Rutte voert nationalistisch begrotingsbeleid

Vorige week leverde het SCP kritiek op het bezuinigingsbeleid van dit kabinet. Het kabinet zou te veel kijken naar de financieel-economische aspecten. Was het maar waar, schrijft Harrie Verbon. Ook vanuit economisch oogpunt is het begrotingsbeleid van het kabinet Rutte kortzichtig.

De bezuinigingsoperatie van het kabinet moet tot een daling van het EMU-saldo leiden van 5,5 procent nu naar minder dan 2 procent in 2015. Daarmee zouNederland een van de laagste overheidstekorten in de eurozone hebben. Dat is echter voor Europa nauwelijks goed nieuws. Een van de belangrijke problemen in Europa is dat de noordelijke eurolanden (zoals Nederland en Duitsland) minder besteden dan ze produceren, terwijl de zuidelijke eurolanden juist meer consumeren dan ze produceren. Niet alleen de overheden hebben in Zuid-Europa tekorten, de economieën als geheel hebben daar een gat in de hand. Dat heeft vele oorzaken, zoals dat de lonen er te hoog zijn, de productiestructuur verouderd is en de pensioenleeftijd te laag is. In de noordelijke eurolanden geldt het omgekeerde, zodat deze landen de zuidelijke landen kunnen wegconcurreren.

Als Nederland bezuinigt komen Zuid-Europese landen meer in problemen
Wat gebeurt er nu als de Nederlandse overheid bezuinigt? Dan wordt er in Nederland per definitie nog minder besteed en neemt het productieoverschot dus nog meer toe. Maar omdat het overschot van het ene land tekorten zijn van andere eurolanden zullen de productietekorten in andere landen, en dan met name in de zuidelijke eurolanden, nog meer toenemen. Met andere woorden, als de Nederlandse regering bezuinigt, komen de Zuid-Eeuropese landen nog meer in problemen, waardoor deze landen nog meer zullen moeten bezuinigen dan ze nu al moeten doen van de EU. De Zuid-Europese landen staat al een flinke recessie te wachten door de inkomensdalingen die ze moeten invoeren. Als daar nog eens nieuwe bezuinigingen bovenop komen omdat Nederland (en Duitsland) ook aan het bezuinigen zijn geslagen, wordt de kans dat deze landen er ooit nog eens bovenop komen alleen maar kleiner.

Omdat er een onmiskenbare neiging is de eurozone bij elkaar te houden, zullen de probleemlanden daarom nog meer geholpen moeten worden. Het eind van het liedje is dus dat als de noordelijke eurolanden een zuinig begrotingsbeleid voeren, de zuidelijke eurolanden dieper in de put zakken en dus meer geholpen moeten worden. De hulp wordt geleverd door de steunfondsen die op dit moment opgetuigd worden. Deze steunfondsen geven begrotingssteun aan de landen in problemen. Die steunfondsen zullen grotendeels gevuld gaan worden door de landen die geen grote problemen kennen bij de financiering van hun overheidsschuld, waaronder Nederland.

Bezuinigen leidt tot hogere bijdragen aan noodfonds
Zo krijgen we de paradox dat als de Nederlandse regering bezuinigt, dit via de omweg van het Europese steunfonds weer ongedaan gemaakt wordt door hogere bijdragen aan het steunfonds. Het beleid van dit kabinet is dus kortzichtig, maar het is toch eigenlijk vooral nationalistisch omdat er geen rekening wordt gehouden met de gevolgen van het nationale begrotingsbeleid voor de Zuid-Europese landen.

Harrie Verbon is hoogleraar openbare financiën aan de Universiteit van Tilburg. Dit stuk verscheen eerder in het Brabants Dagblad.