INTERVIEW Cody Hochstenbach: ‘Wooncrisis is resultaat van doelbewust beleid’

Stadsgeograaf Cody Hochstenbach (1989) onderzoekt de stijgende huizenprijzen, verdringing van arme inwoners uit steden, het opkopen van woningen door beleggers en het slinkende aanbod aan sociale huurwoningen. In zijn nieuwe boek Uitgewoond pleit hij voor een nieuwe woonpolitiek.

 Je bent vanuit je werk kritisch op de wooncrisis, maar je bent ook persoonlijk betrokken.

‘In mijn boek gebruik ik drie stemmen. Eén stem is die van een wetenschapper. Jarenlang doe ik onderzoek naar de woningmarkt. Ik ken de cijfers, patronen en trends. Soms krijg ik verwijten dat ik als wetenschapper te uitgesproken ben. Maar ik denk dat dit een vreemde gedachtenkronkel is: juist als wetenschapper ben ik in de positie om me een mening te vormen over dit onderwerp. Door mijn expertise heb ik meer recht van spreken dan de doorsnee politicus of columnist, laat staan de doorsnee twitteraar.

‘Mijn tweede stem is die van de columnist, dan word je geacht vaak wat pakkender en korter van stof te zijn.

‘Ten derde speelt ook mijn persoonlijke stem een rol, door de dakloosheid van mijn vader; die was tijdens mijn pubertijd een paar jaar dakloos. Uiteindelijk denk ik dat die verhalen en stemmen elkaar aanvullen en verrijken.’

Hoe denkt de wetenschapper?

‘Vanuit mijn vak heb ik wel behoefte om te staven: oké, waar spreken we eigenlijk over? Hoe groot is dit fenomeen, neemt het daadwerkelijk toe? Als je daarnaar kijkt, dan zie je dat het aantal dakloze mensen de afgelopen tien jaar grofweg verdubbeld is. De statistiek hierover is slecht gemeten; zo telt bijvoorbeeld het CBS alleen mensen tussen de 18 en 65, en vallen ook (voornamelijk) vrouwen die gewelddadige thuissituaties ontvluchten hier niet onder.’

‘De politiek is de afgelopen tien jaar vooral bezig geweest met het onzichtbaar maken van dakloosheid’

‘Vaak hoor je mensen zeggen - dat is dan bedoeld om sympathie te kweken voor dakloze mensen - ‘Iedereen kan dakloos worden’. Dit is gewoon niet waar. Als Hugo de Jonge dakloos zou kunnen raken, dan zou hij direct beginnen met een masterplan om dakloosheid compleet op te lossen. En ook voor de doorsnee woningbezitter is het geen reëel risico.

‘De politieke lijn heeft in de afgelopen tien jaar niks gedaan om dakloosheid op te lossen, is vooral bezig met het onzichtbaar maken van dakloosheid, door bijvoorbeeld vijandige architectuur te installeren, of door dakloosheid te criminaliseren. Het is geen bestrijding van de oorzaken, maar symptoombestrijding. Veel van die pleisters dragen bij aan het probleem.

‘Maar ook bijvoorbeeld zo’n maatregel als de startersleningen, dat klinkt sympathiek, maar drijft uiteindelijk alleen de prijzen op. We kunnen veel beter nagaan: hoe kunnen we het systeem fundamenteel beter inrichten? Dat zou de basis moeten zijn.’

Je haalt in je boek de socioloog Henri Lefebvre aan. Hoe inspireert hij je?

‘Henri Lefebvre schreef vanuit Parijs in de jaren zestig. Hij hield een betoog over niet alleen het recht om in de stad te wonen, maar ook om inspraak te hebben in hoe die stad eruitziet. Dat vind ik een inspirerend streven. We zien nu dat voor sommige mensen het basale recht op de stad, om er dus in te wonen, al niet verwezenlijkt wordt.

‘Ik denk dat de stad ingericht wordt op basis van de smaakvoorkeuren van één dominante groep, namelijk de hoogopgeleide witte middenklasse. Stadsbesturen voeren beleid om het die groep naar hun zin te maken. Lefebvre zag het recht op de stad niet als iets wat je in de rechtszaal zou moeten afdwingen. Het recht op een thuis is ook een gemeenschappelijke waarde die we moeten delen.’

Het woningtekort staat nu wel op de politieke agenda.

Veel politieke partijen komen nu met mooie woorden over wonen. ‘Het is een recht, dat staat in de Grondwet in artikel 22 lid 2.’ Maar vervolgens voeren ze beleid uit dat haaks staat op het realiseren van een recht op een thuis.

‘Uit recent politicologisch onderzoek van Wouter Schakel blijkt dat de maatregelen die de politiek in Nederland neemt, meer in lijn zijn met de wensen van de hoogopgeleide, goed verdienende bevolking dan met de laagopgeleide en minderbedeelde bevolking. Als dat altijd jouw ervaring is met de politiek, roept dat bij mensen ook een soort moedeloosheid op. Ik herken het ook wel een beetje aan mijn moeder, die een uitkering heeft. Die zegt over stemmen: ‘Wat voor zin heeft dat nou? Ze gaan toch niet naar mij luisteren.’

‘Er is niks vanzelfsprekend aan het feit dat kopen beter is dan huren’

‘Van de Nederlanders is 60 procent woningbezitter, die gaan allemaal naar de stembus. Ook in stemmen ligt invloed. In Amsterdam was het opkomstpercentage bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2018 om en nabij de 50 procent. In buitenwijken als NieuwWest lag dit rond de 25-30 procent. Dus dan zie je al dat veel mensen daar hun stem niet laten horen, terwijl zij juist die representatie zouden kunnen gebruiken.

‘Iedereen die op een bepaalde manier de dupe is van de wooncrisis, moet zich realiseren dat ze geen concurrenten maar lotgenoten zijn. Dat we onze pijlen moeten richten op degenen die voor deze structurele crisis hebben gezorgd. En dat is wat mij betreft toch wel echt de politiek. Zij stellen de kaders van wat er allemaal wel of niet mogelijk is.’

De oorzaken van de wooncrisis zijn volgens jou aan ideologie onderhevig.

‘Veel mensen ervaren de wooncrisis als iets wat ons nu eenmaal overkomt. Alsof het een soort natuurramp is waar we geen invloed op hebben. Het feit dat we zo veel dakloze mensen hebben, dat heel veel huurders moeite hebben om de huur te betalen, dat steeds meer mensen met onzekerheid kampen waar zij stress en angst door ervaren en veel mensen geen betaalbare woning kunnen vinden, zijn allemaal uitwassen van beleid dat vrij expliciet is opgeschreven in beleidsdocumenten.

‘Je kunt teruggaan naar het document Volkshuisvesting in de jaren negentig. Daarin stond onder andere: de sociale huursector moet kleiner, we moeten scheefwonen aanpakken, woningcorporaties moeten financieel verzelfstandigen. Al die maatregelen zijn in meer of mindere mate doorgevoerd. Sociale woningcorporaties zijn zich gaan gedragen als marktpartijen en zijn in allerlei dubieuze projecten gestapt, wat heel veel schulden heeft opgeleverd.

‘Er is ook niks vanzelfsprekend aan het feit dat kopen beter is dan huren. Aan de ene kant is er het ideologische of meer dat gevoelsmatige verhaal dat kopers betere burgers zouden zijn, verantwoordelijker, trotser - daarvoor is het bewijs heel dun. En de andere kant, meer het financiële verhaal, dat kopen vermogen opbouwen is en huren geld weggooien, is door beleid tot werkelijkheid verworden. Maar dat hoeft niet het geval te zijn. Als jij neoliberaal beleid gaat voeren dat de huursector marginaliseert en de beste woningen verkoopt, dan zorg je ervoor dat alleen de armste mensen nog een sociale huurwoning kunnen bemachtigen.’

Wat te doen?

‘Als je een maatschappelijke omwenteling wilt bewerkstelligen, dan is daarvoor ten eerste bewustwording van het probleem van belang. Ik denk dat dat nu gaande is. Een tweede stap moet zijn dat er een lijvige analyse is van ‘hoe zijn we hier terechtgekomen?’ Hier wil ik met mijn boek een steen aan bijdragen.’

‘Ik zou de doelgroep van de sociale huursector vergroten’

‘Daarna is het zaak om met een inspirerend alternatief te komen. Ik denk dat ik daar in mijn boek soms ook wel aspecten van laat doorschemeren. Het is belangrijk dat je niet alleen maar protesteert tegen de huidige politiek, maar ook zorgt voor een structureel alternatief. Dat alternatief ligt naar mijn mening in een verschuiving van ideologie naar het streven van een recht op een thuis.’

 Wat als jij de politieke beslissingen zou nemen?

‘Je zou veel dingen die in de laatste jaren zijn doorgevoerd, weer kunnen terugdraaien. Je ziet nu dat de verhuurderheffing wordt afgeschaft; dat is een goede stap. Ik zou ook de hypotheekrente-aftrek afschaffen. En de doelgroep van de sociale huursector vergroten. Ook zou ik de invoering van de tijdelijke huurcontracten uit 2016 terugdraaien - die maatregel stelt mensen bloot aan angst, stress en onzekerheid omwille van het spekken van de rendementen van private beleggers.

‘Dit soort veranderingen zouden op korte termijn winst, niet financiële winst, maar maatschappelijke winst opleveren. En op de langere termijn massaal investeren in de bouw van meer betaalbare huurwoningen.

‘Kijk: als jouw huur 350 euro per maand is, dan betekent dat dat je niet in een of andere stomme baan voor het maximale inkomen hoeft te werken. Een lage huur stelt jou in staat om creatieve en interessante dingen te doen. Het is als individu natuurlijk fijn wanneer jij in staat bent het leven te leiden dat jij graag zou willen.

‘Maar ik denk dat het ook voor een samenleving als collectief fijn is dat de steden bevolkt worden door mensen die niet het gevoel hebben dat ze vastzitten. Dat zorgt er uiteindelijk ook voor dat je een bruisende stad krijgt, een stad waar kunstenaars wonen, waar schrijvers een bohemien bestaan kunnen leiden. Dat is precies is wat mensen aantrekkelijk. Een stad waar alleen maar copywriters en consultants wonen, daar is helemaal niks aan, waarschijnlijk.’

Gizelle Mijnlieff is journalist.

 

Foto: Willemieke Kars

 

Biografie Cody Hochstenbach

2007-2010 bachelor planologie Universiteit van Amsterdam, bachelor urban and regional planning, University of Manchester.

2010-2013 research master urban studies, Universiteit van Amsterdam, master Sozialwissenschaften, Humboldt Universiteit Berlijn, junior onderzoeker stadsgeografie, Universiteit van Amsterdam.

2013-2017 promovendus stadsgeografie, Universiteit van Amsterdam.

Na 2017 postdoctoraal onderzoeker stadsgeografie, Universiteit van Amsterdam, proefschrift Inequality in the gentrifying European city (cum laude), ontvangst Veni-beurs van NWO voor onderzoek naar beleggers,

2022 publicatie Uitgewoond.

Dit artikel is 4859 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (1)

  1. Beste mensen,

    Wat een mooie toekomst ligt er in het verschiet met mensen als deze journalist. Als vele journalisten haar voorbeeld zouden volgen en eens gezond kritisch zich durft uit te spreken en met goede argumenten, dan was het niet zo ver met de Nederlandse politiek gekomen. Deze politiek is met zachte poezelige handjes benaderd door hen omdat ze veel te bang waren voor de oh zo bekende framing. Wat 40 jaar geleden iets was om trots op te zijn dat wordt nu afgedaan als complotdenker of antisemitistisch. Hier hebben zij niet doorheen willen prikken waardoor heel veel verrotting van onze democratie heeft plaats kunnen vinden.
    Dus heel veel dank voor deze kritische en opbouwende beschouwing en ik hoop dat deze trend zich voort gaan zetten.
    Hartelijke groet, Marijke Twisk

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *