Armoede aanpakken? Organiseer ontmoetingen!

Armoede doorbreek je met financiële ondersteuning, speciale voorzieningen en met versterking van zelfredzaamheid. Onderzoek van drie Werkplaatsen Sociaal Domein laat zien dat er nog een schakel is: ontmoeting tussen inwoners, vrijwilligers en professionals – opdat zij van elkaar kunnen leren over de impact en aanpak van armoede.

De aanpak van armoede vraagt om samenhangende interventies gericht op verschillende aspecten van het bestaan. Dat weten we allang. Voor ons onderzoek bestudeerden wij het armoedebeleid van enkele gemeenten. Dat blijkt vooral gericht op de structurele beschikbaarheid van aanvullende financiële bronnen zodat niemand onder de armoedegrens zakt (sociaaleconomische zekerheid). Daarnaast gaat het armoedebeleid om regelingen en voorzieningen die aansluiten bij wat mensen nodig hebben en die voor iedereen vindbaar en toegankelijk zijn (sociale inclusie). Tevens vinden deze gemeenten het noodzakelijk om de zelfredzaamheid van mensen te versterken door bijvoorbeeld budgetcoaching (sociale empowerment). Dit zijn drie van de vier voorwaarden van sociale kwaliteit en onmisbare invalshoeken voor de aanpak van armoede.

Integrale aanpak vraagt ook om relationele component

Er spelen echter nog meer zaken een rol. Hoe weet je of voorzieningen of regelingen aansluiten bij de mensen voor wie ze bedoeld zijn? Hoe bepaalt jouw visie op armoede jouw manier van doen? Hoe bepaal je beleid dat diep kan ingrijpen in mensenlevens als het niet over jouw leven gaat? Hoe laat je als inwoner je stem horen als je denkt dat dat toch geen zin heeft?

Een integrale aanpak van armoede vraagt ook om een relationele component, om het verbreden van perspectieven op armoede. Armoede doorbreek je door te rammelen aan overtuigingen van ambtenaren, vrijwilligers, studenten, professionals en juist óók aan overtuigingen van mensen die in armoede leven. Daarvoor moeten omstandigheden gecreëerd worden waarin mensen elkaar ontmoeten, van elkaar kunnen leren en samen tot verandering kunnen komen. Sociale cohesie versterken dus, de vierde voorwaarde van sociale kwaliteit. Toch vonden wij beleidsinterventies gericht op sociale cohesie niet terug in het bestudeerde armoedebeleid. Terwijl juist samenhang en verbondenheid tijdens ons onderzoek sterk werden benadrukt als noodzakelijke en werkzame factoren. Om de sociale cohesie in gemeenten en wijken te versterken ontwikkelden wij daarom de werkwijze ‘Armoede doorbreek je niet alleen’.

Participatief actie-onderzoek leidt tot nieuwe werkwijze

De Werkplaatsen Sociaal Domein Arnhem & Nijmegen, Twente en Utrecht werkten samen met drie lokale projectteams in Lingewaard, Oldenzaal en Utrecht aan de ontwikkeling van de nieuwe werkwijze. De teams bestonden uit inwoners met ervaringskennis, vrijwilligers, professionals en onderzoekers. Middels participatief actie-onderzoek leerden we armoede van een andere kant te bekijken, leerden we te luisteren en af en toe onze mond te houden. Wij leerden ook om ons soms juist uit te spreken. Vijfenveertig mensen toonden de moed en de wil om, ondanks de verschillen, contact te maken en samen te werken aan een aanpak van (verborgen) armoede. Persoonlijke verhalen waren daarbij het bindmiddel.

Na twee jaar wijzen alle onderzoeksresultaten op het belang van ‘verdiepen in de situatie’ en ‘persoonlijke gesprekken’. De teamleden pleiten, op grond van alle ervaringen en verzamelde kennis, voor het organiseren van ontmoetingen die niet vanzelfsprekend plaatsvinden – met als uitgangspunten: begrip, vertrouwen, wederkerigheid, tolerantie, erkend en herkend worden, een sense of belonging en solidariteit. 

Ontmoetingen om armoede te doorbreken

Onze werkwijze bestaat uit vier ‘Ontmoetingen’ die momenteel worden aangeboden en getest in de drie lokale contexten. De deelnemers zijn via social media en mond-tot-mond-oproepen uitgenodigd om samen te komen in ontmoetingen die niet vanzelf plaatsvinden. De begeleiders, een sociaal werker en een ervaringsdeskundige, verzorgden de uitnodigingen en de voorbereiding. Zij hebben de vaardigheid om gesprekken tussen vrijwilligers, professionals en inwoners te begeleiden en te verbinden aan extra kennis over armoede.

De groep deelnemers beschouwen we als een ‘microkosmos’ met eigen struggles, eyeopeners en veranderwensen. Als we een stap vooruit komen of iets kunnen oplossen in deze groep, kunnen we die kennis gebruiken voor oplossingen buiten de groep. De veranderwensen van deelnemers vormen de start van kleine veranderingen in de regio. Er moet draagvlak zijn bij de lokale overheid en welzijnsorganisaties om de ontmoetingen te sturen en faciliteren en om kleine veranderingen met inwoners, maatschappelijke organisaties, bedrijven en overheden mogelijk te maken.

Zo vertelde een inwoner van Lingewaard bijvoorbeeld: ‘Rotbrieven van de woningbouw en de gemeente krijg ik altijd op vrijdag. Ik kan dan nergens meer naar toe, dus ik heb het hele weekend stress. Op maandag ben ik zó gefrustreerd, dat ik boos ga bellen. Kan dat nou niet anders?’ Een manager van de woningbouwcorporatie reageerde: ‘Zo’n brief moet langs zoveel schakeltjes in de organisatie. Wij zijn blij dat we het voor elkaar krijgen om die brief aan het einde van de week de deur uit te doen. Ik heb me nooit gerealiseerd hoe dit overkomt op de ontvanger van de brief. We hebben het direct aangepast.’

De ontmoetingen dragen bij aan nieuwe inzichten. Deelnemers kijken samen door de bril van systeemwereld en leefwereld naar armoede en worden zich meer bewust van de rol die zij kunnen spelen in het doorbreken van processen die tot armoede en schulden leiden. Een inwoner van Lingewaard zei het zo: ‘Inwoners die in armoede leven zijn gewoon mensen, maar bij instanties zijn het ook gewoon mensen.’ Een Lingewaardse professional vertelde: ‘Het heeft voor mij bijgedragen aan meer bewustwording van wat armoede met zich meebrengt (aan angsten, ongemakken) en wat daarin belangrijk is in de hulpverlening (de benadering).’

Dragen bij aan bewustwording en beleid

De ‘Ontmoetingen’ geven een stem aan mensen die niet altijd gehoord worden. Dat wat tijdens de ontmoetingen geleerd wordt kan zodoende bijdragen aan bewustwording van de impact van armoede en aan interactief, lokaal armoedebeleid.

Armoede aanpakken betekent werken aan sociale kwaliteit; werken aan een samenleving waarin mensen kunnen participeren op een manier die hen past en goed doet en waardoor zij een betekenisvolle rol kunnen hebben in de samenleving. Werken aan sociale kwaliteit vraagt om te investeren in bestaansvoorwaarden, inclusie, empowerment en cohesie. En om dat goed te doen begin je bij betekenisvolle ontmoetingen.

Carinda Jansen is docent-onderzoeker en Lisbeth Verharen is lector, beiden bij het Lectoraat Versterken van Sociale kwaliteit van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en de Werkplaats Sociaal Domein Arnhem en Nijmegen.

 

Foto: Andrew Moca via Unsplash