Taalbeleid is harder nodig dan ooit

Nederland heeft een nieuw taalbeleid nodig. Niet om de opmars van het Engels te stoppen, maar om ervoor te zorgen dat alle inwoners zich staande weten te houden in een gevarieerde samenleving. Een goed taalbeleid komt bovendien de vernieuwing en concurrentiekracht van de nationale bv ten goede.

We gebruiken elke dag taal, en dat doen we min of meer vanzelf. In specifieke situaties gebruiken we de talen die we thuis en op school geleerd hebben, zonder er veel over na te denken. Waarom zou je dat in beleid willen gieten en natuurlijke dingen in regeltjes proberen vast te leggen?

Engels, Chinees en straattaal

In Nederland leven meer dan 2,5 miljoen mensen die met een andere taal naast het Nederlands zijn opgegroeid. Ongeveer een miljoen Nederlanders verblijft langdurig of tijdelijk in het buitenland. Dat maakt het Nederland van nu een veel diverser land dan het vijftig of zelfs dertig jaar geleden was. En deze trend zet de komende decennia door. Tegelijkertijd neemt de aandacht voor talen en meertaligheid de laatste decen­nia eerder af dan toe, zowel in het onderwijs als in andere sectoren van de samenleving.

Tegenover de opmars van het Engels in ons land staat de afnemende belangstelling voor de twee o zo belangrijke buurtalen Duits en Frans en de verschuiving van de economische en politieke wereldmacht naar Azië met al zijn linguïstische implicaties. De vraag is hoe we het enorme reservoir van talenkennis bij de nieuwe Nederlanders inzetten en hoe we omgaan met straattaal, regionale talen, dialecten, vormen van taalgebruik met een heel eigen dynamiek? Het zijn maar een paar van de vele actuele vragen die de noodzaak van Nederlands taalbeleid pijnlijk zichtbaar maken.

Doelstellingen van beleid

Meertaligheid kan een bron van innovatie zijn en betere internationale contacten opleveren. Het is wenselijk dat Nederland in navolging van ons omringende landen een taalbeleid formuleert.

Volgens de opsteller van het KNAW-rapport Talen voor Nederland moeten de doelstellingen van een adequaat taalbeleid zijn dat alle inwoners van Nederland een gezamenlijke taal – het Nederlands – kunnen lezen en schrijven en in elk geval op een basisniveau spreken en verstaan.  Daarnaast moeten alle inwoners van Nederland kennis op maat hebben van relevante talen en cultu­ren om in hun professionele leven en in hun economische, culturele en maatschap­pelijke context effectief te kunnen functioneren.

Ook zou er verder moeten worden gekeken dan het Engels, omdat een meertalig competente bevol­king met kennis van andere culturen klaar is voor de uitdagingen van de moderne wereld en goede contacten met andere taalgebieden een motor zijn voor innovatie.

Regels, maar ook vooral voorzieningen

Taalbeleid is een combinatie van regels en voorzieningen. Een voorbeeld van een regel is een gebruiksregel, zoals dat er in de Tweede Kamer Nederlands wordt gesproken. Kamervoorzitter Khadija Arib meldde dit aan Thierry Baudet, voorman van het Forum voor Democratie, toen hij zijn intrede in de Tweede Kamer in het Latijn hield. Daarnaast zijn er kwalificatieregels, zoals dat je een bepaalde taaltoets gehaald moet hebben om bijstand te kunnen ontvangen of om bepaald beroep uit te oefenen.

Regels zijn belangrijk, maar om ze te kunnen volgen zijn er voorzieningen nodig. Er zijn tenminste vijf soorten voorzieningen:

  • tolkenvoorzieningen, bijvoorbeeld in de zorg of in de rechtspraak;
  • voorzieningen om een taal te leren, bijvoorbeeld cursussen en onderwijsprogramma’s;
  • documentatie over een taal, in de vorm van woordenboeken, grammatica’s, tekstuitgaven;
  • software om een taal te ondersteunen, bijvoorbeeld bij tekstcorrecties of vertalingen;
  • informatie over diensten of verrichtingen van de overheid of van bedrijven.

Een meer systematische concrete invulling van een taalbeleid zou er zo uit kunnen zien:
 

Taal Huidige status Beoogde status Maatregelen Betrokken actoren
Nederlands Taal die voor velen de dagelijkse omgangstaal is maar door sommige groepen niet beheerst wordt.

Laag sociaal prestige.

De taal die alle inwoners beheersen en de hoofdtaal in het maatschappelijk verkeer Wetenschappelijke en technologische ondersteuning

Doorlopende leerlijnen

Expertise NT2

Begrijpelijk Nederlands

Taalunie

Alle overheden

Engels Snelle opmars Engels in het hoger onderwijs

Veel bedrijven hebben Engels als werktaal

Brede kennis van de taal

Gebruik in wetenschap, internationale betrekkingen, toerisme, en deel bedrijfsleven

Onderwijs op alle niveaus

Toetsing competentie docenten

Bedrijfsleven

Onderwijs

Lokale overheden

Buurtalen (Frans en Duits) Kennis van buurtalen neemt snel af

Geringe instroom studenten in talenopleidingen

Deel van de bevolking kent deze talen goed Hervorming curriculum

Imagoverandering

Euregio initiatieven

Landelijke overheid

Middelbaar en hoger onderwijs

Migrantentalen De verschillende groepen immigranten, vluchtelingen en expats in Nederland behouden in meerdere of mindere mate hun eigen talen en individuen verschillen sterk in de mate waarin ze het Nederlands beheersen Deel van de bevolking kent deze talen goed Documentatie en technische ondersteuning

Tolken beschikbaar

Maatschappelijke organisaties

Lokale overheden

Hoger onderwijs

Regionale talen (Fries, Nedersaksisch, Limburgs) Aan de ene kant worden de regionale talen, in het dagelijks leven minder gebruikt dan vroeger, maar aan de andere kant worden zij vaak gebruikt in de sociale media en in de populaire cultuur Fries is de tweede Rijkstaal.

Andere regionale talen worden in mindere of meerdere mate gesteund en spelen een rol in de cultuur van de verschillende regio’s en provincies.

 

Europees Handvest voor Regionale talen of Talen van Minderheden.

Fries in het twee-  en drietalig onderwijs en in de publieke sector.

Documentatie en technische ondersteuning

Provinciale overheden, Rijksoverheid

Taalunie

Nederlandse Gebarentaal (NGT) Kinderen die doof opgroeien leren in verschillende mate gebarentaal Wordt gebruikt in het dovenonderwijs

Voorzieningen van tolken

Documentatie en technische ondersteuning Specifieke onderwijsinstellingen

Zet een doorgeefluik en aanspreekpunt op

Ons advies is dat de gezamenlijke letterenfaculteiten van de universiteiten een Nationaal Platform voor de Talen opzetten. Via dit doorgeefluik kunnen de universiteiten kennis van uiteenlopende talen en software voor ondersteuning van minder bekende talen beschikbaar stellen aan beroepsgroepen, zoals zorg, inlichtingendiensten, politie en douane. Bij dit platform moet ook de certificering van tolken en andere taalprofessionals worden geregeld.

Voor het behoud van het Nederlands is het verder raadzaam een onafhankelijk, landelijk aanspreekpunt in te stellen dat kennis bundelt en de kwaliteit van het onderwijs in de Nederlandse taal waarborgt. Ook is het van belang om systematisch bij te houden welke talen er in Nederland worden gesproken, om het taalbeleid daarop af te stemmen.

Pieter Muysken is hoogleraar Taalwetenschap Radboud Universiteit Nijmegen. Sinds 2007 is hij Akademiehoogleraar bij de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Dit stuk is gebaseerd op, en een aanscherping van de KNAW verkenning ‘Talen voor Nederland’ (januari 2018), die Muysken samen met Roberta d’Alessandro, Antoine Buyse, Goffe Jensma, Joep Leerssen, Henriëtte Maassen van den Brink, Henriëtte de Swart, en Erik‐Jan Zürcher heeft opgesteld.

Foto: Bill Dickinson (Flickr Creative Commons)