Geen pil of poeder tegen eenzaamheid, maar aandacht

De wereld is naarstig op zoek naar een vaccin tegen het coronoavirus. Ondertussen nemen de gevoelens van eenzaamheid in de samenleving toe. Voor eenzaamheid is echter geen geneesmiddel denkbaar. Wat wel helpt, is aandacht en samenwerking. Nu en straks.

‘Er bestaat geen medicijn tegen oud en eenzaam zijn’, zong Herman van Veen ooit. Toch had onze koning het in zijn speech van 20 maart over het ‘eenzaamheidsvirus’ dat rondwaart. Mensen zitten noodgedwongen in quarantaine, raken hun baan kwijt, moeten zonder afscheid hun geliefde loslaten en zijn drastisch beperkt in hun sociale verkeer. Het coronavirus versterkt gevoelens van eenzaamheid en geeft er een dramatische slinger aan. Maar is de preventie en bestrijding van eenzaamheid erbij gebaat om deze conditie een virus te noemen?

Drie manieren om naar eenzaamheid te kijken

Om tot een antwoord te komen, onderscheiden we drie manieren om naar de preventie van eenzaamheid te kijken (zie ook Kolner, 2018).

Ten eerste als medisch model dat eenzaamheid als ziekte ziet en de gevolgen op de gezondheid op individueel niveau (met medicatie) probeert te reduceren.

Ten tweede als ‘public health’ model, dat leunt op het medisch model en eenzaamheid als gezondheidsrisico benadert en zich met collectieve maatregelen en adviezen op de bevolking en op hoog-risicogroepen richt.

En ten derde als sociaal model waarin eenzaamheid als een niet geheel te voorkomen menselijke conditie geldt en waarin vooral de menselijke maat wordt gezocht. Door eenzaamheid een ‘virus’ te noemen, komen we in het medisch en public health model terecht.

Eenzaamheid als ziekte

De Duitse psychiater Spitzer is ervan overtuigd dat eenzaamheid een besmettelijke en dodelijke ziekte is, waartegen je immuniteit kan opbouwen. Hij wijst daarbij op de pijn die met verlies, sociale uitsluiting en eenzaamheid gepaard gaat. In zijn laatste boek Eenzaamheid drijft hij dit denken op de spits door te suggereren dat pijnstillers tegen eenzaamheid zouden helpen (p.65). Vanuit deze gedachte is ‘virus’ een logische metafoor en komt het public health ziektepreventie-model vanzelf in beeld.

In de wereldwijde aanpak van het coronavirus zien we het klassieke ‘public health’ model in volle glorie aan het werk. Kenmerkend voor dit model is systematisch onderzoek naar oorzaken en verspreiding. Op basis daarvan volgt een planmatige collectieve aanpak om de ziekte uit te bannen. Nog nooit hebben we in een preventie-campagne zó snel en op zoveel plaatsen posters met aanwijzingen – was je handen, houd afstand - zien verschijnen en nog nooit hebben zoveel mensen de instructies zo snel opgevolgd.

Opvallend is ook de innige samenwerking tussen public health-experts, overheid en andere partijen. Die samenwerking legitimeert de afgekondigde maatregelen en creëert er een breed draagvlak voor. Denk aan het verbod op evenementen, de quarantaine en het sluiten van de horeca. Niet voor niets dat - nu Covid-19 de samenleving in het hart raakt - alle aandacht uitgaat naar een ultiem preventief panacee: een vaccin. René Dubos noemde dat ooit een ‘magic bullet’.

Maar past dit bij de preventie van eenzaamheid? Is daarvoor ook één vaccin te vinden?

Waar de schoen wringt

Bezwaren tegen het gebruik van virus als metafoor van eenzaamheid dringen zich op. Het public health model drijft op ‘gij zult’-adviezen van experts. Hoe besmettelijker de ziekte, des te dwingender hun adviezen. Maar eenzaamheid kent veel verschijningsvormen en achtergronden. Ze kan tijdelijk en acuut zijn, chronisch en existentieel, en oorzaak én gevolg. Gezondheidsfactoren, persoonlijkheidskenmerken en levensgebeurtenissen spelen daarbij een rol. Voor jonge mensen met een diepe sociale angst, voor mensen die hun werk kwijtraken of plots een dierbare verliezen, schieten goedbedoelde leefstijladviezen dikwijls hun doel voorbij.

Als we ervan uitgaan dat ‘sociale besmetting’ aan de orde is, dan is het strikt genomen beter om bij de eenzame mens uit de buurt te blijven. Als equivalent van ‘immuniteit’ wordt ‘sociale veerkracht’ op individueel en samenlevingsniveau dan het streven. Veerkracht is echter minder maakbaar dan het opbouwen van (groeps)immuniteit tegen een virus en vraagt om structurele investeringen - in een sterke sociale basis - dat steun en nabijheid kan bieden.

Karakteristiek voor public health is dat voor elke kwaal een eigen remedie of interventie wordt ontwikkeld. Deze versnippering is efficiënt noch effectief. Onderzoekers en ontwikkelaars concurreren met elkaar om subsidies en strijden om de schaarse aandacht van beroepskrachten en hogere risicodoelgroepen. Omdat eenzaamheid samenhangt met zowel lichamelijke als psychische gezondheidsproblemen – die daar oorzaak, gevolg of bijverschijnsel van kunnen zijn - lijkt een structurele en brede aanpak ons meer op zijn plaats.

Antwoord ligt in de samenleving

Ooit leidde de ontdekking dat vuil drinkwater ziektes veroorzaakt tot politiek engagement bij arts-hygiënisten. Ze streden voor schoon drinkwater en betere leefomstandigheden. Maatregelen waarmee veel ziekten, zoals cholera, pokken en dysenterie, konden worden voorkomen. Dat engagement hebben we weer nodig, om te onderzoeken welke gemeenschappelijke factoren achter eenzaamheid schuilgaan en hoe deze zijn te beïnvloeden. Liefst zonder de illusie dat één ‘magic bullet’ alle problemen op termijn oplost.

Eenzaamheid is een complexe menselijke conditie. Een subjectief gevoel, zegt hoogleraar Anja Machielse al jaren, en de filosoof Svendsen (2017) beaamt dat. Eenzaamheid voorkom of bestrijd je niet met pijnmedicatie of een louter collectieve en rationele aanpak. Eenzaamheid hoort ook een beetje bij het leven, hoe lastig soms ook, en kan een functie hebben in bepaalde levensfasen.

Het is daarnaast een maatschappelijk verschijnsel, dat om een maatschappelijk antwoord vraagt. Het sociaal model komt hierbij in beeld: vooral sociaal werkers kunnen een belangrijke rol spelen omdat zij dichtbij het dagelijks leven van mensen staan en hen kunnen leren omgaan met eenzaamheid.

We kunnen ook veel leren van de aanpak van de coronacrisis binnen het medisch en public health model. Het is indrukwekkend om te zien hoe overheid, wetenschap, gezondheidszorg, bedrijfsleven, media en publieke sector samenwerken om deze crisis het hoofd te bieden. Hopelijk onthouden we dat, als eenzaamheid straks – na de crisis – weer minder hoog op onze agenda staat.

Carla Kolner is gezondheidswetenschapper en onderzoeker. Jeannet Buurman is sociaal pedagoog verbonden aan het Centrum Jeugd en Gezin Kennemerland.

 

Foto: Nenad Stojkovich (Flickr Creative Commons)