Innovatieve tussenvoorzieningen veelbelovende oplossing voor ouderen en verzorgers

In innovatieve tussenvoorzieningen zoals daghuizen en logeerhuizen worden ouderen gestimuleerd om zo veel mogelijk zelf te doen. Mantelzorgers kunnen er terecht voor een adempauze. Voor verdere ontwikkeling moeten nog enige barrières worden geslecht, concluderen onderzoekers van het Ben Sajet Centrum.

‘Zelf als het kan, thuis als het kan en digitaal als het kan’, is een slogan die velen zal aanspreken. Dat mag ook wel. Volgens een in 2019 verschenen RIVM-rapport verdubbelt in de komende decennia het aantal 75-plussers. Door het toenemend aantal ouderen neemt ook de druk op de zorg toe.

Mantelzorgers willen vaak zo lang mogelijk zorg bieden, maar soms wordt de belasting hen te zwaar. De vraag is of innovatieve tussenvoorzieningen, zoals daghuizen en logeerhuizen eraan kunnen bijdragen dat ouderen langer zelfstandig thuiswonen. Namens het Ben Sajet Centrum deden we er verkennend onderzoek naar.

Innovatief

Voor onze studie hebben we verschillende tussenvoorzieningen onder de loep genomen, waaronder het dag- en doecentrum van Tante Louise in Steenbergen en Het Buitenhuis in Wijdewormer.

Deze tussenvoorzieningen bevorderen de zelfstandigheid van ouderen

Beide locaties bieden respijtzorg aan (verlichting van mantelzorgers) en dagopvang. Ook bevorderen deze tussenvoorzieningen de zelfstandigheid van ouderen. Bij Tante Louise bijvoorbeeld leren ouderen hun zelfredzaamheid te vergroten, door zelf boodschappen te doen of zelf te koken. Zowel in het Buitenhuis als in Tante Louise kan worden gelogeerd.

In Amsterdam heeft de zorgorganisatie Cordaan recentelijk twee daghuizen geopend, tussenvoorzieningen die hetzelfde beogen als Tante Louise en Het Buitenhuis. Daghuizen zorgen ervoor dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig wonen en bieden verlichting aan mantelzorgers.

In innovatieve tussenvoorzieningen draait het meer om welzijn en minder om zorg

Alle genoemde voorzieningen combineren dagopvang, logeerzorg en zorgmomenten op maat, met gebruik van domotica en digitale dagbesteding.

In innovatieve tussenvoorzieningen draait het meer om welzijn en minder om zorg. Ouderen kunnen meedoen aan sociale activiteiten, en ze krijgen zorg op maat aangeboden. Mantelzorgers kunnen er even op adem komen. Zoals een mantelzorger het verwoordt: ‘Ik doe graag bordspelletjes met vrienden(..) en dan wil ik ‘s avonds blijven slapen om de volgende dag verder te gaan. (..) Als m’n moeder bij het Daghuis kan slapen lost dat een hele hoop op.’

Flexibel

De onderzochte tussenvoorzieningen werken met een mix van professionele zorgverleners en vrijwilligers, waardoor de zorg efficiënt is. Daarnaast zijn ze flexibel, ouderen kunnen op meerdere momenten, ook ’s avonds, naar de voorzieningen komen. De onderzochte locaties vervullen tevens een buurtfunctie. Zo is bij beide daghuizen een restaurant voorzien waar ook buurtbewoners kunnen aanschuiven. ‘Buren moeten gewoon kunnen binnenlopen, dat is ook om het levendig te houden. Mensen moeten het daghuis kennen en de mensen daar herkennen. Het is van belang dat er meer logeerhuizen komen, zodat mensen makkelijk hun eigen leven mee kunnen nemen’, zegt de oprichter van Logeerhuizen Amsterdam.

Hygiëne

Bestaande regels kunnen een struikelblok vormen voor tussenvoorzieningen. De wens om zo veel mogelijk een thuissituatie na te bootsen en de focus minder op zorg te leggen, strookt niet per se met de strenge hygiëneregels die voor tussenvoorzieningen gelden. In een traditionele zorginstelling dien je op elk geopend pak melk een sticker met de houdbaarheidsdatum te plakken. In een situatie waarin je van mensen verwacht dat ze zich gedragen zoals thuis is dat vrijwel onmogelijk. De kwartiermaker van het Buitenhuis: ‘Zelf haal ik daar mijn schouders voor op, maar je hebt ook met inspectie te maken.’

De inzet van vrijwilligers kan ingewikkeld zijn als je de hygiëneregels scherp naleeft

De inzet van vrijwilligers kan ingewikkeld zijn als je de hygiëneregels scherp naleeft. Dit terwijl de bijdrage van vrijwilligers vaak zeer gewild is. ‘Je moet soms lef tonen en burgerlijk ongehoorzaam zijn, anders kun je nooit innoveren. Het zal heus wel eens gaan schuren’, zegt de projectleider en adviseur van het Daghuis.

Financiering

Ons onderzoek toont aan dat ook de huidige financieringsmodellen niet goed aansluiten bij de flexibiliteit van de nieuwe zorgvorm. Zo verschillen de budgetten voor logeerzorg enorm, afhankelijk van de vraag of de zorg wordt gefinancierd via de Wet maatschappelijke ondersteuning of op grond van de Wet langdurige zorg.

Dit leidt soms tot ingewikkelde situaties waarbij zorgaanbieders een voorkeur hebben voor cliënten met een zwaardere indicatie, omdat complexe zorg beter vergoed wordt. De initiatiefnemers van de tussenvoorzieningen pleiten daarom voor een logeertarief.

Besparingen

Als we de voordelen van de uitgestelde zorg kwantificeren, dan zijn de cijfers van het Zorginstituut behulpzaam. In het rapport ZorgCijfers Monitor worden de zorgkosten van ouderen in het verpleeghuis vergeleken met die van thuiswonende ouderen in het half jaar voorafgaand aan opname.

Het verschil in kosten tussen verpleeghuiszorg en thuiszorg is substantieel

Het gaat om respectievelijk een bedrag van 32.000 euro voor een oudere in verpleeghuis zonder behandeling en 42.000 euro voor een oudere in verpleeghuis met behandeling versus 3700 euro voor een oudere thuiswonende.

Het verschil in kosten tussen verpleeghuiszorg en thuiszorg is substantieel. Dat betekent dat als de tussenvoorzieningen inderdaad leiden tot uitstel van opname in een verpleeghuis, de besparingen aanzienlijk kunnen zijn.

Veelbelovend

Innovatieve tussenvoorzieningen zoals daghuizen en logeerhuizen bieden een veelbelovende oplossing voor zowel ouderen als hun verzorgende familie en vrienden. Ze maken het mogelijk voor ouderen om langer thuis te blijven wonen, bieden mantelzorgers broodnodige respijtzorg en verlichten de druk op het formele zorgsysteem.

De ontwikkeling en opschaling van tussenvoorzieningen vragen om andere financieringsmodellen, en een goede samenwerking tussen zorgaanbieders, gemeenten en zorgkantoren. Wanneer beginnen we?

Caroline van Dullemen is senior onderzoeker bij het Ben Sajet Centrum en docent Bestuurskunde aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Vivian Toemen is onderzoeker bij het Ben Sajet Centrum. Petra Boersma is programmaleider Leren, verbeteren en implementeren bij het Ben Sajet Centrum en onderzoeker bij Hogeschool Inholland in Amsterdam.

 

Foto: Doro Sverige (Flickr Creative Commons)