Sociale sloeber, asociale rijkaard of geen van beiden?

Een hospice, een asielzoekerscentrum? Prima, maar niet in Bloemendaal. Is het verzet van de villabewoners kenmerkend voor het gebrek aan empathie van rijkaards? Gedragseconoom Jan Stoop waarschuwt voor stereotypering.

Villabewoners in Bloemendaal verzetten zich met succes tegen de komst van een hospice, net als eerder tegen opvang voor asielzoekers. Ook in het nabijgelegen Aerdenhout, het rijkste dorp van Nederland, tekenden bewoners verzet aan tegen asielopvang. Aan die lijst kun je nog talrijke andere plaatsen toevoegen, zoals Naarden en Albergen.

Onjuist

Het soms onbeschaafde protest kan de indruk wekken dat het welvarende deel van ons land weinig sociaal is. Of is het zo dat het verzet van de welvarende burger ons meer opvalt omdat hij de media vaak goed weet te bereiken en zijn verzet daardoor vaak effectief is?

Verhalen over de erfgenamen van de archetypische vrek Ebenezer Scrooge verkopen goed

Hoe dan ook, heel Nederland staat op zijn achterste benen bij al te evidente manifestaties van sociaal egoïsme door rijkaards. De media springen er bovenop. Verhalen over de erfgenamen van de archetypische vrek Ebenezer Scrooge verkopen goed. Maar is het beeld dat hierdoor ontstaat wel juist? Ons onderzoek toont aan van niet.

Enquête maatschappelijke verantwoordelijkheid

Doe mee aan de enquête over eigen verantwoordelijkheid en de rol van burgers in de samenleving. De enquête is een initiatief van Sociale Vraagstukken, Universiteit van Amsterdam en Universiteit voor Humanistiek.

De enquete is afgesloten

In een Nederlandse stad – de naam doet er niet toe – heb ik een experiment uitgevoerd waarbij ik als postbode enveloppen verkeerd bezorgde. In de enveloppen zat respectievelijk 20 euro, 5 euro of een overschrijfkaart. In alle enveloppen zat een kaartje met de tekst: ‘Beste Joost, hier heb je x euro.’ Er kon geen misverstand over bestaan dat de envelop verkeerd was bezorgd.

Verwachting

Als je mensen laat voorspellen wat de rijke en arme ontvangers van de verkeerd bezorgde enveloppen zullen doen, dan verwachten de meeste respondenten dat de armlastige burger de enveloppen vaker dan de welvarende burgers naar de afzender terugstuurt. Vanuit zijn eigen ervaring zou de armlastige burger namelijk beter dan de welvarende burger weten hoe vervelend het is om geld kwijt te raken.

De economische verklaring is dat 20 euro veel geld is voor een arme

Echter, onze bevindingen tonen aan dat tussen de 80 procent en 90 procent van de welvarende burgers de verkeerd bezorgde envelop juist wel naar de afzender terugstuurt. Dit los van de vraag of er geld in de envelop zit en hoeveel. Bij de armlastige burger daarentegen ligt dat percentage aanzienlijk lager. Van de enveloppen met 20 euro komt ongeveer een kwart terug. De economische verklaring is dat 20 euro veel geld is voor een arme, dus mag je verwachten dat die de envelop minder snel terugsturen.

Minder empathie

Maar, de armen sturen ook de enveloppen met een betaalkaart veel minder terug dan rijken: 50 procent versus 87 procent. Ogenschijnlijk blijft er zo niet veel over van de dichotomie (opdeling in twee niet-overlappende structuren of begrippen) van de niet-empathische en egoïstische rijkaard versus de sociale sloeber. Deze bevinding rijmt ook niet goed met een internationaal veel geciteerd onderzoek van een gezaghebbende groep Noord-Amerikaanse sociaalpsychologen uit Berkeley.

Is hiermee de morele klassenstrijd beslist?

In dat onderzoek werd geconcludeerd dat rijken minder empathie hebben dan armen. Die conclusie werd getrokken naar het gedrag van arm en rijk in het verkeer. Voor hun onderzoek telden de onderzoekers hoe vaak bestuurders voordrongen op een kruising (in San Francisco), en hoe vaak bestuurders stopten bij een zebrapad. Het onderzoek toonde volgens de sociaalpsychologen aan dat hoe duurder de auto, hoe vaker de bestuurder voordrong of doorreed. Is hiermee de morele klassenstrijd beslist?

Onbeslist

Uit het replicatieonderzoek dat wij verrichten, kwam nul verband tussen sociale status en gedrag naar voren. Als je alleen kijkt naar de uitkomsten van ons experiment met enveloppen, lijkt het omgekeerde zelfs eerder waar en zijn niet de rijken maar de armen minder empathisch en sociaal. Immers, zij sturen de verkeerd verstuurde enveloppen veel minder retour, zelfs als er geen geld in zit.

Het nadeel van dichotomieën is dat het denken voorbijgaat aan de context. Wat je bij ons onderzoek moet bedenken, is dat mensen met (te) weinig geld vaak kampen met stress (hoe houden we ons hoofd boven water) en daardoor soms grote moeite hebben om zelfs de meest simpele taken, zoals enveloppen retourneren, uit te voeren. Dat zie je bijvoorbeeld ook terug in de opkomst bij verkiezingen.

Terwijl de welvarende burger steevast gevolg geeft aan de oproep om te gaan stemmen, blijven armlastige kiezers vaak weg van de stembus. Er is een analogie met de reactie van arm en rijk en ons onderzoek met de verkeerd bezorgde envelop.

Onze hypothese is dan ook dat mensen met weinig geld vanwege de omstandigheden waarin zij verkeren soms grote moeite hebben om dingen te doen (enveloppen terugsturen, stemmen) en dat mensen met geld vaak over kennis en middelen beschikken om iets voor elkaar te krijgen of tegen te houden (geen azc of hospice).

Het lijkt verstandiger om te bekijken hoe je de belangen van arm en rijk zodanig kunt (laten) vertegenwoordigen dat de samenleving als geheel er wel bij vaart. Alles is beter dan een beleid dat mensen of belangengroepen specifieke kenmerken toedicht.

Jan Stoop is universitair hoofddocent aan de Erasmus Universiteit Rotterdam

 

Foto: cottonbro studios via Pexels.com