Oorlog Gaza: ‘Wat daar gebeurt, heeft hier impact’

Het conflict tussen Israël en Palestina ‘komt langs de voor- en achterdeur het sociaal werk binnen. Het is belangrijk dat sociaal werk de kant kiest van de slachtoffers, met mensenrechten als kompas’, schrijft onderzoeker Pascal Debruyne.

 Boys
Mothers boys
Fathers boys
Your boys
Your boys
But also in the end
Our boys too
Our boys
All our boys
Our boys
Our boys
Our boys.

In het lied Carry the Earth van de Palestijnse groep Trio Joubran zingt Roger Waters de verzen van de Palestijnse dichter Mahmoud Darwish. Op de achtergrond hoor je het ruisen van de zee en geluiden van drones.

Vandaag tart het oorlogsgeweld elke verbeelding

Het lied is een ode aan vier jongens die in 2014 gestorven zijn in Gaza. De jongens, vier broers van de Bakr-familie ‘vonden de dood’ – Mohammad Ramiz Bakr (11), Ahed Atef Bakr (10), Zakariya Ahed Bakr (10) en Ismail Mahmoud Bakr (9). Ze werden op het strand van Gaza vermoord door Israëlisch vuur. ‘Het zijn de doden die de aarde dragen en het leed van de levenden die achterblijven’, vertelt Darwish.

Deze vier jongens hebben een gezicht en een naam. Dat is vandaag anders en ook ongelijk verdeeld. Daar moest de Nederlands-Palestijnse schrijver en acteur Ramsey Nasr ons aan herinneren in een indringende ode op de Nederlandse televisie.

De geschiedenis herhaalt zich

De geschiedenis herhaalt zich, maar nooit op dezelfde manier. Vandaag tart het oorlogsgeweld in Gaza en Israël elke verbeelding.

Al is de bezetting van Israël en de militaire blokkade van Gaza sinds 2015 de kern van dit decennialange conflict, toch zet de drieste aanval van Hamas – of Islamitische Jihad – op Israëlische kibboets en feestende burgers op een festival, de permanente cyclus van geweld op een nooit eerder geziene manier verder.

‘Wereldgebeurtenissen zijn nooit meer echt een ver-van-ons-bed-kwestie’

De termen ‘genocide’ en ‘etnische zuivering’ passeren deze keer – na de diverse oorlogen in 2006, 2007, 2008, 2012 en 2014 – niet zomaar de revue. Plannen om Gaza te ontruimen circuleren zowel op papier, als in politieke uitspraken van extreemrechtse kringen in Israël. Een tweede Nakba spookt door de hoofden.

De oorlogsmisdaden van Hamas worden in veelvoud beantwoord op een opeengepakte bevolking van quasi 2,5 miljoen mensen in Gaza. Nadat meer dan duizend Israëlische burgers werden afgeslacht, volgt nu de collectieve straf voor Gazanen: met een bommenregen op woningen en publieke voorzieningen, maar ook door levensnoodzakelijke middelen te blokkeren en mensen te verdrijven naar het zuiden. We zijn meer dan tienduizend doden later, waaronder meer dan vierduizend kinderen.

De wereld, een dorp

Wat daar gebeurt, heeft hier impact. Het komt langs de voor- en achterdeur het sociaal werk binnen.

Op zich is daar niks nieuws aan. In tijden van migratie en communicatietechnologie is de wereld een dorp. Een aardbeving in Marokko of Afghanistan, een overstroming in Pakistan, oorlog in Oekraïne en Syrië… Het heeft allemaal impact, ook hier. Wereldgebeurtenissen zijn nooit meer echt een ver-van-ons-bed-kwestie.

Het conflict tussen Israël en Palestina is ook historisch geen ver-van-ons-bed-kwestie. Het maakt sinds de Eerste Wereldoorlog deel uit van de West-Europese geschiedenis, waarbij Europese landen zowel Arabische onafhankelijkheid als ‘een thuis het voor Joodse volk’ beloofden. Wat na de tweede wereldoorlog ‘beslecht werd’ wanneer de Verenigde Naties, in 1947, Palestina verdeelde in Arabische en Joodse gebieden.

Palestijnen die vandaag sociaalwerkpraktijken binnenwandelen zijn mensen met familie in Gaza, de Westelijke Jordaanoever en Jeruzalem

Israël riep de onafhankelijk uit op 14 mei 1948, wat tot de Nakba zou leiden, de Arabische catastrofe die honderdduizenden Palestijnen zou verdrijven van hun land. Zelfs de Oslo-akkoorden (1993-1995) zouden in plaats van oplossingen, de prelude vormen van wat de Verenigde Naties ‘apartheid’ noemt. De Westelijke Jordaanoever werd een Bantoestan of thuisland: een serie enclaves van Palestijnse dorpen en steden tussen uitbreidende illegale Israëlische nederzettingen die een Palestijnse staat onmogelijk maken. Het sluitstuk werd de blokkade van Gaza, die een openluchtgevangenis werd.

Wat er vandaag in het Midden-Oosten gebeurt, maakt integraal deel uit van deze gedeelde geschiedenis, van grenzen trekken en (de)kolonisatie.

Gaza

Wat er gebeurt in Gaza, maar ook in Israël en de rest van Palestina, is in die zin verbonden met onze gedeelde leefwereld. Maar de oorlog komt vandaag nog harder binnen voor mensen die er familie hebben. Of mensen die uit de regio komen, voor wie de ‘bezetting’ en ‘Nakba’ geen abstracte dingen zijn.

‘We zien enorm veel solidariteit. Mensen willen graag helpen als er acties op touw gezet worden’

Palestijnen die vandaag sociaalwerkpraktijken binnenwandelen zijn dwergen op de schouders van deze reuzengrote geschiedenis. Het zijn mensen met familie in Gaza, de Westelijke Jordaanoever en Jeruzalem. Maar ook met gevluchte familieleden die nu verblijven in Jordanië, Libanon, Syrië en Egypte.

Saamhorigheid in lijden

Op sociale media vroeg ik aan sociaal werkers: ‘Hoe komt Gaza je praktijk binnen?’ Ik kreeg veel antwoorden en reacties. Een sociaal werkster schrijft: ‘Een niet-begeleide minderjarige vluchteling die zegt: ‘Dag mevrouw ik ben Gaza’.’ Een andere werker: ‘Bij ons kan een medewerker al een week niet werken, hij is afkomstig uit Gaza en volledig van de kaart. Hij verloor al ettelijke familieleden.’

Wat er daar gebeurt, komt hier het sociaal werk binnen. ‘Het komt in bijna elke conversatie naar boven, ook onze socials overstromen’, reageert een sociaal werker. ‘Er zijn kansen voor samenwerkingen, voor benefieten, voor netwerkverbinding. De solidariteit is groot.’

‘Het geeft een gevoel van onveiligheid dat er niet de kant wordt gekozen van onderdrukte volkeren’

De samenhorigheid in lijden, maar ook in solidariteit, wordt bevestigd door een sociaal-cultureel werker: ‘Wij hebben mensen uit Gaza, maar ook uit Syrië, Oekraïne, Rusland, Libanon… Zij worden nu opnieuw met hun eigen pijn en trauma’s geconfronteerd. Maar we zien ook enorm veel solidariteit. Mensen willen graag helpen als er acties op touw gezet worden.’

Programma omgegooid

Niet alleen mensen uit Palestina worden geraakt. Palestina is exemplarisch geworden voor het lijden van veel meer mensen op de vlucht en voor mensen die zich onderdrukt voelen in een context van institutioneel geweld en onrechtvaardigheid. Zeker wanneer politici strategisch gaan kiezen.

Zoals een sociaalwerkcoördinator zegt: ‘Het geeft een gevoel van onveiligheid dat er niet de kant wordt gekozen van onderdrukte volkeren. Terwijl die samen met ons mee willen werken aan een inclusieve samenleving. Mensen stellen de vraag: “Wat is ons leven waard? Wie komt er voor ons op”.’

‘Wat veel naar boven komt, is extra boosheid over de dubbele moraal, zeker na Oekraïne’

Een jeugdwerkster verwoordt het anders: ‘Het leeft heel sterk. Wij hebben ons programma van volgende maand omgegooid en gaan met onze jongeren hiermee aan het werk. Therapie, maar ook kunst en activisme. Rollenspelen rond peacebuilding. Alleen heb ik nog geen therapeut gevonden die hier met jongeren aan werkt…’

‘We hebben ook Palestijnse jongeren en normaal bij aanvallen van Israël reageren zij best kalm, maar nu zijn het alle emoties tegelijk. Wat veel naar boven komt, is extra boosheid over de dubbele moraal, zeker na de andere reactie in Oekraïne. Ze snappen echt de houding van onze politiek niet.’

Het is belangrijk dat sociaal werk de kant kiest van de slachtoffers

Een andere sociaal werker schrijft: ‘Moslims voelen het hele gebeuren aan als een aanval op hen. Palestina krijgt geen steun omdat het (voornamelijk) moslims zijn en dus ervaren ze het als een signaal dat hun leven minder waard is. En dat gevoel is er al bij kinderen.’

Mensenrechten als kompas

Het geweld vandaag is een zoveelste herhaling van het geweld uit het verleden. Niet alleen lijden van Palestijnen, maar ook dat van burgers met Joodse roots in België moet ons bezighouden. Zeker op plaatsen waar burgers met Palestijnse en Joodse roots samenleven en dezelfde ruimte delen.

Daarom is het belangrijk dat sociaal werk zich niet neutraal opstelt, maar de kant van de slachtoffers kiest, met mensenrechten als kompas.

Zoals SAAMO, de Vlaamse organisatie voor opbouwwerk, doet: ‘Er is een oorlog aan de gang die heel dichtbij komt. Stress, angst, verdriet en machteloosheid zet je niet zomaar opzij om weer over te gaan tot de orde van de dag. En dat zijn de gevoelens die momenteel leven bij SAAMO. Hoe onze samenleving omgaat met de slachtoffers van de oorlog tussen Israël en Hamas, bepaalt hoe mensen zich hier voelen. Daarom spreken we ons uit over de oorlog die momenteel woedt.’

Safe spaces

Het is in de eerste plaats belangrijk om veilige ruimtes te creëren om wat ‘daar’ gebeurt ook ‘hier’ te bespreken.  Een sociaal werkster: ‘Het komt veel en hard binnen. In de buurtpraktijken en via collega’s. We waren met een grote groep opbouwwerkers in Brussel bij de betoging, op verzoek van deelnemers en vrijwilligers. We hebben ook intervisie en gesprekstijd voorzien.’

‘Mijn stagiaire van vorig schooljaar is 21 familieleden verloren. Ik zie verdriet en wanhoop’

Mensen hebben nood aan gesprek in een sfeer van vertrouwen: ‘Ik voel dat er veel nood is om te ventileren. Wij hebben een aantal ouders uit Gaza. Sommigen hebben al dagen geen contact met hun familieleden. Mijn stagiaire van vorig schooljaar is 21 familieleden verloren. Ik zie verdriet en wanhoop in hun ogen’, zegt een medewerker.

Niet overal bespreekbaar

De oorlog en het lijden bespreekbaar maken is niet altijd evident. In veel sociaalwerkorganisaties is het niet bespreekbaar, omdat het thema niet gangbaar is of men schrik heeft het aan te kaarten. ‘Gaza komt keihard binnen in een sector die op een paar uitzonderingen na heel stil is’, zegt een andere sociaal werker: ‘Ook merk ik nu pas hoe weinig geïnformeerd mensen zijn, wat duidelijke communicatie naar buiten brengen heel erg bemoeilijkt.’

‘Wij durven er zelfs niet over te praten in onze leslokalen’

 Een jeugdwerker van een zelforganisatie schrijft: ‘Wij kunnen er niet mee overweg. Wij durven er zelfs niet over te praten in onze leslokalen om te voorkomen dat onze organisatie benadeeld zal worden! Vooral omdat wij leerlingen hebben met familieleden daar. Onze doelgroep komt steeds met vragen waarbij wij er alles aan doen om het leed te verzachten. We zouden bijna kunnen zeggen dat wij externe hulp nodig hebben om hierover in dialoog te gaan.’

‘Er zijn Palestijnse sociaal werkers die door de media worden opgebeld, maar van hun organisatie geen politieke reactie mogen geven’, vertelt een coördinator die ook de reactie van een Palestijnse medewerker meegeeft: ‘Hoe kan het niet politiek zijn? Het bepaalt al decennia waar ik woon, waar ik leef, waar ik werk, waar ik heen mag, waar er muren staan.’

Politiek handelen is niet alleen spreken, maar ook doen

Het illustreert hoe mensen en bepaalde dimensies van de realiteit monddood worden gemaakt. De roep om intervisie en ondersteuning is groot in het werkveld. Want wat onmogelijk wordt gemaakt om uit te spreken, komt ooit als boemerang terug in allerlei radicale vormen van ‘communicatie’.

Politieke opdracht

Maar sociaal werk heeft ook een politieke opdracht. Het kan zich in de eerste plaats zelf uitspreken over het oorlogsgeweld tegen burgers en de schendingen van het internationaal humanitair recht, zowel door Hamas als het Israëlisch regime. En dat tegen de achtergrond van een bezetting van Palestijnse gebieden die al 75 jaar bezig is.

Politiek handelen is niet alleen spreken, maar ook doen. De grootste vreedzame mensenrechtencampagne vanuit de Palestijnse burgersamenleving is de BDS-campagne: ‘Boycott, Divestment and Sanctions against Israel Until it Complies with International Law and Universal Principles of Human Rights.’ Sociaal werk kan die campagne ondersteunen, als teken van solidariteit en vreedzaam verzet.

En is het, als laatste, geen idee om als sociaalwerkpraktijken samen te komen om elkaar te ondersteunen? Over de grenzen heen van het jeugdwerk, welzijnswerk, educatieve praktijken, opbouwwerk en sociaalcultureelwerk… Het is belangrijk om publiek de verhalen uit te dragen van haar gebruikers, doelgroepen en deelnemers. Zou het mogelijk zijn om gezamenlijk een statement uit te dragen over Gaza, en de bredere regio?

Het mag een steen in een rivier lijken, het is een steen die het sociaal werk verlegt om de koers van de rivier te verleggen voor diegenen die het geweld ondergaan. Dan zijn het niet alleen de doden die de aarde dragen.

Pascal Debruyne werkt in België als onderzoeker bij het Kenniscentrum Gezinswetenschappen/Odisee Hogeschool. Hij is voorzitter van SAAMO Gent vzw en Uit De Marge vzw. Dit artikel is eerder verschenen op de Vlaamse website sociaal.net.

 

Foto: Mohammed Abubakr via Pexels.com