COLUMN Benchmarken van verpleeghuizen is een pervers idee

Tijdens de kabinetsformatie dreigt het plan om verpleeghuizen te benchmarken opnieuw op tafel te komen. Hoogleraar Marcel Canoy waarschuwt partijen voor de kwalijke gevolgen van benchmarken voor veranderingen die al gaande zijn in de verpleeghuiszorg.

Er was veel ophef over ‘benchmarken van verpleeghuizen’ in verkiezingstijd. Wat was het geval? Het Centraal Planbureau (CPB) vond dat deze maatregel vijf miljard zou opleveren en zes partijen gingen ervoor zonder dat het in hun verkiezingsprogramma stond. Curieus. Ik heb elders al verteld hoe dat kan en waarom het CPB de plank volkomen missloeg en we daardoor in een parallel universum terecht dreigen te komen.

Verpleeghuizen moeten veel meer samenwerken – met de buurt, de familie, concurrenten, het sociaal domein enzovoort

Nu de formatie is begonnen zou het niettemin zo maar kunnen gebeuren dat dit bizarre plan weer terug op tafel komt. Daarom leg ik gedetailleerd uit waarom deze maatregel niet alleen niets oplevert, maar zelfs uitzonderlijk schadelijk zou zijn voor het transitieproces waarin verpleeghuizen zich nu bevinden. Daartoe is het goed een aantal ontwikkelingen in de sector te schetsen.

Wereld die niet meer bestaat

Verpleeghuizen komen uit een wereld waar cliënten binnenkwamen en het personeel de mensen alles uit handen nam. Zo is het gros van het personeel ook opgeleid. Die wereld bestaat niet meer. Het personeel is er niet meer en er is voortschrijdend inzicht dat het helemaal niet in het belang van ouderen is hen alles uit handen te nemen, omdat zij zo dreigen te degraderen tot passieve passanten wachtend op hun naderende levenseinde.

Een uitvloeisel van schaars personeel is dat verpleeghuizen niet zoals vroeger in splendid isolation kunnen opereren, maar veel meer moeten samenwerken – met de buurt, de familie, concurrenten, het sociaal domein en wat dies meer zij. Dat vereist nieuwe vaardigheden en een andere cultuur van het personeel.

Verpleeghuizen zijn zichzelf opnieuw aan het uitvinden

Als gevolg van de nieuwe inzichten en de schaarste op de arbeidsmarkt zijn verpleeghuizen zichzelf kortom opnieuw aan het uitvinden. Veel meer dan een aantal jaar geleden wordt gewerkt met vrijwilligers, wordt de familie ingezet, is er meer vrijheid en is er toenadering met het sociaal domein en de buurt. Dat gaat (soms letterlijk) met vallen en opstaan, maar is wel een onmiskenbare (en positieve) trend.

Nieuwe fenomenen

Een nieuw fenomeen is dat er na jaren van wachtlijsten nu plotseling sprake is van enige leegstand. De verklaringen daarover lopen nog wat uiteen (na-ijleffect van corona, succes van mensen langer thuis laten wonen). Het is onzeker hoe lang deze leegstand blijft aanhouden in de context van de dubbele vergrijzing. Verder zijn er regionale verschillen.

Maar het dwingt verpleeghuizen wel creatief te zijn

Maar het dwingt verpleeghuizen wel creatief te zijn, bijvoorbeeld door – wanneer de leegstand aanhoudt – andere oplossingen voor de ruimte te bedenken (jongeren, mensen zonder indicatie). Dat zou ook goed zijn voor het tegengaan van een monocultuur van kwetsbare cliënten, zoals dit initiatief heel mooi laat zien.

Een ander fenomeen is de opmars van het inzetten van kunstenaars, omdat bewezen is dat bijvoorbeeld mensen met dementie gebaat zijn bij muziek of andere kunstuitingen. Er zijn zelfs organisaties als Cordaan die hier heel ver in gaan en zorggeld inzetten om kunstenaars te financieren omdat ze ervan overtuigd zijn dat dit meer kwaliteit van leven oplevert en tevens geld bespaart.

In de verpleeghuiszorg is een snelgroeiend aantal commerciële partijen actief

De verpleeghuiszorg is een sector waar een snelgroeiend aantal commerciële partijen (waaronder private equity) actief is. Sommige van die ketens richten zich op het luxe segment, maar niet allemaal. Zo is Dagelijks Leven een keten die kleinschalige voorzieningen heeft voor mensen met dementie en een kleine portemonnee.

Er is op dit moment geen enkele aanwijzing dat deze commerciële spelers minder goede zorg bieden dan de stichtingen, maar het buitenland heeft laten zien dat we niet zomaar mogen aannemen dat dat altijd zo blijft.

Kwaliteit vergelijken

Het gevolg van al deze trends is dat er een veel grotere heterogeniteit in verpleeghuisland is dan in het verleden. Dat heeft te maken met een verscheidenheid aan concepten, maar – belangrijker – ook met grote verschillen in het tempo en de manier waarop verpleeghuizen acteren in de transitie naar een nieuwe realiteit.

Het veld beschouwde deze indicatoren als mechanische invuloefeningen

De trends en verscheidenheid hebben ook gevolgen voor hoe je moet kijken naar kwaliteit. Vroeger probeerden we kwaliteit te meten met ‘objectieve’ indicatoren zoals het gebruik van vrijheidsbeperkende middelen, medicatiefouten of doorligwonden. Dit tot toenemende frustratie van het veld, dat deze indicatoren beschouwde als mechanische invuloefeningen zonder scherpe relatie met wat kwaliteit eigenlijk is.

Dat was vroeger al zo, maar dat is door bovenstaande trends nu nog veel pregnanter het geval. Vandaar dat de sector met hulp van het Zorginstituut in 2024 het generiek kompas heeft ingeschreven in het register.

Kompas: processen op orde?

Het kompas onderkent de trends en baseert kwaliteit niet op nietszeggende lijstjes, maar op begrippen als leren en verbeteren, samenwerken en samen beslissen. Het is immers veel belangrijker om te bezien of verpleeghuizen hun processen op orde hebben zodat ze goede keuzes kunnen maken in de transitie dan om dingen te meten die daar geheel niets over zeggen.

Verpleeghuizen die hun hele proces strak op orde hebben, kunnen zomaar gekort worden

Dat zal heus niet vanzelf overal goed gaan. De kwaliteitsplannen die organisaties moeten aandragen zijn bewust vormvrij gelaten. Het is nog niet duidelijk op dit moment hoe stevig al die plannen zijn en wat te doen als die minder stevig zijn dan nodig. Maar de transitie is gelaagd en complex en we moeten de sector wel even wat tijd geven om z’n weg te vinden.

Pervers systeem

Stel dat het nieuwe kabinet over zou gaan tot het benchmarken, wat wil zeggen dat we op basis van objectief meetbare criteria bepalen wat efficiëntie is en zo de financiering bepalen. Ligt er dan een goudschat van vijf miljard in het verschiet? De ijverige goudzoekers van het CPB zullen tot hun teleurstelling alleen maar verweerde stenen aantreffen.

Sluwe private equity spelers strijken de winst op zonder dat een cliënt er beter van wordt

Verpleeghuizen die hun hele proces strak op orde hebben, de buurt betrekken, leren van hun fouten en tevreden cliënten hebben, kunnen zomaar gekort worden omdat de vrijheid die ze hun cliënten hebben gegund tot meer valincidenten leidt. Verpleeghuizen die waardeloos samenwerken, niets leren van hun fouten, maar wel hun personeel instructies geven om netjes te scoren op de lijstjes krijgen meer geld.

Sluwe private equity spelers weten het systeem perfect te ‘gamen’ en strijken de winst op zonder dat een cliënt er beter van wordt. Benchmarken levert niets anders op dan een pervers systeem en frustraties bij iedereen die het goed voor heeft met de ouderenzorg.

Marcel Canoy is hoogleraar gezondheidseconomie en dementie aan de VU. Hij is daarnaast werkzaam bij VitaValley en adviseur van de Autoriteit Consument & Markt (ACM).

 

Dit artikel is 992 keer bekeken.

Reacties 1

  1. De elasticiteit van professor Canoy

    Alweer een stuk van Canoy waarin hij zich kronkelt tussen markt en moraal.
    Vandaag is benchmarken “pervers”, morgen is concurrentie “de enige weg vooruit”.
    Hij manoeuvreert niet om helderheid te scheppen, maar om kritiek te ontwijken.
    Elke draai levert een nieuwe ‘visie’ op die het systeem in stand houdt waar hij zelf deel van is: de markt als enige denkraam.

    Wat hij verwerpt, zijn niet de economische dogma’s — alleen hun karikaturen. Zo blijft hij telkens de redelijke middenpositie claimen, terwijl de kern van zijn verhaal onveranderd blijft: zorg is pas goed als ze meetbaar, efficiënt en beheersbaar is.

    Eerlijk gezegd word ik moe van deze intellectuele gymnastiek. Wie voortdurend van gedaante verandert, staat nergens echt voor.
    Canoy is de Houdini van de zorg: meester in ontsnappen aan zijn eigen gelijk.
    Áls je de ruggengraat van een knakworst hebt, dan kan je inderdaad overal tussendoor kronkelen. Maar uiteindelijk sta je dan nergens voor.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *