Sociaal werk mag niet meebewegen met wreed beleid

Kwetsen en mensenrechten schenden zoals het kabinet dat doet, botst met alle professionele waarden van het sociaal werk, schrijft docent-onderzoeker Jeroen Boekhoven. Niet de individuele sociaal werker, maar de beroepsgroep als geheel moet stelling nemen, meent hij.

Sociaal werkers moeten meer oog hebben voor de gevolgen van politiek beleid. Dat is een belangrijke les van het toeslagenschandaal. Sociaal werkers veroorzaakten het schandaal niet, maar speelden wel een rol bij het uitvoeren van hard en racistisch beleid. Sociaalwerkorganisaties concludeerden achteraf dat ze de staat en de belastingdienst te makkelijk hadden gevolgd en te weinig rechtsbescherming hadden geboden, bijvoorbeeld toen ze kinderen uit huis plaatsten (Haarsma, 2022; NJi, 2022).

Sociaal werkers moeten kritisch mensen, groepen en gemeenschappen bevragen en input en advies leveren voor beleid

In 2024 concludeerde de Parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening (2024) dat de staat ‘In een verhard politiek en maatschappelijk klimaat (…) blind was geweest voor mens en recht’. Sociaal werkers hadden dit op grond van hun Beroepscode moeten signaleren en agenderen.

Volgens het Beroepsprofiel van de Sociaal Werker is signaleren en agenderen een bekwaamheid: sociaal werkers moeten kritisch mensen, groepen en gemeenschappen bevragen, en gevraagd en ongevraagd input en advies leveren voor beleid. Maar, ‘als beroepsgroep ontbreekt nog te vaak als expertisegroep of meedenkgroep bij het ontwikkelen van sociaal beleid, zowel op organisatieniveau als maatschappelijk niveau’.

Consensus slaat om in conflicten

Dat is belangrijk, want politici van het kabinet-Schoof schenden mens en recht. Zij gedragen zich als zogeheten Polarisierungsunternehmer, dat wil zeggen dat polariseren hun politieke handelsmerk is. Het is hun Erfolgsrezept (recept voor succes, red.). Door gevoelige thema’s (inflammatorische Einzelthemen) zo aan te snijden dat die sterke emoties oproepen, laten ze consensus omslaan in conflicten. Met name over vraagstukken met hohes Affizierungspotential, dus vraagstukken die aangrijpen, die emoties oproepen: immigratie en inclusie, diversiteit op het gebied van gender en seksualiteit, en klimaat en milieu (Mau, Lux & Westheuser, 2024).

Politici zorgen ervoor dat niet wetenschappelijke inzichten centraal staan, maar gevoel

In Nederland is sprake van leader polarization. Politici sturen doelbewust aan op conflict en tweespalt, en zorgen ervoor dat niet wetenschappelijke inzichten centraal staan, maar gevoel. Juist de emotionele lading van hun boodschappen draagt bij aan affectieve polarisatie, waarbij opponenten elkaar gaan wantrouwen of haten (Bosco & Verney, 2024).

Bij het huidige kabinet is kwetsen inherent onderdeel van de politieke strategie

Het toeslagenschandaal zou gezien kunnen worden als pervers effect van geïnstitutionaliseerd wantrouwen (Van der Heijden, 2020). Bij het huidige kabinet zijn kwetsen en rage baiting inherent onderdeel van de politieke strategie. Wat de Amerikaanse journalist Adam Serwer schreef over Trump en zijn supporters (2021) gaat ook op voor het kabinet Schoof: ‘They find community by rejoicing in the suffering of those they hate and fear’. Dus: The cruelty is the point.

Botsen met logica sociaal werk

Voorbeelden te over: BBB-leidster Van der Plas sprak over ‘letterbak’ in plaats van over lhbtqia+ en verwierp seksuele voorlichting die gericht is op het bevorderen van respect en sociale veiligheid als ‘gekkigheid’. Haar kwetsende en denigrerende uitspraken botsen met de professionele logica van sociaal werkers, die gendergeweld en seksueel geweld kennen als een urgent maatschappelijk probleem (Act4Respect, 2020).

Nu al wordt gekeken of Nederlandse burgers met een migratieachtergrond het Nederlandse paspoort kan worden afgepakt

Xenofobie en islamofobie sturen inmiddels beleid, waarin onderscheid wordt gemaakt tussen islamitische en andere Nederlanders. Nu al wordt gekeken of van Nederlandse burgers met een migratieachtergrond het Nederlandse paspoort kan worden afgepakt. Problemen op het gebied van volkshuisvesting, gezondheidszorg en onderwijs worden (ten onrechte) geframed als een asielcrisis.

Kabinetsleden doen racistische uitspraken en ontkennen vervolgens dat die uitspraken racistisch zijn

Door de afschaffing van de bed-bad-broodregeling zullen ongedocumenteerde asielzoekers op straat belanden, en de zorg voor onverzekerden zal worden uitgekleed. Huidige kabinetsleden doen racistische uitspraken en ontkennen vervolgens dat die uitspraken racistisch zijn. De klimaatcrisis wordt afgedaan als klimaatonzin. Gaslighting is een politieke strategie.

Pleidooien voor politiseren

Sociaal werkers gaan uit van respect voor diversiteit, sociale cohesie en rechtvaardigheid en komen door dit beleid in morele nood, zei Thomas Kampen in zijn oratie (2024). Professionele waarden botsen met machten die de autonomie en ethische handelingsvrijheid beperken. Om die nood te verminderen (en professionele principes te behouden) moeten volgens Kampen sociaal werkers meer zeggenschap krijgen over hun ideologie, kennisbasis, werkterrein, arbeidsmarkt en opleiding.

Kampen vindt dat er meer aandacht moet komen voor politieke vaardigheden in sociaal werk opleidingen.

Hij pleit daarom voor het versterken van de kennisbasis, via wetenschappelijk onderzoek, en vindt dat er meer aandacht moet komen voor politieke vaardigheden in sociaalwerkopleidingen.

Daarmee sluit Kampen aan bij eerdere pleidooien voor politiseren. Ook het Sectorplan Hogere Sociale Studies benadrukt het belang van (zicht op) de maatschappelijke context voor sociaal werk. In 2024 verscheen een prachtige aanzet tot context-sensitief werken dat (aankomende) sociaal werkers moet helpen om bij te dragen aan sociale verandering en empowerment (Linders, Kešić & Hermens, 2024). Sociale reflectie is daarvoor belangrijk, want collectief signaleren en agenderen kan pas als (aankomende) professionals hun individuele handelen relateren aan de politiek-maatschappelijke context (Linders & Kešić, 2024).

Nieuwe context vraagt om reflectie

In de huidige context is meebewegen met beleid geen optie. Wachten op signalen van sociaal werkers dat beleid mensenrechten schendt ook niet. De nieuwe sociaal-politieke context vraagt om reflectie op de politics of social work. Morele verontwaardiging moet leiden tot het doordenken van en handen en voeten geven aan de sociale, maatschappelijke en politieke rol van sociaal werk.

De beroepsgroep moet een positie innemen in het politieke speelveld

De verantwoordelijkheid voor collectief signaleren en agenderen kan nu niet liggen bij individuele (aankomende) sociaal werkers. De beroepsgroep moet zich als geheel verhouden tot de sociaal-politieke kaders, en een positie innemen in het politieke speelveld, waar politici mensenrechten op het spel zetten. Als lectoren, onderzoekers, sociaalwerkorganisaties, sociaalwerkopleidingen en de BPSW sociaal werk willen vormgeven als een gamechanger (IFSW, z.d.), dan moeten ze de politieke druk op sociaal werk en de politiek van sociaal werk hoog op hun agenda zetten.

Jeroen Boekhoven werkt als docent-onderzoeker aan de Hanze Groningen, waar hij is verbonden aan het Lectoraat Jeugd, Educatie en Samenleving. Hij maakt deel uit van de WSD Polarisatie en Vertrouwen en van de kernredactie van het Journal of Social Intervention.

 

Foto: Terence Faircloth (Flickr Creative Commons)