Zichtbaar maken levenslopen ouderen kan beleid verbeteren

Ouderen raken in de toekomst meer op zichzelf en hun omgeving aangewezen. Uit het SCP-onderzoek Met zorg ouder worden blijkt dat tweederde van de 65-plussers in een periode van 10 jaar meer dan lichte zorg en hulp nodig hebben. Of hun familie en vrienden dat aankunnen, hangt er van af.

De coalitieregering van VVD en PvdA onder leiding van Mark Rutte wil dat ouderen langer zelfstandig wonen met zorg en ondersteuning in de buurt en minder snel een indicatie ontvangen voor opname in een tehuis. Ook vindt de regering dat burgers eerst zelf hulp moeten organiseren, samen met huisgenoten, familie, vrienden en vrijwilligers (informele zorg), of hulp inhuren (particuliere zorg), alvorens ze een beroep kunnen doen op de collectieve voorzieningen. De gedachte achter het huidige beleid is dat ‘zwaardere’ (duurdere) zorg wordt vervangen door ‘lichtere’ (goedkopere) zorg en ondersteuning.

Zoeken naar patronen in ontvangen van ouderenzorg

In de regel ontvangen mensen naarmate ze ouder worden meer en vaker zorg en ondersteuning van hulpverleners, familie en vrienden. De grote vraag is wanneer en in hoeverre welke ouderen overgaan van lichtere naar zwaardere vormen van zorg en ondersteuning, en of daarin patronen zijn te ontdekken. Voor een antwoord op deze vraag hebben we 1.768 ouderen gedurende 10 jaar, van 1998 tot 2008, gevolgd.

Op grond van onze analyse hebben we vijf zorgtrajecten van 65-plussers onderscheiden. Aan het ene uiterste staat het traject van vitale ouderen (31 procent) die weinig zorg en ondersteuning nodig hebben. Zij beschikken over goede hulpbronnen, zoals een hoge opleiding, een hoog inkomen, een groot en stabiel netwerk en het gevoel regie te voeren over het leven. Helemaal aan de andere kant staat een traject van een groep (13 procent) van merendeels kwetsbare tehuisbewoners. Mensen met een lage opleiding, een laag inkomen, een klein sociaal netwerk en bovenal met weinig gevoel regie te voeren over het eigen leven. Tussen deze twee uitersten bevinden zich trajecten van ouderen (56 procent, verdeeld over 3 groepen) die na verweduwing en verhuizing, en een slechter wordende gezondheid zorg nodig hebben.

Houd hulpbronnen van vitale ouderen in stand

Wanneer de onderscheiden trajecten met het nodige voorbehoud worden geprojecteerd op de huidige bevolking van 2,8 miljoen mensen van 65 jaar en ouder, geven ze het volgende toekomstbeeld: bijna een derde van de 65-plussers zal in de komende 10 jaar naar verwachting vitaal blijven en incidenteel medische zorg en lichte gemeentelijke ondersteuning behoeven. Bijna een kwart van de ouderen begint met vergelijkbare lichte zorg, maar zal na verloop van tijd in de Wmo en later in de (huidige) AWBZ stromen. Daarnaast zal naar schatting een derde van de huidige 65-plussers in de komende 10 jaar overlijden.

De onderscheiden profielen bieden aangrijpingspunten voor beleid om de zorgtrajecten van ouderen te beïnvloeden. Duidelijk is bijvoorbeeld dat het verstandig is om de hulpbronnen voor de grote groep vitale ouderen in stand te houden. Verminderen deze hulpbronnen, dan leidt dit bijna vanzelfsprekend tot een hoger zorggebruik.

Gerichter beleid

Ouderen wier sociale netwerk in omvang sterk varieert door verweduwing en (gedwongen) verhuizing, zijn gebaat bij ondersteuning door buurt- of welzijnswerk. Dat zal de instroom in de collectieve voorzieningen van de Wmo en AWBZ niet helemaal voorkomen, maar kan deze wel beperken als familie en vrienden hulp bieden bij het huishouden en praktische zaken zoals vervoer en alarmering.

Aanpassingen in huis en verstrekking van hulpmiddelen door de gemeente kunnen de instroom in de AWBZ verminderen. Daarbij helpt een versterking van het sociale netwerk en hun zelfregie van ouderen. Ook de lage sociaaleconomische positie van een deel van de ouderen is een aanknopingspunt voor beleid. Ten slotte kan gezondheidspreventie, zoals meer bewegen, ertoe bijdragen dat personen minder snel lichamelijk en geestelijk aftakelen. Zo kan de overheid gerichter werken aan het vervangen van duurdere zorg door goedkopere zorg en ondersteuning.

Cretien van Campen is verbonden als senior onderzoeker Ouderen en Welbevinden aan het Sociaal Cultureel Planbureau  en associate lector Toegepaste gerontologie aan de Hogeschool Windesheim. Het rapport ’Met zorg ouder worden’ kunt u downloaden via de site van het SCP.

 

Foto: Bas Bogers