Aanpak schulden is sleutel in begeleiding van ex-delinquent

De financiële problematiek onder mensen die een delict hebben gepleegd is erg groot. Schulden hebben een sterke negatieve invloed op al hun levensdomeinen en vergroten het risico op terugval in criminaliteit. Toch zijn schulden onderbelicht in de begeleiding van ex-delinquenten. Gercoline van Beek pleit voor meer expliciete aandacht voor schulden in de reclassering.

De afgelopen jaren is uit diverse onderzoeken gebleken dat schulden een belangrijke invloed hebben op het leven en gedrag van mensen (zie ook het schuldhulpdossier op deze site).  Zo kunnen schulden een negatieve invloed hebben op iemands werksituatie, mentale en fysieke gezondheid en relaties. Ook is steeds meer bekend over de stress die schulden veroorzaken en de wijze waarop dit ertoe leidt dat mensen minder goed in staat zijn beslissingen te nemen. Minder aandacht is er voor de samenhang van schulden met andere problemen. Zo is wel bekend dat schulden ook samenhangen met criminaliteit, maar weten we weinig over de factoren die hierbij een rol spelen.

Schulden liggen onder andere problematiek

Uit mijn promotieonderzoek naar financiële problematiek onder reclasseringscliënten blijkt dat het grootste deel van hen kampt met complexe schuldsituaties. Schulden belemmeren hun resocialisatie, omdat ze veel stress veroorzaken en het werken aan de gedragsverandering die nodig is voor de weg uit de criminaliteit bemoeilijken. Veelal ligt de oorzaak van de schulden al in de vroege jeugd. Zo hebben cliënten bijvoorbeeld niet geleerd met financiën om te gaan of hebben ze te maken gehad met mishandeling, misbruik en verwaarlozing.

Als gevolg hiervan kan het bijvoorbeeld zo zijn dat ze gedragsproblemen of verslavingen ontwikkelen, waardoor ze hun opleiding niet afronden of niet in staat zijn te werken en daardoor minder kans hebben op een legaal en voldoende inkomen. Veel reclasseringscliënten kampen bovendien met psychische en lichamelijke gezondheidsproblemen. Ook kunnen culturele en sociale factoren, zoals schaamte, taboe en hang naar status, een rol spelen. Al deze factoren zijn bovendien sterk met elkaar verweven en verhogen het risico op zowel schulden als delictgedrag.

Begeleiding rond schulden is complex

Ook reclasseringscliënten hebben in theorie recht op schuldhulpverlening. In de praktijk kunnen ze daar om diverse redenen geen gebruik van maken, bijvoorbeeld omdat ze informele schulden (schulden bij vrienden of familie) hebben waarvoor geen betalingsregelingen kunnen worden getroffen. Ook terugval in criminaliteit, verslavingsgedrag of het niet nakomen van afspraken kunnen schuldhulpverlening belemmeren. Cliënten hebben hierdoor vaak geen uitzicht op een schuldenvrije toekomst en voelen zich dikwijls machteloos. Bovendien ondervinden ze nogal eens weinig flexibiliteit en maatwerk bij de instanties waarmee ze te maken hebben in de aanpak van hun schulden.

Professionals die met deze cliënten werken vinden het op hun beurt moeilijk hen te begeleiden bij schulden. Zij hebben er vaak geen tijd, kennis en vaardigheden voor. Ze kennen niet altijd de mogelijkheden om cliënten zelf te begeleiden bij schulden of om effectief door te verwijzen. Daarbij missen ze samenwerking en afstemming met andere betrokken professionals, zoals schuldhulpverleners, bewindvoerders of ambulant begeleiders. Schuldhulpverleners daarentegen zijn ervaren in begeleiding bij schulden, maar hebben menigmaal onvoldoende kennis van en inzicht in het gedrag van delinquenten en de benadering die dit vraagt.

Schulden in samenhang zien is cruciaal

Omdat schulden sterk samenhangen met risico’s op andere levensdomeinen is het belangrijk dat de verschillende professionals rond cliënten vanaf de start van het begeleidingstraject systematisch samenwerken. Deze samenwerking dient verder te gaan dan het incidenteel uitwisselen van ervaringen en moet worden vormgegeven door de inzet van elke professional op de eigen expertise. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om reclasseringswerkers met hun inzicht in en kennis van delinquenten; schuldhulpverleners en bewindvoerders met hun kennis over en vaardigheden in financiële begeleiding en persoonlijk begeleiders met hun ondersteuning bij praktische zaken, zoals het doornemen van administratie en het meegaan naar afspraken.

Naast structurele, vroegtijdige samenwerking is het belangrijk dat alle betrokken professionals aandacht besteden aan financiën door de inkomstensituatie van cliënten uit te vragen, te monitoren en te registreren. Daarbij is het essentieel om financiën niet als apart levensdomein te behandelen, maar oog te hebben voor de samenhang ervan met problemen op andere levensdomeinen. Ook is het van belang dat ze met cliënten spreken over de risico’s van hun financiële problemen voor onder meer criminaliteit of verslavingsgedrag. Professionals kunnen immers wel met cliënten toewerken naar bijvoorbeeld (zelfstandige) huisvesting, maar wanneer er geen (stabiel en legaal) inkomen is, zal de huisvesting ook snel in gevaar komen.

Een effectieve aanpak van multiproblematiek vraagt dat alle betrokken professionals expliciet aandacht hebben voor de onderliggende rol van financiële problemen en de risico’s die deze met zich meebrengen voor andere levensdomeinen. Alleen dan zal vooruitgang die met cliënten wordt geboekt ook duurzaam kunnen worden geborgd op alle levensgebieden.

Gercoline van Beek MA is onderzoeker binnen het Kenniscentrum Sociale Innovatie van de Hogeschool Utrecht en doet promotieonderzoek naar financiële problematiek onder reclasseringscliënten.

 

Foto: Gerard Stolk (Flickr Creative Commons)