Ravijnjaar? Gebruik de ondersteuning van opbouwwerkers

Snoei in kostbare, verstikkende bestuurlijke afstemming in wijken. Gebruik professionele ondersteuning van opbouwwerkers om bewonersinitiatieven te laten floreren. Geef buurten zeggenschap over hun leefomgeving. Jeroen Gradener en Jeanet de Jong bepleiten dat het lokale bestuur zijn eigen rol herdefinieert.

Wat kan opbouwwerk betekenen voor het aankomende ravijnjaar? Die vraag komt niet uit de lucht vallen. De laatste vijf jaar krijgt samenlevingsopbouw, en de rol van opbouwwerkers daarbinnen, volop aandacht. Zorgorganisaties experimenteren bijvoorbeeld met het benutten van bestaande informele bronnen in de buurt. Dat wordt onder meer gevoed vanuit het inzicht dat onder medische en psychosociale klachten diepere zorgen kunnen zitten, zoals eenzaamheid en dagelijkse, vaak hardnekkige en hevige, levensstress. Deels kent die stress structurele oorzaken.

Het kleefde aan het opbouwwerk dat de impact ervan zich moeilijk liet vastleggen in kwantificeerbare grootheden

Waar het ondersteuning aan mensen zelf betreft, zijn onderling contact en een zinvolle bijdrage leveren aan omgeving en medemens duurzame en effectieve wegen naar herstel. Dit blijkt uit zowel sociaal-epidemiologisch als neurobiologisch onderzoek. Opbouwwerk is een professionele variant van het sociaal werk dat mensen ondersteunt weer vertrouwen in de medemens te ontwikkelen, en van daaruit zeggenschap over de eigen leefomgeving op te pakken. Het gaat over de heilzaamheid van samenzijn en het versterken van lokale democratie. Gemeenschappen – in welke vorm dan ook – zijn zowel vertrek- als eindpunt van handelen: uitgaande van potentie en krachten van mensen en hun leefomgeving.

Stelselmatig wegbezuinigd

De afgelopen dertig jaar heeft het opbouwwerk het moeilijk gehad. Allereerst zijn grote delen ervan stelselmatig wegbezuinigd. Het kleefde aan het opbouwwerk dat de impact ervan zich moeilijk liet vastleggen in kwantificeerbare grootheden. Opbouwwerkers ondersteunen bewoners en hun initiatieven en dus eigenaarschap over richting en inrichting van hun leef- en omgevingscondities. De belofte dat meer deelname van bewoners aan het leven in de buurt een compensatie kan zijn voor het verminderen van subsidies voor kleinschalige ontmoetingsplekken en sociaal-culturele activiteiten, heeft het opbouwwerk nooit helemaal kunnen waarmaken.

Nu is het opbouwwerk weer in beeld, ook om de lokale pijn van bezuinigingen te verzachten

Een belangrijke factor hierin is de discontinuïteit in de aanwezigheid van het opbouwwerk in buurten en wijken als gevolg van de systematiek van lokale aanbesteding. Daarnaast leent het opbouwwerk zich niet om hiaten in de publieke dienstverlening op te vangen (Gradener & De Jong 2024). Samen met bezuinigingen in buurtinfrastructuur na de kredietcrisis van 2008, is de positie van opbouwwerkers die bewoners ondersteunen bij het ontwikkelen van hun eigen agenda onder druk komen te staan (Shaw 2011; Gradener 2016). Nu is het opbouwwerk weer in beeld, ook om de lokale pijn van aankomende bezuinigingen, en effecten van de crisis in de (jeugd)zorg en de ggz, te verzachten. Dat horen we alom onder professionals, beleidsmakers en bestuurders.

Hoop en veerkracht ontwikkelen

Wil het opbouwwerk een bijdrage kunnen leveren aan het versterken van de sociale basis, dan vraagt dat meer dan het benutten van een toegewijde, maar sterk uitgedunde, beroepsgroep en een verwaarloosde buurtinfrastructuur. Zeker in buurten waar mensen door armoede, uitsluiting en uitzichtloosheid in een overlevingsstand functioneren, kunnen professionals van waarde zijn die hen uitnodigen en faciliteren tot onderling contact, tot samen dingen uitproberen en oppakken. Het opbouwwerk heeft sinds de industrialisering in de negentiende eeuw en vanaf de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog laten zien dat het goede papieren heeft om hoop en veerkracht te ontwikkelen op plekken waar hoop al lang vervlogen leek.

Kan het opbouwwerk van betekenis zijn? Jazeker, fundamenteel vanuit herbezinning, niet vanuit een quick fix

Het ravijnjaar staat niet op zichzelf. Het tekent het gemak waarmee overheden ervan uitgingen dat het overhevelen van verantwoordelijkheden voor het welzijn van bewoners naar gemeenten een succesformule zou zijn voor een goedkopere én effectieve aanpak van psychologische, mentale en sociale problemen. Maar inmiddels groeit het lijstje van crisissen waarmee de samenleving kampt: maatschappelijk ongenoegen en polarisatie nemen toe. Hardnekkige armoede breidt zich uit, en woonomstandigheden van bewoners in ‘kwetsbare’ wijken nemen mensonwaardige vormen aan. Dat in het decor van de ecologische crisis en de algehele onzekerheid als gevolg van de geopolitieke spanningen.

Kan het opbouwwerk van betekenis zijn? Jazeker, fundamenteel vanuit herbezinning, niet vanuit een quick fix. Ten eerste de kwestie hoe de lokale overheid zich vanuit meer gelijkwaardigheid tot bewoners kan gaan verhouden. Ten tweede hoe op buurt- en wijkniveau actieve publieke organisaties responsiever kunnen zijn op de daadwerkelijke noden die er leven. Tot slot vraagt dat om een langetermijninvestering vanuit het vertrouwen in de inbreng en vindingrijkheid van bewoners.

Het wezen van lokaal bestuur

Lokaal bestuur staat voor de bijna onmogelijke opdracht om ingrijpende keuzes te maken in het sociaal domein. Maar zoals de Oostenrijkse psychiater en kampoverlevende Victor Frankl ooit vaststelde: ‘Wanneer we niet meer in staat zijn een situatie te veranderen, worden we uitgedaagd onszelf te veranderen.’

Wat kunnen we aan onnodige bureaucratie weghalen om lucht te geven aan bewoners en hun initiatieven?

Het is zeker mogelijk om keuzes te maken. Dat veronderstelt een anders kijken naar de situatie; veranderen begint niet bij de vraag wat we moeten doen, maar bij ‘wat betekent samenleven?’ De urgentie nodigt ook uit het eigen bestaansrecht opnieuw te bediscussiëren: wat is het wezen van lokaal bestuur en de verhouding ervan tot de bewoners? Dat zou wellicht kunnen leiden tot een vernieuwd perspectief op de onbenutte bronnen van bewoners en de talloze initiatieven die ze met elkaar ontwikkelen en onderhouden.

Vernuft van bewoners

Een van de vragen die gemeenten zouden kunnen uitdagen, is: Wat zijn voorwaarden om het vernuft van bewoners, ondersteund door opbouwwerkers, beter te benutten in de oplossing van hardnekkige alledaagse vraagstukken in hun leefomgeving? Want wie zijn oren te luisteren legt, hoort dat de benutting van bewonerskapitaal vaak plaatsvindt ondanks in plaats van dankzij de veelheid aan institutionele initiatieven, professionals en georganiseerde overlegstructuren. Mogelijk dat het kerninzicht uit Subtract van Leidy Klotz (2021) als inspiratiebron kan dienen: Wat kunnen we aan onnodige bureaucratie uit de wijk halen om weer lucht te geven aan bewoners en hun initiatieven?

Waar vanuit vertrouwen wordt geïnvesteerd, betaalt zich dat terug in concrete oplossingen in de eigen omgeving

Een mogelijke tweede vraag luidt: Hoe kunnen we het probleemoplossend vermogen en de praktische wijsheid van bewoners beter gaan benutten? Dit is geen pleidooi voor deprofessionalisering in zorg en welzijn. Het is wél een erkenning van het feit dat aan de ene kant het wegbezuinigen van kleinschalige sociaal-culturele buurtvoorzieningen de basis voor ontmoeting en creativiteit flink op de proef heeft gesteld. En aan de andere kant dat daarmee het aanwezige vernuft van bewoners onvoldoende heeft kunnen floreren en zich beperkt heeft kunnen manifesteren. Waar vanuit vertrouwen weer wordt geïnvesteerd, betaalt zich dat terug in concrete oplossingen in de eigen omgeving. Simpelweg omdat mensen oplossingen ontwikkelen die direct werken in hun eigen omgeving, en zij opleven als ze zien dat wat ze in huis hebben aan talenten zin heeft en zichtbaar wordt. Dus niet ‘doe het zelf’, maar erkenning, waardering en investering van wat al actief gebeurt.

Zeggenschap van bewoners

Een derde vraag waarmee het lokale bestuur zijn eigen rol in het lokale zou kunnen herdefiniëren, is: Hoe kan er daadwerkelijk sprake zijn van zeggenschap van bewoners in beleid? Met zeggenschap doelen we op het vertrouwen van lokale intelligentie, het delen van macht. En draagvlak creëren binnen het gemeentelijk apparaat om beleid en regelgeving af te stemmen op de initiatieven die bewoners met elkaar willen realiseren rond zorg, schonen buurten, veiligheid en leefbaarheid, in plaats van bewoners te laten ‘participeren’.

We zullen dankbaar zijn voor de veerkracht na het ravijnjaar

In het essay Ontsnappen aan aanbesteden (2023) geeft Jos van der Lans een goede aanzet om tot democratische vernieuwing te komen via een gebiedsgerichte toekomstagenda waarin bewoners en andere spelers – waaronder de gemeente – in een buurt of wijk een gelijkwaardige rol hebben in het maken van beleid.

Modern hoederschap

Kortom: het ravijnjaar kan ook een wake-up-call zijn voor getroffen gemeenten. Niet vanwege de zoveelste pijnlijke ingrepen in lokale voorzieningen. Maar voor het cultiveren van modern hoederschap. Snoei in kostbare, verstikkende bestuurlijke afstemmingspraktijken in buurten en wijken, gebruik het bestuurlijk regelvermogen om met goede professionele ondersteuning van het opbouwwerk initiatieven van bewoners te laten floreren, en geef buurten zeggenschap over hun leefomgeving. We zullen dankbaar zijn voor die veerkracht na het ravijnjaar.

Jeroen Gradener is hoofddocent social work aan de Hogeschool van Amsterdam en is bij het lectoraat Youth Spot programmaleider van Versterken praktijken van samenlevingsopbouw. Jeanet de Jong is beleidsadviseur bij de Beroepsvereniging van Professionals in Sociaal Werk.

 

Bronnen

Gradener, J. (2016). Keys to the community. A multiple case study into professional legitimation in community development practice. [Doctoral Dissertation.] Utrecht University

Gradener, J. & J. de Jong (2024). In vogelvlucht door de historie van samenlevingsopbouw. Sociaal Bestek, 86(5), sociaalbestekpremium.nl/sociaal-bestek-2024-editie-5/

Klotz, Leidy (2022). Subtract. The Untapped Science of Less. Flatiron Books

Lans, J. van der (2023). Ontsnappen aan aanbesteden. Movisie

Shaw, M. (2011). Stuck in the middle? Community development, community engagement and the dangerous business of learning for democracy. Community Development Journal, 46, 128-146, doi:10.1093/cdj/bsr009

 

Foto: Reinier Sierag (Flickr Creative Commons)