Oplossingen lokale problemen liggen niet bij colleges maar bij burgers

De aanstaande colleges van B&W moeten niet denken dat ze voor het opolossen van problemen een beroep kunnen doen op eigenzinnige burgers. Ze kunnen beter bestaande burgerinitiatieven stimuleren en dynamiek en verschil accepteren.

Nu de gemeenteraadsverkiezingen voorbij zijn, begint in de gemeentes het onderhandelen over de nieuwe coalities en colleges van Burgemeester & Wethouders. Deze nieuwe coalities staan voor de uitdaging om in hun gemeente vorm te geven aan het creëren van meer banen, het ontwikkelen van andere ideeën op het gebied van veiligheid en het opstellen en implementeren van effectief beleid voor de zorgtaken die op de gemeente afkomen. In dat nieuwe beleid zullen veel gemeentelijke coalities oplossingen verwachten van de vrijwillige inzet van burgers. Deze burgers functioneren echter in zelfgekozen gemeenschappen in plaats van in de geografische constructie van de gemeente. De nieuwe gemeentelijke coalities moeten daarom aansluiting zoeken bij de bestaande gemeenschapscoalities, niet andersom.

De RMO: behoudt diversiteit

De Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) heeft een zestal adviezen opgesteld over hoe om te gaan met een aantal publieke kwesties waarin de interactie tussen de markt, samenleving en overheid vereist is. Veel onderwerpen die centraal hebben gestaan in de gemeenteraadsverkiezingen zijn te typeren als deze publieke ofwel gemeenschapskwesties. De adviezen worden kracht bijgezet in tijden waarin overheidsfinanciering onder druk staat maar kwaliteit en beschikbaarheid van diensten onverminderd belangrijk blijven. De essentie van de adviezen zit in behoud van diversiteit. Vaak wordt diversiteit in gemeenschappen als een probleem of ongewenst eindpunt van (gemeentelijk) beleid gesteld. De kern van de adviezen is dat diversiteit tussen gemeenschappen niet het eindpunt is, maar juist een gewenst startpunt van de dynamiek in Nederland. De vraag is hoe invulling gegeven gaat worden aan de verhouding tussen de diverse en vaak (schijnbaar) ongeorganiseerde gemeenschappen ten opzichte van de uniformerende Colleges van Burgemeester en Wethouders?

Burgers trekken zich steeds minder aan van gemeentepolitiek

In toenemende mate doen gemeentes een beroep op de eigen verantwoordelijkheid van burgers. Maar in onze maatschappij wordt de kern of de basisgevormd door  de civil society, of georganiseerde burgerij. De vrijwillige inzet van burgers vindt namelijk plaats in het groepsverband van de wijk, de sportvereniging, een internetgroep, rondom thema’s als de groenvoorziening of mogelijkheden van recreatie. Daarbij trekken burgers zich steeds minder aan van de gemeentepolitiek, de gemeentegrenzen en zetten ze zich vooral in vanuit hun eigen drijfveer. De verschuiving van gemeente naar gemeenschappen krijgt zo onbewust vorm.

Essentieel is dus het maken van  gemeentelijke coalities waarin heel gericht de inzet van burgers wordt ondersteund bij de lokale aanpak van issues zoals de (jeugd)zorg, het onderhoud van openbare ruimte en de ondersteuning van mantelzorg. Bepalend voor het succes in de komende vier jaar is of de formele gemeentelijke partijen deze (informele) gemeenschappen kennen, erkennen, hun waarde zien en zich goed kunnen verhouden tot deze gemeenschappen.

Gemeenten moeten verschil accepteren

Wat hebben gemeentelijke coalities nodig om deze maatschappelijke ontwikkelingen te benutten en te sturen? De basis wordt gevormd door het accepteren van dynamiek en verschil als startpunt en niet als ongewenst eindpunt. Het is daarbij belangrijk om in te spelen op het organisatorisch vermogen van de burger en de burger hierin te ondersteunen. Niet elk burgerinitiatief is namelijk even sterk of even goed georganiseerd. Net zo belangrijk is dat burgers vrijheid en zeggenschap houden over hun eigen initiatief en werk dat ze daarin verzetten. Dit betekent niet dat burgerinitiatieven die in het gemeentelijke beleid passen onafhankelijk moeten blijven. Integendeel. Het effectief ondersteunen van deze burgerinitiatieven kan de gezamenlijke maatschappelijke impact alleen maar vergroten. Daarbij blijft vertrouwen de belangrijkste stimulans van de civil society en burgerinitiatieven in het bijzonder. Alles wat gemeentelijke coalities daarin kunnen versterken, is een grote stap vooruit in de verdere ontwikkeling van wijken, gemeenschappen en gemeentes.

Het is duidelijk dat de aanpak en oplossingen in de komende vier jaar niet op gemeentelijk niveau liggen, maar bij de burgers zelf. Het zal gaan om de mate waarin zij worden gestimuleerd, geïnspireerd en gemotiveerd om verantwoordelijkheid te kunnen dragen voor welzijn, welvaart, onderwijs, veiligheid en zorg, voor zichzelf en voor anderen. De juiste coalitie van gemeentelijke partijen werkt samen met en is ondersteunend aan de echte coalities, de gemeenschappen. Zij komen op innovatieve, eigenzinnige en verantwoorde manieren tot oplossingen voor wijk- en gemeenschapsproblemen en zorgen voor de echte verbetering van de kwaliteit van het leven.

Prof. dr. Lucas Meijs, bijzonder hoogleraar Vrijwilligerswerk en Strategische Filantropie Erasmus Universiteit Rotterdam; Louk Burgers, directeur De Sportbank; Joppe Ter Meer, onderzoeker Erasmus Universiteit Rotterdam