Ljoeba: ‘Dit is niet te vergelijken met wat er in Oekraïne zelf gebeurt’
Terwijl ze thee en lekkere koekjes op tafel zet, vertelt Ljoeba (39) hoe pessimistisch ze is over de situatie. Ze probeert haar contacten in te zetten om kennissen in de Oekraïense stad Odessa te helpen naar Polen te vluchten. Het is het enige wat ze kan doen.
‘Ik voel me erg slecht, ik leef van dag tot dag, het is gewoon verschrikkelijk,’ antwoordt Ljoeba als ik vraag hoe het met haar gaat. ‘Maar wat ik voel is niks vergeleken met wat er in Oekraïne zelf gebeurt’, benadrukt ze. ‘Maar het feit dat wij dat doen, is gewoon niet om voor te stellen. Mijn Moskouse vrienden zijn helemaal kapot.’ Veel van hen waren al vertrokken, maar door deze oorlog verlaten steeds meer jonge mensen het land. ‘Armenië, Georgië en Turkije zitten vol met Russen. Die gaan weg omdat ze vrezen voor de economische gevolgen, maar ook uit angst dat het een Noord-Korea wordt, ze zijn bang dat je nooit meer ergens naartoe kunt.’
Ze heeft geen last van anti-Russische sentimenten in Nederland. ‘Ook omdat ik met mensen omga die begrijpen dat het niet aan mij ligt wat er in Oekraïne gebeurt.’
Ljoeba verliet Rusland twintig jaar geleden voor studie in het buitenland en bleef voor de liefde in Nederland. Ze wil anoniem blijven. Hoewel ze niet weet of er vanuit Rusland gelet wordt op wat Russen in Nederland zeggen, is ze toch bang dat haar uitspraken over de oorlog haar 70-jarige moeder in Moskou in de problemen kunnen brengen.
‘Ik kan haar geen geld meer sturen. Ze heeft een miserabel pensioen en de laatste jaren heb ik haar boodschappen allemaal online besteld en vanuit Nederland betaald. Nu zijn die transacties [door de sancties – red.] niet meer mogelijk. Ze heeft een beetje spaargeld opzij gelegd waarmee ze zich nu net kan redden. ’
Haar moeder durft niet door de telefoon over de oorlog te spreken, bang om afgeluisterd te worden. Hoewel Ljoeba’s moeder niet in de propaganda gelooft, praten veel jongeren niet graag met hun ouders over de oorlog. ‘Ouderen geloven niet dat er een oorlog is. Ze denken dat de Russen de bevrijders zijn en de Oekraïners fascisten. In hun ogen is Rusland degene die goed doet. Ook intelligente mensen denken zo, maar dit is een soort psychologische zelfbescherming. Ze willen gewoon in het sprookje geloven.’
Jelena: ‘Ik ondersteun de oorlog omdat ik bang ben dat Poetin zal worden afgezet’
Ook Jelena (45 jaar) wil anoniem blijven. Ze is zes jaar in Nederland. Met haar Nederlandse man heeft ze voorlopig een ‘wapenstilstand’ afgesproken: praten over de oorlog in Oekraïne doen ze niet om de goede vrede thuis te bewaren. Natuurlijk hoopt ze dat deze oorlog zo snel mogelijk stopt. Tegelijkertijd kan ze de oorlog die haar land is begonnen niet veroordelen. Hoewel ze geen aanhanger van Poetin is en tegen de annexatie van de Krim was, denkt ze dat Poetin een logische reden moet hebben voor de inval. Wat die reden is, weet ze niet precies. ‘Heel Rusland was verbaasd toen deze oorlog begon. Maar ik ondersteun de oorlog, omdat ik bang ben dat Poetin anders wordt afgezet. Dan kan Rusland uiteenvallen net zoals Joegoslavië.’
Ze heeft geen directe ervaringen met russofobie en voelt zich zelfs gesteund door veel Nederlandse kennissen. Maar dat de kleuren van de Oekraïense vlag op veel plekken in Den Haag zichtbaar zijn, ervaart ze als bedreigend. ‘Mij bevalt het niet dat er overal geel-blauwe symbolen zijn. Dat is niet ongevaarlijk. Mijn kinderen zijn bang voor agressie omdat ze half Russisch zijn.’
Jelena heeft naast haar directe familie in Moskou, ook familie in Kyiv. ‘Zij in Oekraïne beschuldigen nu mijn familie in Moskou van de oorlog’.
Jelena zelf gelooft noch televisiebeelden, noch de krant: ‘Waarheid is het eerste wat sneuvelt in een oorlog’. Maar het Russische narratief dat volgens het Westen onderdeel is van de oorlogspropaganda, gelooft ze wel. ‘Ik las dat ze in Oekraïne met steun van de Verenigde Staten biologische wapens ontwikkelen.’
Jevgeni: ‘Ik kan helaas niet trots zijn op mijn land’
‘In Rusland zijn mensen erg angstig’, constateert Jevgeni (40) die al meer dan tien jaar als jurist voor bedrijven in Nederland werkt. Die angst achtervolgt hen zelfs in Nederland. Jevgeni heeft veel Russische collega’s die proberen hun Oekraïense familieleden naar Nederland te evacueren. ‘Vandaag praatte ik met een collega tijdens de lunch. Zij is Russisch, haar man is Oekraïens. Ze hadden net haar schoonouders uit Oekraïne geëvacueerd. We vroegen ons af hoe dit alles moet eindigen. Ik zei: “Waarschijnlijk stopt het pas als iemand Poetin heeft gedood.” Natuurlijk maakte ik een grapje maar tegelijkertijd ook niet want ik weet het anders echt niet. Maar zij snapte niet dat ik zoiets durfde te zeggen. Terwijl wij gewoon in Amsterdam zaten te lunchen tussen allemaal Nederlanders die ons toch niet konden verstaan.’
Jevgeni schaamt zich in de eerste plaats ontzettend voor wat zijn land doet. ‘Natuurlijk raakt de oorlog ook mij maar op een veel onbeduidendere manier dan hoe het Oekraïners raakt. Daarnaast weet ik dat gewone mensen in Rusland hier de prijs voor zullen moeten betalen. Ik heb met hen te doen want ik weet dat ze tot nu toe hoop hadden voor de toekomst.’ Zijn moeder wilde graag naar Cuba om daar uit nostalgie de sfeer van het communisme op te snuiven. ‘Die reis gaat nu natuurlijk niet door, maar ik dacht ook: voor de Sovjettijd hoef je niet meer naar Cuba, je zit er weer middenin!’
Jevgeni heeft geen begrip voor de oorlog die Poetin begonnen is. ‘Rusland sprak over zogenaamde ‘denazificatie’ (een term die duidt op het naoorlogse proces waarbij de geallieerden Duitsland en Oostenrijk zuiverden van Nazi-elementen – red.), maar dat is iets heel anders. In Oekraïne heb je nationalisten maar die heb je in ieder land, het is geen aanleiding voor oorlog. In Rusland heb je veel meer nationalisten dan in Oekraïne. Bovendien is het nationalisme in Rusland in veel gevallen radicaler. Oekraïne is in mijn ogen een redelijk progressief land met normale mensen. Maar Poetin ziet Oekraïne niet als een volwaardig land. Hij probeert Belarus en Oekraïne te pakken als deel van de “Russische wereld”.’
Met zijn Russische vrienden in zowel Nederland als Rusland gaat het over niets anders dan de oorlog. ‘Niemand vindt oorlog een goede oplossing. Maar sommige vrienden in Rusland hebben een andere visie dan ik. Zij zien bijvoorbeeld de uitbreiding van de NAVO als oorzaak of ze vinden dat er Nazi’s aan de macht zijn en dat de Russische bevolking daar in gevaar is. Ze rechtvaardigen de oorlog niet maar proberen de oorlog uit te leggen met dat wat ze op de televisie horen. In Rusland is zoveel propaganda dat je heel sterk in je schoenen moet staan om niet aan het twijfelen te worden gebracht.’
Hoewel Jevgeni geen last heeft van anti-Russische sentimenten in Nederland, zegt hij liever niet waar hij vandaan komt. ‘Want ik kan helaas niet trots zijn op mijn land. Ik ben eigenlijk al heel lang niet trots op mijn land. Ik voel geen behoefte om mijn Russische identiteit uit te dragen. Ik voel geen behoefte om te spreken over waar Rusland beroemd om is. Wat er nu gebeurt, is gewoon heel triest.’
Karina: ‘Zelfs als alle Russen de straat op gaan, kunnen ze Poetin niet tegenhouden’
De Russische Karina (32) pendelde de afgelopen jaren tussen Moskou en Amsterdam om haar Oekraïense vriend op te zoeken. ‘Toen de oorlog uitbrak verdween de grond onder mijn voeten. Ik was in Moskou, heb meteen mijn spullen gepakt en ben met één van de laatste vliegtuigen naar Amsterdam gekomen.’
Karina werkt als communicatietrainer maar als ik haar bel staat ze bij een hotel in Amsterdam om gevluchte Oekraïense familieleden van haar vriend op te vangen. ‘Wij helpen hen om hier een beetje te landen. Ze hebben negen dagen achtereen in de auto gezeten. In files gestaan. Familie moeten achterlaten.’
Van negatieve reacties omdat ze uit Rusland komt, heeft ze geen last. ‘In Nederland voel ik me veilig. Mensen zijn meelevend. Want dit is voor een groot deel van de Russen ook een zeer pijnlijke tijd. De teneur in de Russische politiek is nu ‘als je niet met ons bent, dan ben je tegen ons’. Als je de oorlog niet ondersteunt, als je niet tegen de sancties bent, word je als landverrader gezien. Toen ik op Instagram schreef dat ik tegen de oorlog ben, stuurden bekenden mij berichten dat ik een landverrader ben.’
Haar relatie met Oekraïense vrienden staat niet onder druk. Maar het contact is wel iets moeilijker geworden door de oorlog, vertelt Karina. ‘Mijn Oekraïense vrienden willen over ander thema’s praten dan ik. Ze kijken het nieuws waar je beelden ziet van de tragische gebeurtenissen die zich afspelen in de steden zoals bombardementen en het wegdragen of begraven van lijken. Ik kan dat niet aanzien omdat ik dan waarschijnlijk voel, shit, daar ben ik deels schuldig aan.’
Tegelijkertijd is Karina van mening dat Poetin zich door niemand zou hebben laten tegenhouden. ‘Maar de straat op gaan is in Rusland gevaarlijk. Je kan je baan kwijtraken waardoor je je gezin niet meer kunt onderhouden, of je belandt in de gevangenis. Maar zelfs als alle Russen de straat op gaan, kunnen ze Poetin niet tegenhouden want de veiligheidsdiensten houden iedereen tegen. Toch schrijf ik mijn Oekraïense vrienden: “Vergeef me dat het zo heeft uitgepakt. Dit heb ik nooit gewild.”
Kirill: ‘Moet ik me gaan rechtvaardigen voor Rusland?’
‘De oorlog kwam onverwacht. Het was een schok voor veel van mijn bekenden’ zegt Kirill (49) die al twaalf jaar in Nederland werkt voor een verzekeringsbedrijf. Kirill vreest dat men door de oorlog negatiever naar Russen zal gaan kijken, al heeft hij dit zelf nog niet ervaren.
‘Ik vind het heel naar om met collega’s uit Oekraïne te praten wiens familieleden daar in de oorlog zitten. Ik voel me heel slecht bij de situatie.’ Maar Kirill vindt niet dat hij zijn geboorteland kan veroordelen. ‘Op Facebook zie ik dat Oekraïners die in Nederland wonen zich agressief uitlaten. Ik heb dat ook in 2014 meegemaakt. Toen was er een Oekraïense collega die mij vroeg waarom Rusland zich zo gedroeg. Maar wat kan ik daarop zeggen? Moeten we dan een politieke discussie gaan voeren of moet ik me gaan rechtvaardigen voor Rusland? Ik vind van niet.’
Kirill vindt het moeilijk om zich een mening te vormen over de oorlog in Oekraïne. ‘Ik vind het verschrikkelijk voor die mensen. Maar over de politiek hierachter wil ik niets zeggen. Ik woon niet in Rusland. Maar ik heb wel familie daar. Hoe ik er hier, woonachtig in Nederland, over denk, doet er niet zoveel toe.’
Enerzijds beschouwt Kirill de regering in Oekraïne niet als ‘Nazi’s’ zoals de staatspropaganda in Rusland beweert. Anderzijds vindt hij dat Oekraïne de afgelopen acht jaar een te nationalistische koers heeft gevaren door bijvoorbeeld het gebruik van de Russische taal te beperken.
Met zijn familie in Rusland praat hij ook liever niet over de oorlog. ‘Zij hebben behoorlijk extreme posities. Ze keuren goed wat er gebeurt. We denken er verschillend over omdat zij andere informatie hebben. In Rusland wordt de politiek door de meerderheid ondersteund.’
Hij maakt zich zorgen over waar deze oorlog zal eindigen. Ondertussen ziet hij hoe zijn vrienden in Moskou indirect met de gevolgen van de oorlog te maken krijgen. ‘Mijn vrienden werken in de bankenwereld, sommigen zijn hun baan al kwijt, de toekomst is onzeker. Maar wat heeft het voor zin om Poetin daarvan te beschuldigen? In Rusland is men niet helemaal vrij. Mijn vrienden behoren niet tot die marginale laag van de maatschappij die hun leven riskeert door naar demonstraties te gaan.’
Wabke Waaijer (1985) is slavist en medewerker van kennisplatform Raam op Rusland.
(Sommige namen zijn veranderd omdat de bron anoniem wilde blijven)