Weinig mensen lijken zich zorgen te maken over het wetsvoorstel ‘Toetsing Levenseindebegeleiding van ouderen op verzoek’. Dat is opmerkelijk omdat onderzoek van de Universiteit voor Humanistiek (Van Wijngaarden, 2020) aantoont dat er geen gezonde ouderen zijn die nú hulp bij zelfdoding willen. Degenen die dat misschien op termijn wel willen, zijn voornamelijk alleenstaande 55-plus vrouwen – vaak moeders – uit stedelijke gebieden, die in armoede en sociale isolatie leven en gezondheidsklachten hebben. Zij weten niet hoe zij hun leven opnieuw zin kunnen geven. Gebaseerd op deze onderzoekscijfers willen 260 Nederlanders van 75 of ouder op termijn hulp bij zelfdoding. Maar hun doodswens en de levenswens wisselen elkaar steeds af. Deze ambivalente houding is precies de reden dat huisartsen, psychiaters, psychologen en verpleegkundigen niet wensen mee te werken aan de dood van gezonde ouderen.
Hulp bij zelfdoding in plaats van maatschappelijke hulp
Toch diende oud-Kamerlid Pia Dijkstra van D66 vorig jaar een initiatiefwetsvoorstel in. Zij heeft namelijk ‘een andere doelgroep’ voor ogen: gezonde ouderen die geen zingeving ervaren en vinden dat zij recht hebben op hulp bij zelfdoding wanneer zij dat willen. Maar willen we wel een wet die deze ultieme zelfbeschikking mogelijk maakt? Begrijpen Kamerleden de negatieve gevolgen daarvan? In de Tweede Kamer wordt al jaren steeds minder gedebatteerd over wetsvoorstellen. Dat maakt de hele kwestie van een wet voor hulp bij zelfdoding eng. De meerderheid van de Kamerleden krijgt de informatie uit tweede hand – als ze die al krijgen en lezen – en verdiept in de maatschappelijke gevolgen van dit wetsvoorstel.
Bedenk daarbij dat hiervoor al jaren een politieke lobby gaande is en je kunt je voorstellen dat we naar een samenleving gaan waarin het normaal wordt dat gezonde mensen onvoldoende sociaalmaatschappelijke hulp krijgen en voortijdig een einde aan hun leven laten maken. Een horrorscenario dat de geschiedenis zal ingaan als de zoveelste ‘gate’. De ‘voltooidlevengate’.
Doodswens is een levensvraag
Van geriaters weten we dat een doodswens bij ouderen vaak voortkomt uit een goed behandelbare depressie die niet wordt herkend (Verkaaik, z.j.). De oudere zelf noemt het eenzaamheid en uitzichtloosheid. Dit wetsvoorstel lijkt ‘barmhartig’ zoals Dijkstra zegt, maar is zeer ondoordacht en inhumaan omdat het de oudere geen oplossing biedt behalve de dood. Wanneer een gezond iemand dood wil, zegt hij eigenlijk een ander leven te willen. Een doodswens is een levensvraag.
Dus laten we op tijd een levensplan voor onszelf maken, bijvoorbeeld met de ‘wilsverklaring onvoltooid leven’ waarin we noteren hoe we ons leven zin kunnen blijven geven en hoe we gezond blijven. Negentigplussers kunnen dat ook, want je hoeft toch niet de hele dag op je dood zitten te wachten als je gezond bent? Laten we ons leven als onvoltooid blijven zien en vooral zinvol en schaamteloos verder leven (Gouweloos, 2020). Veel ouderen met een doodswens denken dat het hun eigen schuld is dat ze zoveel problemen hebben, schamen zich daarvoor en vragen geen hulp. Onze maatschappij is voor hen zó ingewikkeld en soms hardvochtig, dat je kunt spreken van maatschappelijk lijden. Zoeken we de oplossing in de dood, dan zal het lijden alleen maar toenemen.
Waarom wilde je voor mij niet doorleven?
Er zijn geen gezonde ouderen zijn die nú dood willen. En, laten we wel zijn, dat is ook volstrekt normaal. Je maakt toch niet zomaar een einde aan je leven? Als je gezond bent of een paar klachten hebt, dan kun je nog midden in het leven staan, ook als je stokoud bent. En zie je het leven door tegenslagen tijdelijk niet zo zitten, dan nog zul je beseffen je het je kinderen, partner en goede vrienden niet kunt aandoen om uit het leven te stappen.
Als ouderen dit wel doen, dan zullen hun nabestaanden daar intens verdrietig en vaak boos over zijn. Zij vragen zich af ‘waarom wilde je voor mij niet doorleven’ en krijgen nooit meer antwoord. Dat leidt tot lijden bij de achterblijvers in de vorm van gecompliceerde rouw. Dat is dan de ‘erfenis’ van degene die wilde beschikken over zijn eigen dood.
Zelfbeschikking leidt tot misbruik
De voorstanders van het wetsvoorstel gebruiken ‘zelfbeschikking’ als argument – in dit geval: je mag zelf bepalen of je dood wil. Maar zelfbeschikking houdt juridisch gezien niet in dat iemand jou mag helpen bij zelfdoding. Dan is het moord. Zelfbeschikking betekent volgens de Internationale Rechten van de Mens dat je over je eigen leven mag beschikken. Er bestaat geen recht op de dood. Dat is ook maar beter, want het leven bestaat uit pieken en dalen. Zou de wet worden aangenomen, dan gaan er hoogstwaarschijnlijk veel mensen met een lichte depressie dood die goed behandeld hadden kunnen worden. Voor degenen die uitzichtloos lijden, is er al een weg. De ‘Adviescommissie Voltooid Leven’ constateerde in 2016 dat de huidige euthanasiewet voldoende ruimte biedt, ook voor ouderen die een opeenstapeling van niet ernstige lichamelijke en of psychische klachten hebben (waaronder sinds kort ook dementie valt).
Buiten de juridische aspecten is het belangrijker zich te beseffen dat er gezonde mensen zijn die niet weten wat zelfbeschikking is – bijvoorbeeld mensen met een laag IQ en vrouwen met weinig zelfvertrouwen en een zeer overheersende partner. Zij laten zich leiden door anderen en doen uiteindelijk wat anderen zeggen. Als ze denken de ander tot last te zijn, zullen ze er uiteindelijk van overtuigd raken dat hun leven er niet toe doet. Dat het beter is om er niet meer te zijn zonder zich te beseffen dat hen dit onbewust of bewust is aangepraat. Daardoor is misbruik van de wet niet te voorkomen. Het argument van de voorstanders ‘je hoeft geen gebruik te maken van hulp bij zelfdoding’ is niet sterk. Door deze wet aan te nemen gaan we naar een samenleving waarin het normaal is dat je na je vijfenzeventigste hulp bij zelfdoding vraagt. Een wet maakt immers iets normaal. Is dat wat we willen?
Overheid moet werken aan welzijn
De overheid heeft de wettelijke taak om bij te dragen aan ons welzijn. Dat doe je niet door de dood aan te bieden. Dan valt er namelijk niets meer aan dat welzijn te verbeteren. Wat de overheid wel moet doen, is inzetten op een betere ouderenzorg met veel meer aandacht voor zingeving en depressieve klachten. Het wetsvoorstel hoeft dus niet ter stemming naar de Kamer, maar kan de prullenbak in. Nederland zit niet te wachten op een volgend politiek debacle in de vorm van een #voltooidlevengate.
Anne Gouweloos is psychosociaal therapeut, onderzoeksjournalist en auteur van het boek ‘Leef onvoltooid! Zinvol en schaamteloos ouder worden’, 2020.
Foto: Benjamin LECOMTE (Flickr Creative Commons)