Recente onderzoeken in Rotterdam en nationaal (Pointer, 2024) laten zien dat jonge vrouwen zich vaak onprettig of onveilig voelen in de stedelijke buitenruimte. Voor de een vormen de fysieke inrichting en de voorzieningen redenen om niet graag in buitenruimtes te verblijven. De ander vermijdt buitenruimtes vanwege seksuele straatintimidatie en sociale controle.
Discrepantie
Door het ontbreken van een integraal perspectief is er onvoldoende aandacht voor hoe sociale en fysieke aspecten van stedelijke omgevingen bijdragen aan beleving van de buitenruimte. Vooral de stem van de meiden en vrouwen ontbreekt vaak.
Meisjes en jonge vrouwen hebben vooral angst voor seksuele intimidatie
Uit ons onderzoek Ruimte voor meiden komt naar voren dat de gebruikelijke interventies om de openbare ruimte veilig te maken vooral bestaan uit fysieke ingrepen: meer verlichting en schoonmaken. De inrichters van openbare ruimte houden er echter nauwelijks rekening mee dat meiden niet op één plek blijven hangen, maar rondlopen met vriendinnen. Winkelgebieden en OV-knooppunten zijn voor hen belangrijke plekken.
Ontwerpprincipes
Op basis van onze bevindingen stellen wij vijf ontwerpprincipes voor die de veiligheidsbeleving in de openbare ruimte voor (jonge) vrouwen kunnen verbeteren.
- Houd er rekening mee dat culturele en normatieve kaders waarmee jonge meiden opgroeien van invloed zijn op hun gebruik van de openbare ruimte.
Meisjes en jonge vrouwen hebben vooral angst voor seksuele intimidatie. Dat speelt een grote rol in hun gevoel van veiligheid in de openbare ruimte. Ze vermijden bepaalde plekken, en gaan interacties met vreemden uit de weg.
Ook gendernormen spelen een rol. Het geaccepteerde gedrag van adolescente vrouwen is dat zij, meer dan jongens, onopvallend zijn en niet zomaar op straat rondhangen. Dit beperkt hun bewegingsvrijheid en hun positieve beleving van de openbare ruimte.
- Herken de copingstrategieën en -tactieken van jonge meiden.
Meiden passen verschillende strategieën toe in de openbare ruimte. Ze reizen bijvoorbeeld het liefst niet alleen.
Waar zijn de functionaliteiten die passen bij de behoeftes van vrouwen in de openbare ruimte?
Daarnaast gebruiken ze oortjes om te voorkomen dat ze ongewenst aangesproken worden. Ze kijken niet naar andere groepen of individuen en maken geen oogcontact met potentiële plegers van ongewenst gedrag. Ten slotte nemen ze het openbaar vervoer in plaats van te lopen naar hun bestemming.
Figuur 1: Visualisatie van copingstrategieën die jonge vrouwen toepassen om zich veilig te voelen in de openbare ruimte. Beeld: Geertje Slingerland
- Zorg voor betekenisvolle plekken in de openbare ruimte die multifunctioneel gebruikt kunnen worden.
- Zorg voor vanzelfsprekend, zichtbaar toezicht door mensen (ogen op straat).
Om tot een vrouwvriendelijk ontwerp van de openbare ruimte te komen, is het cruciaal om meer rekening te houden met de door vrouwen gewenste activiteiten. Er zijn voetbalveldjes, sporttoestellen of skateparken, maar waar zijn de functionaliteiten die passen bij de behoeftes van vrouwen in de openbare ruimte?
Multifunctionele faciliteiten kunnen zorgen voor een natuurlijk, zichtbaar en menselijk toezicht in de openbare ruimte, waardoor jonge vrouwen zich veiliger voelen. Daarbij zijn servicemedewerkers, beheerders van parken en andere vormen van informeel toezicht veel belangrijker dan cameratoezicht of meer politie.
Informeel toezicht wordt gestimuleerd door compactheid en variatie van functies in de omgeving, zoals gebouwen die uitkijken op de straat of de aanwezigheid van ouders in een speeltuin. De openbare ruimte moet zo ontworpen zijn dat ze een divers publiek aantrekt en er informeel toezicht aanwezig is.
De openbare ruimte zelf én de routes ernaartoe moeten veilig zijn
Plaatsing van bankjes is belangrijk. Maar bankjes opgesteld in een lijn geven gevoelens van onveiligheid, omdat vrouwen zich tentoongesteld voelen en het makkelijker is voor vreemden om naast hen te gaan zitten. De openbare ruimte zelf én de routes ernaartoe moeten veilig zijn.
Naast de fysieke inrichting is het ook van belang dat er geïnvesteerd wordt in meer ogen op straat. Behalve beheerders en serviceverleners zijn – ook in de avonduren – ruimere openingstijden van winkels rond OV-knooppunten, en overzichtelijke toegangswegen tot het OV belangrijk.
- Zorg voor zichtlijnen, verlichting en toegankelijkheid.
Duidelijke toegangsroutes, verlichting en overzichtelijke ruimtes die lopen van punt A naar punt B maken de openbare ruimte aantrekkelijk voor vrouwen.
Figuur 2: Visualisatie van een meer vrouwvriendelijke openbare ruimte, door multifunctionele ruimtes, meer verlichting en ogen op straat. Beeld: Geertje Slingerland
Beleidsmakers en stedelijke planners moeten meer met de blik van vrouwen naar de openbare ruimte leren kijken om deze ook voor hen aantrekkelijk, uitnodigend en veilig te maken. Dat kan het best door vrouwen van verschillende leeftijden en achtergronden te betrekken bij het ontwerp van openbare ruimtes.
Geertje Slingerland is universitair docent Urban Studies bij de faculteit Bouwkunde aan de Technische Universiteit Delft. Krista Schram is associate lector Publiek Vertrouwen in Veiligheid bij Hogeschool Inholland. Tamar Fischer is universitair hoofddocent Criminologie bij de Erasmus School of Law aan de Erasmus Universiteit. Linda Zuijderwijk is zelfstandig stadssociologe. Joost Jansen is universitair docent Criminologie bij de Erasmus School of Law aan de Erasmus Universiteit. Wenda Doff is zelfstandig stadssocioloog.
Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Kenniswerkplaats Leefbare Wijken. De kenniswerkplaats is een samenwerking tussen gemeente Rotterdam en Erasmus Universiteit Rotterdam.
Foto: Steven Pisano (Flickr Creative Commons)