Steunt iedereen nog de decentralisaties?

Op zoek naar falen en succes van beleid gaan Piet-Hein Peeters en Marcel Ham in hun boek over tien jaar decentralisaties voorbij aan aanwijzingen voor ‘beleidsafhaken’ van de burgers om wie het gaat, meent lector Lex Veldboer.

Wanneer faalt beleid? Bestuurskundigen stellen dat beleid mislukt is als het niet leidt tot de voorgenomen doelen en als de steun ervoor praktisch afwezig is. Bewust of onbewust hanteren Piet-Hein Peeters en Marcel Ham ook deze criteria in hun zoektocht naar succes of falen van tien jaar decentralisaties.

Doelen niet overtuigend gerealiseerd

Op het eerste punt van falen is er weinig discussie. Peeters en Ham constateren dat de doelen niet overtuigend zijn gerealiseerd. De deskundigen die zij spraken voor het jaarboek van het Tijdschrift voor Sociale VraagstukkenAls we dat hadden geweten. Naar een beter lokaal sociaal domein – stellen bijna unaniem dat over het geheel genomen burgers nauwelijks betere hulp hebben gekregen door de decentralisaties (Peeters & Ham, 2024). Zeker, er zijn lichtpuntjes en mooie lokale succesvoorbeelden, maar dat is eerder incidenteel.

Bezuinigingen en verkokerde lokale bureaucratie worden meermaals aangewezen als oorzaken

Daar tegenover staat dat veel mensen tussen wal en schip vallen. Mensen worden bijvoorbeeld al snel zelfredzaam genoemd, en hebben dan geen recht op ondersteuning, terwijl ze in armoede raken en vereenzamen. Bezuinigingen en een verkokerde lokale bureaucratie worden in het boek meermaals aangewezen als oorzaken van het uitblijven van positieve resultaten.

Toch veel steun

Hoe zit het met de steun, het tweede aspect van falend of succesvol beleid? Ondanks alle kanttekeningen trekken de meeste geïnterviewden in het boek de decentralisaties niet in twijfel. Ze steunen de mooie ideeën erachter, zoals ruimte voor professionals en actieve burgers. De partijen rondom burgers met hulpvragen willen met wat lichte wijzigingen – onder andere veel meer onderlinge kennisuitwisseling – het beleid verder verstevigen.

Omdat stakeholders de decentralisaties steunen, heeft het beleid niet gefaald

Die uitgesproken steun leidt tot een reuzensprong in de redenering van de auteurs. De doelstellingen zijn niet gehaald, maar omdat belangrijke stakeholders de decentralisaties nog steunen, heeft het beleid volgens Peeters en Ham niet gefaald en is het een terechte keuze geweest. Van gesomber slaat hun toon in de conclusie vrij opmerkelijk om naar optimisme. Ze willen met de mooie en urgente doelen voorwaarts naar een beter lokaal sociaal domein.

Wat vinden burgers ervan?

Opvallend is dat de steun voor beleid vanuit ‘de burger met een hulpvraag’ in deze conclusie buiten beschouwing blijft. Wat vinden mensen die zijn aangewezen op de Wmo, de Participatiewet en Jeugdwet er zelf van? In het boek zijn de enkele geïnterviewden uit die hoek erg kritisch en zien zij veel schade.

Een behoorlijke groep die hulp of ondersteuning nodig heeft, wordt niet bereikt

We weten vanuit het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) dat een behoorlijke groep die hulp of ondersteuning nodig heeft, niet wordt bereikt (SCP, 2020). Vaak zijn dat de mensen met complexe en gestapelde problemen. We weten ook dat veel mensen het steeds ingewikkelder vinden om de juiste hulp te krijgen bij hulp- en zorgvragen: men krijgt te maken met bureaucratische procedures, voelt zich van het kastje naar de muur gestuurd en ontmoet dikwijls ambtenaren of professionals die denken vanuit regelingen in plaats van de persoon.

Sommige gemeenten stellen een fitnesstest als voorwaarde voor huishoudelijke hulp

Een recent voorbeeld is dat sommige gemeenten een fitnesstest als voorwaarde stellen voor huishoudelijke hulp. Onder het vaandel van zelfredzaamheid hopen zij kosten te besparen, maar met name kwetsbare ouderen ervaren de test als ‘vernederend’ en als een extra drempel (NOS, 19 februari 2025).

Stof tot nadenken

Het zijn aanwijzingen voor ‘beleidsafhaken’ die tot nadenken stemmen, maar die ontbreken in de afweging van Peeters en Ham over succes of falen. Of de decentralisaties brede steun hebben onder de doelgroep en de bevolking is dus nog maar de vraag. Het antwoord daarop zou wel eens een heel ander licht kunnen werpen op de merites van de decentralisaties. Wellicht een onderwerp voor een nieuw jaarboek?

Lex Veldboer is lector Stedelijk Sociaal Werk aan de Hogeschool van Amsterdam.

 

Foto: Jsme MILA via Pexels.com

 

Bronnen:

Mariska Kromhout, Patricia van Echtelt en Peteke Feijten (SCP), Sociaal domein op koers? Verwachtingen en resultaten van vijf jaar decentraal beleid. Sociaal en Cultureel Planbureau
Den Haag, november 2020

Peeters, P-H, & Ham. M. (2024). Als we dat hadden geweten. Naar een beter lokaal sociaal domein. Van Gennep.

Dit artikel is 691 keer bekeken.

Reacties 1

  1. Decentralisatie wordt door de landelijke overheid alleen toegepast als doelen niet worden bereikt, maar vooral om de lasten te beperken. Waarom zou een overheid immers macht afstaan? Decentralisaties en bezuiniging vormen een Siamese tweeling.
    Mij viel als gemeentebestuurder destijds op dat lagere overheden altijd gretig ingaan op decentralisaties na aanvankelijk opzichtig bezwaar te maken tegen verkleining of dichtschroeiing van budget. De Vereniging van Nederlandse gemeenten (VNG) kent maar één gezamenlijk doel: meer macht, meer invloed, omdat de gemeente ‘dichter bij de burger’ staat. Binnen de VNG is men op andere factoren net zo verdeeld als de landelijke politiek. En nadat is gedecentraliseerd worden veel taken ondergebracht in gemeenschappelijke regelingen waarop de democratische controle bijna tot nul is gereduceerd. Het overgangsproces neemt ook nog eens vele jaren in beslag. In die constellatie raakt de klant de weg nogal eens kwijt. Consultants worden er wel beter van.
    Met Lex Veldboer deel ik diens twijfel aan de ‘appreciatie’ van doelgroepen voor dit beleids’spel’.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *