gaat dat alles oké is tenzij iemand aan de handrem trekt, loop je minder kans om een blauwtje te lopen. Daar zit iets mis in onze cultuur. We zijn banger om een blauwtje te lopen dan om over iemand anders zijn grens te gaan.

Bedoelt u hier dat er altijd letterlijk het woord ‘ja’ uitgesproken moet worden?

Nee. Het is gemakkelijker wanneer die verbaal en heel duidelijk gecommuniceerd wordt, maar dat is niet altijd nodig. Zeker wanneer je iemand lang kent. De vraag is ook wat je juist verstaat onder ‘ja’. Het is bijvoorbeeld ook seksueel geweld wanneer iemand eerst ‘nee’ zegt, maar de ander toch aandringt: “Vorige week wilde je ook al niet. Daarom zijn we toch niet getrouwd?” Tot er uiteindelijk toch een ‘ja’ volgt of het slachtoffer gewoon stopt met ‘nee’ zeggen. Dat is juridisch geen verkrachting maar dat maakt het niet oké.

Welke betekenis heeft die ‘ja’ nog wanneer een van de twee personen macht heeft over de ander?

Een scheve machtsbalans wil niet per se zeggen dat er niets mag gebeuren tussen twee mensen. Ook dan kan een enthousiaste ‘ja’ nog altijd. De vraag is of de mogelijkheid om ‘nee’ te zeggen nog bestaat.

Er is moet een cultuurverandering plaatsvinden, zegt u. U schrijft in je boek dat er telkens golven van schandalen zijn en dat iedereen dat nadien weer vergeet. Is het nu anders? 

Ja. De aangehouden aandacht komt doordat er steeds nieuwe verhalen blijven opduiken. Heel veel mensen zien #MeToo als een beginpunt, maar het is al veel langer aan de gang. Er was Vangheluwe, #ZegHet en na Trumps ‘Grab ‘em by the pussy’-opmerking waren er miljoenen tweets die zeiden waarom dit #NotOK was. Ik vraag me soms wel af of we mensen aan de schandpaal kunnen nagelen voor iets wat heel veel mensen doen en wat door veel mensen als normaal wordt gezien.

Sommige mannen reageren dat ze niet meer durven flirten.

Er zijn mannen die nu bang zijn dat wat voor hen normaal is niet normaal is voor de ander. Die bekommernis is terecht. Een universiteitsstudente vertelde me dat een jongen in het studentencafé zijn handen op haar billen legde. Toen ze vroeg waarom hij dat in godsnaam deed, zei hij dat hij wilde ‘scoren’. Hoe kan je nu denken dat je zo een meisje zal verleiden? Hij weet duidelijk niet wat flirten betekent. Het idee leeft dat vrouwen heel ingewikkeld zijn, terwijl dat niet zo is. Mannen begrijpen non-verbale signalen ook. Alleen zegt de samenleving dat je er geen rekening mee moet houden.

Klopt het beeld dat van mannen opgehangen wordt?

Ze zijn zogezegd rationeel en beheerst tot ze opgewonden zijn. Dan verliezen ze alle zelfcontrole. Dat is natuurlijk heel reductionistisch. Ik vraag me eigenlijk af waar die mannenbeweging blijft die zegt: “Wat denken jullie wel? We hebben wel meer zelfcontrole dan dat!” Als ik een man was, dan zou ik me aangevallen voelen.

Lisa Develtere is redacteur bij Sociaal.Net. Helen Blow is expert bestrijding van geweld & misbruik op de eerste lijn. Dit artikel verscheen eerder op sociaal.net

 Foto’s: Sociaal.net/Lisa Develtere

[i] Grooming is de psychologische stapsgewijze manier waarop de meeste kindermisbruikers die kinderen misbruiken die ze kennen te werk gaan. Liesbeth Kennes schreef samen met Tie Veldeman het prentenboek ‘De spin en de vlieg’ over grooming.