Wat we moeten doen voor kinderen zonder thuis

Duizenden kinderen zijn dak- of thuisloos of dreigen dat te worden. Zij worden ernstig bedreigd in hun recht op een normale ontwikkeling en een gezinsleven. Max Huber, Karen van Leeuwen en Mijke Caminada pleiten voor meer aandacht en begeleiding.

 Vier- tot vijfduizend kinderen verblijven met hun ouders in de vrouwen- of maatschappelijke opvang. We weten weinig over hoeveel dakloze kinderen buiten de opvang verblijven, al bleek uit een recente telling in Noord-Brabant dat het er fors meer zijn dan geschat; 40 procent van alle getelde dakloze mensen waren kinderen. Daarbij komen nog de kinderen die hun huis dreigen te verliezen vanwege armoede.

In gezinnen die dak- of thuisloos zijn (of dreigen te worden), is veel stress, door dakloosheid, armoede, sociale en maatschappelijke uitsluiting, psychische problemen van ouders of onveiligheid. Kinderen die opgroeien in gezinnen waar veel stress is, hebben een hoog risico op sociale, psychische en cognitieve problemen. Voor kinderen die verblijven in de maatschappelijke opvang, is dat risico nog hoger, omdat in de opvang een normaal gezinsleven moeilijk is.

Intergenerationele overdracht van problemen, zorgt voor grote kansenongelijkheid

Er is steeds meer aandacht voor de toxische invloed van stress op kinderen en de negatieve invloed van ingrijpende gebeurtenissen op de ontwikkeling van kinderen. Het risico is niet alleen dat kinderen problemen ontwikkelen, maar ook dat zij als volwassene zelf weer in een kwetsbare positie komen, maatschappelijk uitgesloten raken. Daarmee dreigt voor hun toekomstige kinderen ook weer een kwetsbare start. Deze intergenerationele overdracht van problemen, zorgt voor grote kansenongelijkheid voor de betrokken kinderen.

Ouder en kind ondersteunen in de opvang

In het leef- en opvoedklimaat en in de ontwikkelkansen van kinderen die dakloos zijn of dreigen te worden, kan veel verbeterd worden. Door nu in hen te investeren, vergroot je niet alleen hun ontwikkelkansen, maar ook die van hun toekomstige kinderen. Een in 2021 gemaakte maatschappelijke business case berekende dat elke euro geïnvesteerd in methodische begeleiding van kinderen in de maatschappelijke opvang, twee euro oplevert aan bespaarde toekomstige zorgkosten, bovenop de persoonlijke baten voor kinderen en hun gezinnen.

Valente, de branchevereniging voor participatie, begeleiding en veilige opvang, stelt daarom dat kinderen in de maatschappelijke opvang net zo veel aandacht moeten krijgen als hun ouders, samen met aandacht voor de versterking van het gezinsleven. Het recent ontwikkelde normenkader helpt maatschappelijke opvang organisaties om de kwaliteit voor hulp aan kinderen te verbeteren.

Op steeds meer plekken groeit dan ook de aandacht voor het vergroten van de ontwikkelingskansen van kinderen. Zo wordt in Amsterdam integrale hulp geboden aan gezinnen in de opvang door HVO-Querido (opvang en woonbegeleiding), Altra (specialistische jeugdhulp) en de Blijf Groep (veiligheid), met de HAB-methode.[1] Deze methode richt zich op het versterken van een veilig leef- en opvoedklimaat bij gezinnen, zodat kinderen in de opvang zich veilig(er) kunnen ontwikkelen en de intergenerationele overdracht van problemen afneemt. Door samen te werken kunnen de organisaties problemen en vragen vroeg signaleren, een integraal gezinsplan maken en laagdrempelig specialistische hulp bieden aan kinderen en gezinnen.

Verblijf in de opvang biedt ook mogelijkheden om de hechtingsrelatie tussen kinderen en ouders te versterken

Onderzoek laat zien dat zowel gezinnen als medewerkers tevreden zijn over de integrale benadering en de laagdrempelige samenwerking (Kwakernaak & Koster, 2021; Kraak, Gemmel, Huber & Van Vugt, 2022). Beide zijn opgenomen in de onlangs gepubliceerde methodebeschrijving en onderbouwing.

Zorgen voor positief effect opvang

Hoewel we ernaar streven dat kinderen niet in de maatschappelijke opvang verblijven, is het belangrijk ervoor te zorgen dat de tijd die gezinnen er doorbrengen een positief effect heeft. Vooral in gezinnen waar de ouders overbelast zijn door problemen, kunnen begeleiders extra aandacht geven aan kinderen en daarmee de belasting voor ouders beperken, bijvoorbeeld met de veerkracht methode.

Het verblijf in de opvang biedt ook mogelijkheden om de hechtingsrelatie tussen kinderen en ouders te versterken, onder andere door ouders te helpen meer aandacht te hebben voor de behoeften van hun kinderen. Vooral voor ouders die niet goed in staat zijn om vorm te geven aan de relatie met hun kinderen, biedt het dagelijkse en informele contact in de opvang veel mogelijkheden voor pedagogische ondersteuning.

Een volgende stap is om de opvang ook meer in te richten op kinderen, dus lage stoelen, genoeg speelmogelijkheden (binnen en buiten) en genoeg (fysieke) ruimte voor kinderen en ouders om een zo normaal mogelijk gezinsleven te ontwikkelen. Onderzoek laat zien dat de aanwezigheid van een groene buitenruimte bijdraagt aan de kwaliteit van de hulpverlening en de ouder-kind relatie in de maatschappelijke opvang.

Opvang voorkomen

Naast algemene maatregelen (voldoende betaalbare huisvesting, voldoende bestaanszekerheid), is het belangrijk dat we bij dreigende dakloosheid het belang van het kind vooropzetten. De impact van een huisuitzetting is voor kinderen nog groter dan voor volwassenen. Gezinnen die dakloos dreigen te worden, hebben vaak te maken met een kluwen van problemen. De betrokken professionals moeten daarom niet alleen vanuit hun eigen specialisatie focussen op het kind, de schulden of de psychische problemen van ouders, maar integraal kijken naar de onderlinge samenhang van de problemen van het kind en het gezin.

Om dakloosheid te voorkomen, kan maatschappelijke opvang in eigen huis aangeboden worden

Dit vereist wel ontschotting van de beschikbare budgetten voor deelproblemen (jeugdzorg, schulden, ggz). Ter inspiratie: een recente pilot in Den Haag waarbij problematische schulden werden overgenomen van gezinnen leidde tot een grote afname van psychische problemen en daarmee een grote afname van zorgkosten (een veelvoud zelfs van de oorspronkelijke schulden).

Sociale binding

Soms lukt het niet om financiële stabiliteit te bereiken in een gezin. Om dakloosheid te voorkomen, kan dan maatschappelijke opvang in eigen huis aangeboden worden. Dat betekent dat de huurovereenkomst met de huiseigenaar ontbonden wordt en gezinnen een contract krijgen van een opvangorganisatie. Daarmee wordt de basis geboden om duurzaam problemen aan te pakken, maar wordt vooral de sociale binding van het kind in de buurt en de school in stand gehouden.

Maatschappelijke opvang in eigen huis is bovendien vele malen goedkoper dan in een opvangvoorziening en bespaart allerlei kosten op het gebied van jeugdzorg en andere maatschappelijke domeinen. Op de langere termijn hebben de kinderen een grotere kans op een reguliere ontwikkeling en is de kans kleiner op gedragsproblemen.

Eerst een thuis

Soms zal het niet lukken om huisuitzetting te voorkomen. En soms is de oorzaak van dakloosheid anders (bijvoorbeeld huiselijk geweld of aflopend tijdelijk huurcontract). Dan is het van belang dat het gezin zo kort mogelijk in de opvang verblijft.

Het adagium ‘eerst een thuis’ is voor kinderen extra belangrijk. Hoe eerder er weer een normale thuissituatie is, hoe sneller een kind de draad weer kan oppakken en kan herstellen. Idealiter gaan gezinnen zo snel mogelijk in een permanent huis wonen. Kan dat niet, dan is het zaak kinderen in de maatschappelijke opvang zo goed mogelijk te begeleiden.

Max Huber is senior onderzoeker bij het onderzoeksbureau van HVO-Querido, Karen van Leeuwen is teammanager gezinsopvang bij HVO-Querido en Mijke Caminada is beleidsadviseur bij Valente. Dit artikel is geschreven naar aanleiding van de publicatie van de methodebeschrijving en onderbouwing van de HAB-methode (Huber, Kraak, Gemmel & Van Vugt, 2023), waarvan ook een infographic beschikbaar is.

 

Bronnen:

Kraak, S., Gemmel, J., Huber, M. & Van Vugt, M. (2022). Ervaringen begeleiders en gezinnen met de HAB methode. Intern rapport HVO-Querido.

 

[1] HAB staat voor HVO-Querido, Altra, Blijf Groep. Momenteel wordt nagedacht over een andere naam voor de methode.

 

Foto: steve james (Flickr Creative Commons)