Voor wie is al het onderzoek naar communities?

Er is een hausse aan onderzoeken naar communities. Maar aan veruit de meeste onderzoeksresultaten heeft de gemeenschap weinig. Tenzij de onderzoeksaanpak dienend is aan de ontwikkeling van de gemeenschap en daar deel van uitmaakt, schrijven Joop Hofman en Birgit Oelkers.

De afgelopen jaren wordt de kracht van bewonersgemeenschappen en -collectieven en van community building steeds meer gezien en onderkend. Asset Based Community Development (ABCD) wordt daarbij als standaard gezien, omdat het wereldwijd de meest uitgewerkte en beproefde vorm is van community building.

Met community building als basis ontdekken bewoners hoeveel zinvoller, beter en leuker het is om samen hun kleine en grote idealen te verwezenlijken. Gemeenten en instanties in de publieke sector richten hun werk steeds meer op gemeenschappen. Ze willen gemeenschapskracht in buurten versterken en zien gemeenschappen als belangrijke co-oplossers bij maatschappelijke vraagstukken.

Weinig winst

Wij vroegen ons af waarom er zoveel onderzoeken naar communities zijn. Is het antropologische nieuwsgierigheid, professionele verkenningsbehoefte, meer gemeenschapsgroei willen mogelijk maken door onderzoek? Wij onderstrepen de waarde van onderzoek, maar zien tegelijkertijd dat gemeenschappen weinig winst ervaren van al het harde werk in de wijk. Daarom houdt het ons, community builders, bezig welk soort onderzoek en welke onderzoeksmethoden gemeenschappen en bewonersinitiatieven dienen én bijdragen aan meer gemeenschapskracht in buurten en wijken.

Bewoners komen, met hun communities en initiatieven, vaak op de tweede plaats

Veel onderzoeken gaan over het begrijpen van communities, vanuit de verwondering dat er iets werkt in buurten dat afwijkt van een klassieke, door instanties geregisseerde aanpak. Deze verbazing is nog steeds actueel, dus gaan veel onderzoeken over bewijslast. Het overgrote deel ervan is bedoeld om externe partijen (van buiten een buurt) te dienen. Gemeenschappen worden leeggevraagd voor institutionele analyses en plannen en zijn een instrument voor beleidsdoelstellingen. Bewoners komen, met hun communities en initiatieven, vaak op de tweede plaats. Het leidt tot een toenemende onderzoeksmoeheid onder bewoners.

Deze onderzoekersijver richt zich alleen op het doorgronden en ontleden van gemeenschappen, maar stelt niet de vraag hoe relevant het onderzoek is voor de gemeenschappen en het versterken van de gemeenschapskracht.

Verandermacht

Waar kun je rekening mee houden als je onderzoek wilt doen dat gemeenschappen dient en voedt? Start met de vraag of het onderzoek waardevol is voor gemeenschappen, bewonersinitiatieven of buurten. En handel vanuit uitgangspunten die recht doen aan de eigenheid, autonomie en het (mede)opdrachtgeverschap van gemeenschappen en bewonerscollectieven. We hebben er een aantal op een rij gezet.

De eed van Hippocrates. Elke huisarts moet deze eed afleggen, met daarin de belofte: ‘Ik zal aan de patiënt geen schade doen.’ Elk onderzoek zou dit, als morele opdracht, in zich moeten dragen: Welke invloed heeft mijn onderzoek op de gemeenschap en welke betekenis heeft het voor de gemeenschap? Schaadt het, gebruikt het of versterkt het de gemeenschap?

Onderzoeken met of door bewoners zelf dragen in hoge mate bij aan sterkere gemeenschappen

Momenteel schaden uitkomsten van onderzoeken de gemeenschapsgroei vaak. Zoals aanbevelingen voor wijkinterventies van buiten de buurt, kortstondige projectaanpakken, gefragmenteerde inzet vanuit beleidskokers. Zij werken averechts op het eigenaarschap en de zelfstandige groei van gemeenschappen. Op het aanspreken van het vermogen van gemeenschappen en de samenhang van vraagstukken. Er is meer onderzoek nodig dat niet gericht is op het vinden van ‘oplossingen’, maar op het zichtbaar maken en ontwikkelen van patronen in gemeenschappen die veerkracht, democratie, activisme en verdraagzaamheid in de buurt bevorderen.

Mede-opdrachtgevers

Wederkerigheid en samen optrekken met communities. Onderzoeken met of door bewoners zelf dragen in hoge mate bij aan sterkere gemeenschappen, omdat ze zijn ingebed in hun dagelijks leven. Het zou vanzelfsprekend moeten zijn dat gemeenschappen (mede-)opdrachtgevers zijn van onderzoeken over gemeenschappen. Ook als bewoners een rol bij het onderzoek spelen, versterkt dat de gemeenschapskracht. Dat kan zijn als initiator van buurtgesprekken, klankbord of verderbrenger van de onderzoeksuitkomsten.

De coöperatie heeft verschillende pilots gedraaid waarin bewoners een lange termijn en tegen betaling meedraaiden in onderzoek 

Laat wederkerigheid en samen optrekken de grondhouding zijn bij de uitvoering van community versterkend onderzoek. Het eenzijdig ophalen van bewonerskennis en het inzetten van bewoners als enquêteurs hoort daar niet bij. Het geeft een scheve machtspositie, waarbij de onderzoeker sturend is en bewoners slechts bronnen en uitvoerenden zijn.Trek je niet samen op, dan zuig je een gemeenschap leeg. Filosoof Jürgen Habermas (grondlegger van de systeemwereld-leefwereld-indeling) noemt het zelfs het kolonialiseren van de leefwereld.

De Afrikaander Coöperatie voorkomt dat met een Coöperatief Consultancy Buro: ‘We willen een nieuw en democratischer model van onderzoek ontwikkelen. Het is de ambitie van de wijkcoöperatie om naast een lokale diensteneconomie ook een lokale kenniseconomie te ontwikkelen. Om te beginnen met een Coöperatief Consultancy Buro dat het heft in eigen hand neemt. De afgelopen jaren heeft de coöperatie al verschillende pilots gedraaid waarin bewoners een lange termijn en tegen betaling meedraaiden in een onderzoek.’

Meer dienend aan communities

Meervoudig onderzoeksperspectief. Onderzoek naar communities is vaak uitsluitend gericht op de vraag of en hoe communities effectief en efficiënt bijdragen aan beleidsdoelstellingen. Als onderzoek meer dienend is aan communities, komen er andere vragen naar boven en ontstaat er een meervoudig onderzoeksperspectief, gericht op proces en inhoud die voor bewoners passend en relevant zijn.

Grote veranderingen starten meestal klein. Met ‘Hoi!’ zeggen, oploopjes, kletspraatjes ‒ niet met overleggen en een projectstructuur

Het vijfjarige onderzoek naar community building en gemeenschappen in Hilversum-Zuidwest onderstreept de noodzaak én waarde van meervoudig kijken. Het is een permanente zoektocht hoe in het onderzoek de eigen ervaringen en lessen van bewoners en hun gemeenschappen een centrale plek krijgen op een manier die past bij het dagelijkse gemeenschapsleven. Bij de koffie als het ware en bij buurtbijeenkomsten waar bewoners elkaar inspireren. Met elementen zoals een ‘Wijkcollectie’, waar de verhalen geduid worden voor het onderzoek. Netwerkkaarten die samen met bewoners gemaakt worden, die de waarde van toenemende onderlinge relaties zichtbaar en bewust maken. Met in het verschiet onderzoeken in opdracht van initiatiefnemers uit de buurt. Het is geen kant-en-klaar onderzoekspakketje, maar wordt ontwikkeld vanuit het inzicht dat voortschrijdt.

Kleine actie, grote gevolgen

Onderzoeksblik van lineair naar non-lineair. Gemeenschappen zijn niet samengesteld uit punt-tot-punt-processen, ze groeien non-lineair. Dit vraagt om een andere onderzoeksblik. Grote veranderingen starten meestal klein. Met ‘Hoi!’ zeggen, oploopjes, ontmoetingen en kletspraatjes op straat ‒ niet met overleggen en een projectstructuur. Met pannetjes soep in plaats van een plan. Met op zoek gaan naar krachten in plaats van problemen. Een kleine actie kan grote gevolgen hebben, de grootte van het effect is niet afhankelijk van de grootte van de oorzaak.

Een community is geen optelsom maar een vermenigvuldiging: er zijn meer verbindingen dan actoren

Een van de belangrijkste werkende principes bij community building is dat ‘van het een het ander komt’. Of, zoals onderzoeker Kees Fortuin het treffend zegt: ‘De een is de oorzaak van de ander.’ En dat dan in het kwadraat. Een community is dus geen optelsom maar een vermenigvuldiging: er zijn meer verbindingen dan actoren. De (meer)waarde van gemeenschappen zit vooral in de aard van de verbindingen en onderlinge relaties.

Stop met wijksafari’s

Onderzoek vanuit presentie. Om te kunnen zien wat van waarde is en zich non-lineair manifesteert, moet je er als onderzoeker wel zijn. Om vertrouwd te raken met bewoners en hun community builders. Om écht te zien en te horen wat ertoe doet en wat er in relaties verandert. De professionele afstand-code zit onderzoekers daarbij in de weg en doet het onderzoeksdoel tekort. Lydia van Dinteren, onderzoekster van het Fontys lectoraat Sociale Veerkracht, constateert na een jaar ‘onderdompeling’ in een Eindhovense wijk: ‘Tegen alle verwachtingen in kwam ik erachter dat ze wel degelijk veel samen optrekken en omzien naar elkaar.’

‘Stop alsjeblieft met wijksafari’s. Het is voor ons als bewoners een vernederend, dehumaniserend en intimiderend proces’

Hier hoort een disclaimer bij: de presentie en het meedoen dat wij hier bedoelen, mag niet verward worden met wijkbezoeken door groepen professionals die door de buurt lopen om buurt en mensen te onderzoeken. Hanane Abaydi zegt in een LinkedIn-post daarover: ‘Stop alsjeblieft met de zogenaamde wijksafari’s (…) we zien op werkdagen bijna dagelijks groepen mensen wandelend door onze wijken de bewoners in hun ‘natuurlijke habitat’ bestuderen. Het is voor ons als bewoners een vernederend, dehumaniserend en intimiderend proces. Mogen wij ook gewoon anonieme bewoners zijn en niet gereduceerd worden tot object voor studie?’

Bewust van collectieve kracht

Pas starten met onderzoek als het past bij de gemeenschapsontwikkeling. Of er bij een gemeenschap belangstelling is voor onderzoek, hangt af van de fase van gemeenschapsontwikkeling. Zijn er al onderlinge verbanden (gegroeid), is er al een community? Zijn bewoners zich bewust van hun collectieve kracht? Voelen bewoners urgentie om in te stappen, als (mede-)opdrachtgever of onderzoeker? Het startmoment moet dus passen bij de gemeenschapsontwikkelingsfase, wil het van betekenis zijn voor gemeenschappen.

‘Samen met bewoners, ondernemers en kunstenaars vertalen we de wijkverhalen naar kunstvormen’

Geen onderzoek zonder collectieve buurtgesprekken. Buurtgesprekken en -sessies over onderzoeksvragen en -uitkomsten tussen bewoners dragen bij aan nieuwe onderlinge verbanden, gezamenlijke inzichten en nieuw handelingsvermogen. De verhalen van bewoners zijn dan het vertrekpunt, het versterken van gemeenschapskracht en handelingsvermogen is het doel. Verhalen zijn niet ‘anekdotisch’, maar bronnen.

De wijkcollectie van Museum Rotterdam organiseert Verhalencafés, waar nieuwe relaties tussen bewoners ontstaan. ‘Samen met bewoners, ondernemers en kunstenaars vertalen we de wijkverhalen naar kunstvormen. We organiseren ontmoetingsmomenten om de verhalen met elkaar te delen, zoals tijdens VerhalenCafés en VerhalenWandelingen. Of bij het WijkMuseum, een reizend museum door de wijk, gemaakt door, en onder directie van, bewoners zelf.’ En ook bij de ‘straatbarometer’ van onderzoeker Kees Fortuin is het organiseren van buurtgesprekken ingebakken als voorwaarde.

In beeld brengen

Onderdeel van een leerinfrastructuur van gemeenschappen. Als onderzoeken deel uitmaken van een leerinfrastructuur, of, zoals Wijkcoöperatie Afrikaanderwijk het noemt, ‘een lokale kenniseconomie’, wordt het gewoner dat communities zelf initiatiefnemers van onderzoek worden en eraan bijdragen. Dan ontstaat meer gezamenlijkheid en gelijkwaardigheid en is de waarom-vraag verbonden met de gevoelde urgentie in de community zelf. Dan wordt onderzoek een instrument om gemeenschapskracht te versterken.

Communities kunnen hun ontwikkeling en handelen zelf in beeld brengen, bijvoorbeeld in periodieke Pas op de Plaats-gesprekken, waar het gaat om de impact van gemeenschapskracht en community building voor individuele bewoners, de community en de hele buurt. Een ander voorbeeld is een gesprekstool ontwikkeld door EnergieSamen, ‘die gemeenschappen helpt met bloeien, zichzelf democratisch besturen en stevig voorbereiden op samenwerking met de overheid’.

Urgentie

Gemeenschappen gaan opbloeien als onderzoek meer vanuit buurten en gemeenschappen zelf wordt georganiseerd, in plaats van als extern gelanceerd project. Als het dienend is aan gemeenschappen en ook tot doel heeft de beweging naar meer gemeenschapskracht te versterken. Niet als instrument voor verantwoording of om externe interventies en methoden te vinden en te legitimeren, maar als leer- en ontwikkelinstrument voor gemeenschappen.

Als je niet kunt bedenken hoe het onderzoek bijdraagt aan de gemeenschap, doe het dan niet

Tegelijkertijd kan het net zo verstandig zijn soms gewoon af te zien van onderzoek. Zeker als je de vraag ‘Hoe dient het de gemeenschap?’ niet kunt beantwoorden. Begin je er wel aan, maak dan vanaf dag één werk van gelijkwaardigheid tussen onderzoekers als experts van buiten de buurt, en bewoners als experts van het alledaagse en hun buurt. Daar hoort eigenaar- en opdrachtgeverschap van de buurt bij, net als onderzoeksthema’s en -methoden die passen bij de mores van en urgentie binnen gemeenschappen. En als je niet kunt bedenken op welke manier het onderzoek bijdraagt aan de gemeenschap, doe het dan niet.

Joop Hofman en Birgit Oelkers zijn community builders en trainers community building. Dit artikel is in uitgebreidere vorm eerder verschenen in Sociaal Bestek.

 

Foto: Michaël Rosseel (Flickr Creative Commons)

Dit artikel is 1766 keer bekeken.

Reacties 2

  1. Op zaterdag 17 mei is de jaarlijkse Gemeenschappelijk Wonendag. Om anderen te laten zien, hoe je samen woont en leeft. Dan ben je welkom om een woongroep, ecologische woongroep of collectieve woonvorm te bezoeken. Maar al meer dan 30 jaar bestaat Omslag.nl, een vitale beweging van mensen die in verbinding willen leven. Op de website vindt u een deel van alle mogelijkheden die er al zijn. Maar met wat meer zoeken, kom je ook veel meer tegen. De volgende generatie gaat weer ‘nieuwe’ woonvormen realiseren. Maar ook jonge mensen, of gezinnen met kinderen willen graag duurzaam en collectief wonen. En op zaterdag 12 april was de jaarlijkse “wij doen het samendag” in Amersfoort. En ook dat is een coalitie van groepen en bewegingen, die actief zijn in buurten en wijken.

  2. Zelfs een goed onderzoek is een onderzoek. Ben je deelnemer of onderzoeker.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *