Soevereinen: ‘Namens wie spreekt u?’

Soevereinen voelen zich geen burger van de samenleving en hebben lak aan de overheid.  Voor de politie reden om hen in de gaten te houden. Maar wat zegt deze vorm van kritisch burgerschap over de politiek? Hoogleraar Menno Hurenkamp geeft antwoord.

Het was een curieus bericht, op 21 augustus in NRC Handelsblad. Het ging over een intern document van de politie om gevaarlijke complotdenkers te identificeren: ‘In de handleiding Herkennen, duiden, handelen: complottheorieën en anti-institutioneel gedachtegoed wordt beschreven wat politieagenten moeten doen als ze in contact komen met een complotdenker.’

Mens, géén burger

Naast radicale extremisten waarvan je inderdaad hoopt dat de veiligheidsdiensten hen stevig in de smiezen houden, is er in deze interne handleiding ook sprake van ‘gewone’ complotdenkers die druk zijn met hun ‘zelfvoorzienende moestuintjes’ of met hun ‘mens van Vlees en Bloed-bestaan.’ Als zij in beeld van de veiligheidsdiensten raken, dan moet er iets aan de hand zijn. Maar wat dan?

 Soms proberen soevereinen daadwerkelijk zelfvoorzienend te leven

‘Soevereinen’ zijn mensen die beweren géén burgers van de Nederlandse staat te zijn. Ze beroepen zich op hun onafhankelijkheid, autonomie, ongebondenheid, soevereiniteit, mens zijn.   Soevereinen claimen op basis van de informatie op internet een ‘eigen staat’ te hebben opgericht en ontkennen iedere jurisdictie van agenten, burgemeesters, officieren van justitie en rechters. De Nederlandse grondwet zou niet geldig zijn. Ook houden ze de deur gesloten voor professionals die een helpende hand willen reiken. Hun terugkerende vraag is: ‘Namens wie spreekt u?’

Soms proberen soevereinen daadwerkelijk zelfvoorzienend te leven. Maar de beroemde ervaringen van de schrijver en uitvinder van de burgerlijke ongehoorzaamheid Henry David Thoreau (1817-1962) in een zelfgebouwd huis in het bos in Walden Pond in de Noord-Amerikaanse deelstaat Massachusetts, leerde al dat zelfvoorzienend leven niet heel eenvoudig is. Thoreau woonde dicht genoeg bij zijn moeder zodat ze de was voor hem kon doen.

Achterliggende problemen

Soevereinen weigeren ook zich bij aanhouding door de politie te identificeren. Ze maken zich dan bekend als inwoner van een zelfverzonnen land, of als mens die onder de zon leeft, maar niet als burger van de Nederlandse staat.

Soevereinen zijn vaak mensen met veel negatieve levenservaring

Op de achtergrond spelen veelal sociale problemen, denk daarbij vooral aan schulden bij de belastingdienst of de woningcorporatie, ruzie met de jeugdzorg of met de school van de kinderen of andere serieuze wrijvingen met publieke instanties. Het gaat dan ook vaak om mensen met veel negatieve levenservaring. Ze zijn eerder veertigers of vijftigers dan jongeren.

En in december 2023 trok de voorzitter van de Hoge Raad Dineke de Groot aan de bel in dagblad Trouw omdat er zich tienduizenden brieven hadden opgehoopt bij de verschillende overheidsinstanties waarin mensen hun burgerschap opzegden.  Veelal min of meer geautomatiseerd geschreven brieven vol krakkemikkige juridische wartaal, aangereikt op internet door zelfbenoemde adviseurs. Deurwaarders hebben er hun handen vol aan.

Opvallend

‘Soevereinen’ zijn met enige regelmaat in het nieuws, drie dingen vallen daarbij op.

  • Er bestaat onduidelijkheid over het aantal soevereinen. Zijn het enkele tientallen extremisten, enkele honderden radicalen, of honderdduizend mensen die het gedachtengoed aanhangen? Bij het in beeld brengen van de groep soevereinen lijkt eerder sprake van een vloeistofdia, waarin allerlei figuren in elkaar overvloeien, dan van een betekenisvolle categorisering.
  • Voorts bestaat er grote onzekerheid over hoe professionals met soevereinen zouden moeten omgaan. Blijven praten of juist afkappen? Sociaal werkers, deurwaarders en politie tasten vaak in het duister over de juiste aanpak.

Kritiek

Een belangrijke vraag die bij die verklaring aan de orde komt, is de manier waarop ‘soevereinen’ cruciale burgerschapsidealen benadrukken (zoals autonomie, authenticiteit of burgerlijke ongehoorzaamheid) of klachten uiten over gebrekkige representatie door de politiek. Maar vragen we mensen niet al decennia om zelf verantwoordelijkheid te dragen? Leren we onze kinderen niet al van jongs af aan om zelf te denken en kritisch te zijn?

Van afstand bezien, past de beweging van soevereinen in een serieuze traditie

En belangrijk: het idee dat de representatie faalt en het sociaal contract tussen overheid en burger misschien wel verbroken is, is prominent aan de orde gesteld door SER-voorzitter Kim Putters en voormalig Nieuw Sociaal Contract-voorman Pieter Omtzigt. Hoe uniek zijn de soevereinen eigenlijk in hun verzet tegen de institutionele orde? Gingen kloosters en krakers hen wellicht vooraf?

Van afstand bezien, past de beweging van soevereinen in een serieuze traditie. Al gaat het bij de soevereinen eerder om een gemankeerde staatskritiek die verticaal geuit wordt, dan om een sociale, horizontale beweging zoals bijvoorbeeld de autonomen uit de jaren zeventig en tachtig trachtten vorm te geven. Van serieuze pogingen tot onderlinge solidariteit of gezelligheid is minder sprake.

Hoe opportunistisch ingestoken de soevereine strategieën ook zijn, we kunnen niet negeren dat hun verhaal een op burgerschapsidealen gebaseerde kritiek is, op het gebrek aan responsiviteit in democratie, verzorgingsstaat en rechtsstaat dat al zeker tien jaar op de agenda staat. Gelet op het aanhoudende gesprek over de vertrouwensbreuk tussen overheid en burger en de beperkte fysieke bewegingsruimte die er in Nederland nog over is, is het misschien juist vreemd dat niet veel meer mensen zeggen: ik verklaar me soeverein.

Zoektocht

Misschien dat een zelfvoorzienende moestuin de aankondiging is van gewelddadig extremisme, misschien ook niet. Wat echter geen twijfel lijdt, is dat een samenleving die zo’n moeizame verhouding heeft met de representatieve politiek opnieuw moet vaststellen wat bedoeld wordt met ‘kritisch burgerschap’.

We hebben decennia ‘integratiepolitiek’ achter de rug waardoor iedereen zich opeens Nederlander moest voelen, de eis was niet rationeel burgerschap, maar een emotionele keus voor de kudde. En we kijken al een paar jaar naar de moeizame bestuurlijke en maatschappelijke verwerking van het overwegend autoritaire overheidsingrijpen ten tijde van corona. Solidariteit betekende toen opeens: luisteren. En tegenwoordig schelden politici elkaar doorlopend de huid vol en maken sociale media het gevecht om de feiten lastiger dan ooit.  Hoe willen we dán dat mensen zich kritisch, zelfbewust en geëngageerd opstellen, als het niet als ‘soeverein’ is?

Menno Hurenkamp is hoogleraar aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht.

Het boek 'Namens wie spreekt u? Het burgerschap van 'soevereinen' nader verklaard' is verkrijgbaar bij Uitgeverij van Gennep. Abonnees van Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken krijgen een exemplaar gratis thuisgestuurd bij het tijdschrift.

 

 

Foto: Brook Ward (Flickr Creative Commons)