‘Meneer Rutte, de oplossing ligt niet bij Mohammed’

Premier Mark Rutte gooide op 16 maart via dagblad de Metro de knuppel in het hoenderhok. Hij erkent dat discriminatie op de arbeidsmarkt bestaat, maar de politiek kan die discriminatie niet oplossen. ‘De paradox is dat de oplossing bij Mohammed ligt’. Maar is dat wel zo?

Is werkloosheid op zichzelf al vervelend, het wordt ronduit naar als de samenleving je ook nog eens een lagere werkloosheidsuitkering ‘gunt’ omdat je tot een minderheidsgroep behoort. Het is al langer bekend dat er grenzen bestaan aan het solidariteitsgevoel met etnische minderheden. Dat is in Nederland niet veel anders. Ook wij maken onderscheid naar etnische afkomst. Kort gezegd: we gunnen autochtone Nederlanders meer dan migranten. Maar over het relatieve belang van die ‘gun-kloof’ in vergelijking met andere redenen om bijvoorbeeld werklozen een lagere uitkering te gunnen weten we opvallend weinig. Bovendien is het maar de vraag of werkloze Nederlanders uit etnische minderheidsgroepen in staat zijn om de gun-kloof te overbruggen, zelfs wanneer ze zich gedragen als rolmodel.

Straf omdat je migrant bent

Om deze vragen te onderzoeken hebben we vorig jaar een grootschalig, geanonimiseerd survey-experiment opgezet onder 23 duizend leden van het EenVandaag Opiniepanel. Daarbij kreeg iedere respondent één willekeurig samengesteld vignet te lezen van een in Nederland werkzame man die recent zijn baan had verloren. Gevraagd werd of de respondent de werkloze man meer dan 70 procent van zijn laatste inkomen gunde, exact 70 procent minder dan 70 procent, of helemaal niets.

De werkloze man had 9 kenmerken die konden variëren, waaronder geboorteland, inkomen, gezinssamenstelling, en leeftijd. De invulling van die 9 kenmerken was geheel willekeurig, en verschilde daarom van respondent tot respondent (in 3672 unieke combinaties van eigenschappen). De ene respondent kreeg het voorbeeld voorgelegd van Daan: geboren in Nederland, getrouwd, vader van twee kinderen, had altijd gewerkt, en nu door eigen schuld ontslagen. Een ander las een tekst over Riza uit Kosovo: hij woont sinds twaalf jaar in Nederland, vader in een gezin met 4 kinderen, nooit eerder werkloos geweest en thans door een reorganisatie zijn baan kwijtgeraakt. Een derde respondent kon een tekst krijgen over een andere Riza uit Kosovo: die woont ook al twaalf jaar in Nederland, maar heeft geen kinderen, is al eerder werkloos geweest en nu door eigen schuld ontslagen.

‘Meneer Rutte, de oplossing ligt niet bij Mohammed’ grafiek 1

 

Opvallendste bevinding van ons onderzoek is dat autochtone werklozen in 75 procent van de gevallen een uitkering wordt gegund van ten minste 70 procent van het laatst verdiend loon. Werklozen van Surinaamse afkomst daarentegen wordt slechts door 65 procent eenzelfde uitkering gegund. Voor werklozen van Marokkaanse origine ligt dat getal zelfs nog lager: 60 procent. Kosovaren en Afghanen vallen daar tussenin.

Ook voorbeeldig gedrag kan de gun-kloof niet overbruggen

Alleen actieve inzet in het zoeken naar een nieuwe baan en verwijtbare werkloosheid zijn belangrijkere gun-factoren. Werklozen die actief naar werk zoeken, wordt door 76 procent de uitkering gegund. Als mensen niet actief naar werk zoeken, halveert dit bijna (41 procent). Als het verlies van de baan niet aan de werknemer zelf ligt, gunt wederom 75 procent de uitkering, terwijl deze steun daalt tot 54 procent wanneer de werknemer door eigen toedoen is weggestuurd. Met andere woorden: de ‘straf’ voor de Marokkaanse migrant (15 procent) is niet veel minder dan de ‘straf’ voor de werkloze die door eigen schuld is ontslagen (21 procent). Voor een Marokkaanse migrant die door eigen schuld is ontslagen, zijn de straffen goeddeels cumulatief.

Het is opvallend dat van de drie belangrijkste kenmerken (werk zoeken, schuldkwestie, migrantenstatus) alleen afkomst geen onderdeel is van de Werkloosheidswet. Sterker: een dergelijk onderscheid wordt uitdrukkelijk verboden door de Grondwet. Opmerkelijk is ook dat migranten hoe dan ook worden gestraft, ook als ze actief zoeken naar een baan, professioneel werken, buiten de eigen schuld ontslagen zijn, en niet eerder werkloos zijn geweest. Zelfs wanneer de werkloze migrant een actieve bijdrage heeft geleverd aan de Nederlandse economie helpt dat dus niet om de gun-kloof met de werklozen van Nederlandse origine te overbruggen. Anders dan Rutte beweert, ligt de oplossing dus níet bij de migranten zelf. Althans, op de korte termijn zijn zij niet in staat om door goed gedrag de gun-kloof te overbruggen.

‘Meneer Rutte, de oplossing ligt niet bij Mohammed’  grafiek 2
De gun-kloof tussen autochtone werklozen en werkloze migranten zien we bij kiezers van alle grote partijen. Alle groepen kiezers maken onderscheid tussen geboren Nederlanders en migranten, maar de mate waarin verschilt. De kloof tussen geboren Nederlanders en migranten is het grootst onder PVV-kiezers (30 procent verschil in het gunnen van uitkering), VVD-kiezers (16 procent verschil), en SP-kiezers (13 procent verschil). Het onderscheid tussen geboren Nederlanders en migranten is het kleinst onder D66-kiezers (3 procent verschil) en PvdA-kiezers (7 procent verschil). Overigens zouden de SP- en PvdA-kiezers – ondanks de grotere kloof met autochtone werklozen – de migrant nog altijd eerder een hoge uitkering gunnen dan de D66-kiezers doen.

Is dit discriminatie?

Betekent dit nu dat autochtone Nederlanders migranten discrimineren? Moeten we het recht op WW beperken voor migranten, net zoals hun politieke rechten beperkt zijn?

Die conclusie is op basis van dit onderzoek niet gerechtvaardigd. Dat mensen onbewust een neiging hebben om migranten slechter te behandelen, wil niet zeggen dat ze er achter blijven staan wanneer ze zich ervan bewust worden. Integendeel, een vervolgstudie van ons biedt een voorlopig bewijs dat de meeste Nederlanders de gun-kloof met migranten proberen te corrigeren, zodra ze ermee geconfronteerd worden. Daarmee wordt het spanningsveld tussen voorkeuren, normen, en wetgeving uiteraard niet weggenomen. De oplossing zit niet in het wegzetten van het dilemma als discriminatie, maar in openlijke bespreking ervan om te voorkomen dat het in de taboesfeer belandt en onbespreekbaar wordt.

Tom van der Meer is politicoloog aan de Universiteit van Amsterdam en Tim Reeskens is socioloog aan Tilburg University. Hun onderzoek onder de leden van EenVandaag Opiniepanel is mede mogelijk gemaakt door EenVandaag en de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek. Dit – bewerkte - artikel is eerder verschenen op http://www.stukroodvlees.nl