Lik-op-stukbeleid helpt werklozen niet aan een baan

Wie werkloos wordt en een uitkering aanvraagt, krijgt te maken met diverse regels en verplichtingen. Dat leidt op den duur tot gevoelens van rancune. Nick Ottens vraagt zich af waarom zo’n streng uitkeringsbeleid nodig is.

We zijn in Nederland zo bang dat mensen misbruik maken van een uitkering dat we ze als kleine kinderen behandelen.

Wie een WW-uitkering aanvraagt, moet aan tal van ‘taken’ in een online ‘werkmap’ voldoen. Dat reikt van het uploaden van een CV tot het doorgeven van verplichte sollicitaties. Ook in de bijstand blijft solliciteren verplicht. Maakt een uitkeringsgerechtigde geen voortgang, dan volgt een gesprek met een ‘adviseur’. Die kan de werkloze op specifieke sollicitaties wijzen. Gemeenten kunnen uitkeringsgerechtigden verplichten deel te nemen aan reïntegratietrajecten. Weigert iemand zo’n reïntegratietraject of ‘passend’ werk, dan houdt de uitkering op. Houdt iemand zich niet aan de regels, dan komt daar een boete bovenop.

Regels loslaten geeft een groter rendement

Heeft dit zin? Zes gemeenten lieten tussen 2017 en 2019 de regels los. Het Centraal Planbureau (CPB) keek twee jaar later hoe het met de uitkeringsgerechtigden in drie van die gemeenten ging. In Utrecht had een kwart werk gevonden. Van de groep die wel aan alle regels moest voldoen was maar 15 procent aan het werk. In Deventer en Wageningen was er tussen de twee groepen geen verschil.

Het CPB durft nog niet te beweren dat alle regels overbodig zijn. Het experiment zou op grotere schaal kunnen worden herhaald om zeker te weten dat alle verplichtingen en controles geen zoden aan de dijk zetten.

We kunnen ook naar het buitenland kijken. Decennia ontwikkelingshulp hebben ons geleerd dat het effectiever is om mensen in nood geld te geven in plaats van eten en kleren; dan kopen ze zelf, en vaak goedkoper, eten en kleren.

Het is een liberaal principe: mensen weten zelf het beste hoe ze hun geld kunnen besteden.

In de VS is het ontvangen van een uitkering een baan op zich

In Amerika doen ze het tegenovergestelde. Daar moeten werklozen naast een karige WW apart hulp aanvragen voor iedere levensbehoefte: voedsel, huisvesting, kinderopvang. Iedere vorm van hulp heeft een eigen loket met eigen regels. De regels voor voedselbonnen gaan zo ver dat je er geen alcohol of voorgekookte maaltijden mee mag kopen. Arme Amerikanen hebben er een dagtaak aan om alle regels te voldoen, en o wee als ze eens een bijverdienste vergeten door te geven of een fles wijn kopen. Dan wordt in één klap alle hulp stopgezet, want dan communiceren de uitkeringsinstanties ineens wel met elkaar. Het zal Nederlanders die in de bijstand zitten of slachtoffer zijn geworden van de toeslagenaffaire niet onbekend in de oren klinken.

Je voorkomt met zulk lik-op-stukbeleid wellicht fraude, maar je zaait er ook afgunst mee. Uitkeringsgerechtigden voelen zich betutteld, want dat worden ze. Dankbaarheid en een gevoel van verplichting naar de rest van de samenleving maken plaats voor rancune. Het verklaart mede waarom zoveel werklozen óf in het begin óf tegen het einde van hun uitkering een nieuwe baan vinden. In het begin is er motivatie, tegen het einde de dreiging in armoede te vervallen.

Uitvoeringskosten staan niet in verhouding tot de kosten van fraude

De angst dat zonder controle misbruik wordt gemaakt van de sociale zekerheid is niet onterecht. Profiteurs zijn er altijd. Maar de kosten van die fraude moeten we afwegen tegen de kosten van de uitvoering. Iedere bijstandsuitkering van gemiddeld 14.000 euro per jaar kost gemeenten bijna 2.900 euro in de uitvoering. (Becijferde het adviesbureau Berenschot in 2018 op basis van een steekproef onder dertig gemeenten.) Iedere WW-uitkering kost het UWV bijna 1.600 euro in uitvoeringskosten per jaar.

In 2013 bleek dat zo’n 800 Bulgaren onterecht 4 miljoen euro aan Nederlandse toeslagen hadden opgestreken. De fraude was nog geen tiende van een procent waard van de 13 miljard euro die ieder jaar in toeslagen wordt uitgekeerd. Toch was de verontwaardiging groot. Pieter Omtzigt, toen nog lid van het CDA, diende een motie van wantrouwen in tegen de verantwoordelijke staatssecretaris, Frans Weekers. Geert Wilders eiste een ‘keiharde aanpak van fraudeurs.’

Die kwam er. Met als uitkomst de kindertoeslagenaffaire, waarvan de hersteloperatie inmiddels al 5 miljard euro kost.

Geef burgers meer vertrouwen

Dezelfde Omtzigt laakt nu een politieke cultuur die teveel is gericht op het afbranden van bewindslieden en te weinig aandacht heeft voor de uitvoerbaarheid van beleid. Dezelfde Wilders vindt het nu ‘ziek’ wanneer een bijstandsuitkering wordt teruggevorderd van iemand die zich niet precies aan de regels heeft gehouden. Laten we het voortschrijdend inzicht noemen.

Enige coulance in de uitvoering is nodig, maar laat het daar niet bij. Ambtenaren moeten de regels kunnen buigen als zij, en hun leidinggevenden, dat terecht vinden. Nog beter zou zijn zoveel mogelijk regels af te schaffen, het controleapparaat in te krimpen, en burgers meer te vertrouwen.

Nick Ottens werkt voor een Amerikaanse non-profit organisatie en schrijft voor Atlantic Sentinel en Wynia’s Week.

 

Foto: Liza Summer via Pexels

Dit artikel is 2320 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (4)

  1. Waar blijven de experimenten met een basisinkomen? Daar is al veel ervaring mee. Een gros van de mensheid kan van alles en doet dat ook. De benadering dat mensen een beetje op de bank zitten, is niet de realiteit. En het meeste geld op de wereld wordt verdient met corruptie en fraude. Iemand met circa 150 miljard, die een beetje met raketten speelt en op vakantie gaat met een ruimtereis, dan knijpen we dus wel mensen uit die geen schijn van kans hebben. De ongelijkheid in middelen en mogelijkheden is zo gigantisch bizar, dat de meeste mensen proberen overeind te blijven. Een basisinkomen is niet bedoeld als gratis geld, het begrip gaat over een basisbedrag om van te leven. Om mee te kunnen doen, zonder de nutteloosheid van werk. Met een online wereld kan je de mens wat meer vrijheid geven, dat doen de rijken der aarde wel. Die werken niet meer voor hun geld, dat laten ze anderen doen. Dus als er een basisinkomen is voor iedereen met te weinig middelen, dan gaan we die groep weer mee laten doen. En dan komen al die maatschappelijke mogelijkheden voor zorg, onderwijs, kinderopvang, vermaak, sport, het onderhouden van het landschap, zelf eten verbouwen, weer beschikbaar. En dan wordt al het vrijwilligerswerk volwaardige arbeid, omdat je iets doet voor de samenleving. Dan hebben mensen met een beperking en dat zijn er velen, ook volledig meedoen. Dan gaat het weer over talent, inzet, creativiteit, kennis en nuttig bezig zijn.

  2. Wilders realiseert zich dan toch ook dat zijn eigen kiezers de dupe van het keiharde door hem gesteunde fraudebeleid zijn geweest, waardoor een deel van deze mensen geradicaliseerd is geraakt, zich afgekeerd heeft van de samenleving, en de PVDA daarvan de schuld gegeven hebben, en linkse partijen met de gebakken peren zitten

  3. Uitgebreid onderzoek naar deze materie lijkt me zeker van groot maatschappelijk belang. Dit artikel kan een mooie start zijn. Mijn voorkeur gaat daarbij uit naar een degelijke onderbouwing en zorgvuldigheid bij stellingen en conclusies.
    Dat “het CPB nog niet durft te beweren dat alle regels overbodig zijn” lijkt me dan ook volkomen correct, want die conclusie blijkt totaal niet in het artikel. Nick Ottens is m.i. ook wat voorbarig in zijn conclusie dat verder onderzoek er op gericht moet zijn om “zeker te weten dat alle verplichtingen en controles geen zoden aan de dijk zetten” want de bevindingen uit Deventer en Wageningen wijzen helemaal niet in de richting van “geen zoden aan de dijk”… Verderop zijn ook nog wel wat kritische noten mogelijk.

    WEL komt mijn persoonlijke beleving als uitkeringsgerechtigde overeen met de strekking van het artikel: Me als kind behandeld voelen door de maandelijkse zinloosheid van “taken in de werkmap” + door de bejegening in het algemeen (als ondergeschikte, nitwit of ‘niets’). Bij mij zorgt dat voor frustratie en een verlegging van mijn focus van “geschikt werk-tijdsbesteding vinden” naar “het voldoen aan de plichten” . Dat gaat daarmee ten koste van de vindingrijkheid die ik nodig heb om -als oudere in een krappe arbeidsmarkt- op onbekende terreinen het voor mij geschikte werk te vinden. Ook de wijze waarop het begrip “passende arbeid” gehanteerd wordt vind ik volkomen achterhaald en onbruikbaar voor de werkzoekende (maar uiteindelijk ook voor ambtenaren, reïntegratie-werkers en adviseurs).

    Naast dat deze bejegening psychologisch ondermijnend werkt speelt er tevens een maatschappelijke component (of meer) die mogelijk op sociaal gebied ondermijnend werkt. Mijn vragen hierbij zijn o.a. : Wat zegt de bovenmatige controle van burgers over onze (wantrouwende) samenleving;
    Betekent geen -betaalde- baan dat je je zelfbeschikkingsrecht moet verliezen;
    Waarop is onze angst -dat de uitkeringsgerechtigde misschien een stuiver te veel krijgt- gebaseerd; Zijn wij een volk van bedriegers;
    Is er sprake van afgunst;
    Is “arbeid nog steeds een eigenaardig medicijn” en is betaald werk heilig;
    Wat voor land willen wij zijn & hoe gaan we met elkaar om;
    Wat doen we met de enorme ongelijkwaardigheid in NL;
    Waarom gaan regels en “juridische indekking” voor de mens???
    Het zou mooi zijn als er voor antwoorden op deze vragen geput kan worden uit onderzoek en feiten.

    Ten slotte: Stel dat onze samenleving afscheid zou nemen van het controleren en sturen van uitkeringsgerechtigden. Wat dan? Wat gaan uitkeringsgerechtigden dan doen? En hoeveel werkloze ambtenaren, reïntegratie-werkers en adviseurs levert dat op? En wat moeten die dan doen? Wie gaat bedenken wat een zinvolle koers is? Waar is de lange termijn visie die nodig is om een waardige samenleving in te richten? Bij de Nederlandse politiek misschien? 🙂 🙂 De andere reageerders geven al een aanzet: laten we elkaar helpen! I.p.v. tegenwerken!

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *