Weg met kantoortuin en geheugentraining

Sabine Otten betoogde onlangs dat de vooroordelen over oud-zijn uit de weg moeten worden geruimd. Pas dan kunnen oudere werknemers echt langer doorwerken. Wat ook helpt, is dat oudere werknemers niet worden blootgesteld aan de verleidingen van de kantoortuin. En de geheugentraining kan weg.

Om ouderen langer te kunnen laten doorwerken, is het tegengaan van negatieve beeldvorming minstens zo belangrijk als wetgeving. Terecht zeggen Sabine Otten en nu ook Monicque Lorist dat de samenleving ‘veel meer het beeld -moet- uitdragen dat ook ouderen gezond, fit, energiek, productief en creatief kunnen zijn’  en ‘dat ouderdom een economische kracht is die aangewend kan, nee moet worden.’

We moeten af van de gedachte dat ouderen minder presteren

Een juiste beeldvorming begint bij bewustwording. Bijvoorbeeld over het feit dat mensen naarmate ze ouder worden, anders maar niet per se slechter presteren. De werkelijkheid is veel gevarieerder dan het vooroordeel wil, dat veroudering gepaard gaat met achteruitgang. Er zijn mensen die ‘eindeloos’ op hetzelfde niveau blijven presteren in dezelfde functie. En weer anderen zijn waardevol omdat ze hun kennis en ervaring weten over te dragen aan een jongere generatie.

Een bewuste werkgever schat zijn (oudere) werknemers op hun individuele waarde en weet tijdig te anticiperen op de eventuele leeftijdsgebonden veranderingen. Dat is overigens moeilijker dan het lijkt, veroudering is namelijk geen eenduidige ontwikkeling. Met de jaren gaat de mens er weliswaar fysiek op ‘achteruit’ en ook vinden er veranderingen in de structuur van zijn hersenen plaats, maar dat geldt niet per definitie voor zijn cognitief functioneren. ‘Geestelijke’ veroudering is een proces waarbij veranderingen in de hersenen actief kunnen worden gecompenseerd door ze anders te gebruiken.

Punt is echter dat we niet exact weten hoe flexibel en adaptief de hersenen zijn. Het is daarom moeilijk, althans nu nog, om aan te geven welke concrete maatregelen werkgevers zouden moeten nemen om langer doorwerken op zodanige manier te faciliteren, dat zowel zij als de oudere werknemers er baat bij hebben. Daarvoor dient het effect van de veroudering op de hersenen preciezer in kaart te worden gebracht en moet dat effect bovendien kunnen worden gerelateerd aan iemands functioneren.

Hersenen werken als facebook

De hersenen bestaan uit een groot aantal gebieden, georganiseerd in verschillende netwerken, die intensief met elkaar communiceren en samenwerken. Welke specifieke gebieden dat zijn, is afhankelijk van de uit te voeren taak. Bijvoorbeeld als we onze aandacht bij ons werk moeten houden is het ‘aandachtsnetwerk’ actief.

Jongeren en ouderen hebben ongeveer dezelfde netwerken. Uit ons onderzoek blijkt echter dat er bij veroudering een geleidelijke verandering optreedt in de communicatie in en tussen die netwerken. De gratis sociaalnetwerksite facebook is een prima metafoor voor die ontwikkeling. Met behulp van facebook vormen mensen een netwerk met elkaar die hen verbindt en directe, onderlinge communicatie mogelijk maakt. Mensen maken vaak deel uit van verschillende netwerken; bijvoorbeeld van kennissen, familie of duivenmelkers.  Op het moment dat mensen uit een virtuele netwerk elkaar niet meer kunnen luchten of zien dan  ‘ontvrienden’ ze elkaar. Wat zoveel inhoudt als dat zij niet meer direct met elkaar willen en kunnen communiceren. Dat wil echter niet zeggen dat communicatie tussen de voormalige facebookvrienden vanaf dan helemaal onmogelijk is, maar dat die voortaan alleen nog via andere mensen in het netwerk kan verlopen of zelfs via een ander netwerk. Bij veroudering gebeurt iets soortgelijks.

Bij het ouder worden wordt de directe communicatie tussen verschillende hersengebieden die een netwerk vormen minder, maar ook hier is er, net als bij het facebooknetwerk, altijd de mogelijkheid van de omweg. Slimme mensen hebben over het algemeen veel omwegen ter beschikking en zijn daardoor goed in staat om het wegvallen van directe verbindingen in een netwerk op te vangen.

Ouderen zijn eerder afgeleid

Vooral de communicatie tussen de verschillende gebieden in de netwerken die ons gedrag coördineren en die ervoor zorgen dat we op de juiste tijd onze aandacht aan de juiste informatie geven, wordt door veroudering beïnvloed. Er treedt daardoor verandering op in de hersennetwerken die onze flexibiliteit, aanpassingsvermogen en creativiteit bepalen. Een van de gevolgen hiervan is dat ouderen eerder afgeleid worden.

Dat is een contra-intuïtieve observatie. Het zijn toch vooral speelse, nieuwsgierige jonge honden die zich nergens lang op kunnen concentreren? Tot op zekere hoogte is dat waar, maar inhibitie, het deftige woord voor onderdrukking van spontane neigingen, kost enorm veel energie. En naarmate een mens ouder wordt, beschikt hij over minder energie. En mindere energie leidt tot snellere afleiding. Op het moment dat er een deur naar de gang openstaat en er loopt hoorbaar iemand langs, dan ben je afgeleid.

Op basis van onze bevindingen, kun je concluderen dat vooral ouderen daar gevoelig(er) voor zijn. Praktisch gesproken betekent dit dat een werkgever die zijn waardevolle, oudere werknemer wil behouden, de kantoortuin per onmiddellijk moet afschaffen. In de kantoortuin is de afleiding immers continu.

En nu we toch aan het afschaffen zijn: geheugentrainingen voor ouderen kunnen ook beter in de prullenmand. Immers als het netwerk van de hersenen waarin het geheugen is gelegen verzwakt doordat verbindingen verdwijnen dan kun je iemands geheugen trainen zoveel als je wilt maar het zal weinig zin hebben. Veel beter is het om het mindere geheugen van een oudere te compenseren door betrokkene leren beter waar te nemen. Via een omweg -door training van het aandachtssysteem- kan ook de vergeetachtige oudere dan nog prima functioneren.

Monicque Lorist is is hoogleraar Psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen en voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Psychonomie.

Foto: Bas Bogers