Immorele banken

Wie zich verdiept in de handel en wandel van banken, dreigt al snel te radicaliseren, ondervindt Tjerk Gualthérie van Weezel bij zijn research over Vestia. Bij de woningcorporaties was het opereren van de banken immoreel en verwerpelijk, maar ze zitten veilig in Londen.

Financieel geograaf Ewald Engelen zit even op het strafbankje van het publieke debat. Hij heeft in zijn boek De Schaduwelite voor en na de crisis een namenlijst gepubliceerd van mensen die volgens hem ‘drie aanvallen op de bancaire geldmachine onschadelijk hebben gemaakt’. Voor de lijst bleek geen enkele wetenschappelijke onderbouwing te bestaan. Er stonden ook wat gekke namen op, zoals Morris Tabaksblatt, de oud-topman van Unilever die toch alweer bijna vier jaar dood is. Die lijst was een stomme ‘gimmick’ − dat had ’ie niet moeten doen, gaf ook Engelen zelf toe.

In alle stukken over de kwestie-Engelen dook een openhartige column op waarin de UvA-hoogleraar enige tijd geleden bij zichzelf bespeurt dat hij aan het radicaliseren is. Zijn verontwaardiging over de financiële sector is zo groot dat hij steeds extremer wordt in zijn uitlatingen. In zijn boek over de schaduwelite balt die frustratie zich samen.

Bankiers hebben zich totaal onverantwoord gedragen

Terwijl dat j’accuse tegen de bankiers in zijn gezicht ontplofte, ging ongeveer op hetzelfde moment het laatste deel van De Verleiders in première. De theatertrilogie over fraude en corruptie. Door de bank genomen heet het stuk waarin de makers verschillende bankschandalen van de afgelopen jaren hebben verweven. De recensent in de Volkskrant was tamelijk kritisch: ‘De oprechte woede van de makers manifesteert zich bovendien in een opgefokte speelstijl, waardoor de voorstelling modern vormingstheater wordt dat oproept tot actie, inclusief geheven vingertje.’

Het zou zomaar een trend kunnen zijn, iedereen die zich te diep in de handel en wandel van banken verdiept, wordt zo boos dat hij zichzelf verliest.

Het is voor mij een waarschuwing. Voor een boek waaraan ik werk, zit ik tot over mijn oren in de derivatenfraude bij woningcorporatie Vestia. Ik praat over ‘payer swaptions’, ‘extendables’ en ‘index-derivaten’ alsof het mijn neefjes zijn. Deze en andere complexe financiële producten vormden de basis van het grootste debacle uit de geschiedenis van de sociale woningbouw. Waarbij een corrupte kasbeheerder tien miljoen euro in zijn zak stopte en huurders uiteindelijk met een miljardenschade achterbleven.

Zonder de hele kwestie uit te spinnen − daar is straks het boek voor, zegt de auteur dan slim − is de conclusie simpel. Bankiers hebben zich in dezen totaal onverantwoord gedragen, en honderden miljoenen euro’s verdiend aan een woningcorporatie. Zij hebben op grote schaal krankzinnige producten verkocht aan Vestia, en wisten − of hadden kunnen weten − dat het helemaal fout zat bij de kasbeheerder. Het heeft er zelfs alle schijn van dat veel banken grof geld verdiend hebben aan het debacle, door slim in te spelen op het bijna-failliet van Vestia.

Ook de parlementaire enquêtecommissie woningcorporaties, die afgelopen twee jaar onderzoek deed naar de affaire bij Vestia, laat er in haar eindrapport geen onduidelijkheid over bestaan: ‘De commissie beoordeelt het handelen van de betrokken derivatenbanken als immoreel en verwerpelijk.’

Bankiers zitten veilig in Londen

Inmiddels wordt een groot deel van de schuldigen aangepakt. Directeur Erik Staal van Vestia heeft de rechtszaak over zijn 3,5 miljoen euro vertrekpremie gewonnen. Maar hij is zijn baan kwijt, en er loopt nu een proces om hem juridisch aansprakelijk te stellen voor de schade. Net als zijn commissarissen. Bij de toezichthoudende instanties zijn de koppen van de directeuren reeds gerold. De accountant die namens KPMG de boeken controleerde, is uit zijn vak gezet en uit zijn firma gelazerd. En de strafzaak tegen de corrupte kasbeheerder en zijn handlanger lijkt zich aan te dienen.

Maar één partij lijkt veel moeilijker te pakken: de bankiers. Juist de betrokkenen waar misschien nog een serieus deel van de schade te verhalen valt. Zij zitten veilig in Londen en verschuilen zich achter het Engelse rechtssysteem. Daarin heb je niets aan een glashelder beeld van verzuimde zorgplicht en het wegkijken bij zeer dubieuze transacties. Voor de Engelse rechter gaat het om handtekeningen en contracten. En daar is het ook nog eens heel duur om een rechtszaak aan te spannen. Waardoor de huurders bij een verloren rechtszaak zelfs nog eens met enkele miljoenen aan extra schade voor advocatenkosten moeten opdraaien.

Je zou er bijna van radicaliseren en het vingertje opheffen. Ik hou me in en hoop intussen dat het dit keer toch zal lukken ook de bankiers ter verantwoording te roepen.

Tjerk Gualthérie van Weezel is cconomieredacteur bij de Volkskrant. Dit artikel verscheen als column in het winternummer van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken.