Corona maakt kwetsbare jongeren horendol

Kwetsbare jongeren gaan gebukt onder grote stress, vanwege de coronamaatregelen. Ze zijn hun dagelijkse routine kwijt en staan daardoor nog meer onder druk van een steeds complexere samenleving en dwingende ouders.

Corona heeft voor veel kinderen geleid tot het wegvallen van sociale routineactiviteiten. De meeste kinderen zijn weerbaar genoeg om deze lastige periode in hun leven te doorstaan. Er zijn zelfs kinderen die opbloeien door de relatieve rust en de autonomie die online les hen geeft. Maar er zijn ook kinderen die kwetsbaar zijn, nergens kunnen schuilen en geen uitweg zien anders dan wanhoop. Voor hen moeten we schuilplekken creëren, met oog voor hun behoeften aan verbondenheid, autonomie en competentie.

Overigens staat de mentale gezondheid van jongeren in onze samenleving ook los van corona hevig onder druk. Dat ligt niet zozeer aan grote trauma’s, zoals geweld, honger, verwaarlozing, mishandeling of misbruik. De steeds complexere samenleving en de prestatiedruk die jongeren ervaren, op school, in sport en cultuur, zijn er mede debet aan. Daarnaast is er steeds minder tolerantie voor normafwijkend gedrag.

Microtrauma’s

Toch is dit niet het hele verhaal. Bij veel jongeren die door de pandemie extra onderuit gaan, is er sprake van erfelijke en psychologische opgebouwde kwetsbaarheid in combinatie met opeenhoping en herhaling van microtrauma’s. Kleine, sociale trauma’s die, zeker in de adolescentie, kunnen leiden tot angst en dwang, en de sociaalemotionele ontwikkeling en weerbaarheid belemmeren.[1]

De optelsom van vele microtrauma’s is dat kinderen hypergevoelig worden en aan zichzelf gaan twijfelen, zichzelf gaan haten, bang, wantrouwend en depressief worden, en aangeleerde hulpeloosheid ontwikkelen.

Hierdoor neemt hun stress verder toe, vooral als, zoals tijdens de coronacrisis, andere coping mechanismen zoals vechten of vluchten niet mogelijk zijn. Klassieke traumareacties voor kinderen en jongeren zijn dan: zich terugtrekken, tegendraads worden, woedeaanvallen, angstig en depressief worden, overmatige controledwang, en rigiditeit.

‘Gaslighting’

Microtrauma’s leiden tot een continue stroom van bedreigende prikkels en activatie van het parasympatische zenuwstelsel in combinatie met het stress-systeem. De Amerikaanse psycholoog Margaret Crastnopol noemde dit ‘gaslighting’, naar de film ‘Gaslight’ waarin een man zijn vrouw ervan probeert te overtuigen dat ze gek is, om haar vervolgens te laten opsluiten in een inrichting om zo een verborgen schat op te kunnen strijken.

‘Gaslighting’ is een psychologische vorm van ‘Von Munchausen by Proxy’ waarbij een ouder zijn of haar kind vanuit de eigen pathologie probeert ziek te maken. Kinderen kunnen het nooit goed doen, zijn continu aan ouderlijke kritiek onderhevig en creëren uit afhankelijkheid samen met de ouder een self fulfilling prophecy.

Een jongere beschrijft deze constante dreiging bijna als indringender dan de momenten van dwang of geweld zelf: ‘De spanning is er altijd, het vreet je aan van binnen, maakt je onrustig en ik weet nog wel dat ik het soms ja… bijna ging uitlokken, dan dacht ik, het gaat toch wel gebeuren, maar dan heb ik het maar alvast gehad.’

Ophemelen en afkraken

De coronamaatregelen zorgen ervoor dat de leden van gezinnen voortdurend dicht op elkaar zitten. Dat leidt soms tot, in de vorm van ‘wrede aardigheid’ – de ander steeds ophemelen – tegenover ‘little murders’ – de ander continu afkraken. Ze bestaat ook uit verminderde liefde en aandacht en ‘moeten zonder mogen.’

Als dat proces lang genoeg doorgaat, heeft dat een negatief opteleffect voor de sociaal-emotionele- en persoonsontwikkeling van kinderen. Omdat het sluipmoordenaars zijn, merken we het echter pas als het te laat is.

 De meeste kinderen zijn, zoals gezegd, behoorlijk weerbaar en contact met leeftijdsgenoten vormt een belangrijke buffer voor depressie en wanhoop. Routineactiviteiten zoals naar school, chillen, uitgaan, sporten, bijbaantjes, en culturele activiteiten vormen vaak een belangrijke bron van zingeving. Maar ze zijn dat niet altijd. Wanneer het bijvoorbeeld gaat om pesten op school, sociale uitsluiting, geweld of misbruik tellen de effecten ervan op, bij andere microtrauma’s.

Zelden een rechte weg

Ieder kind heeft zijn eigen kwetsbare en weerbare kanten. Hij kan leren ermee om te gaan en zich aldus mentaal verder te ontwikkelen. Een pedagogisch, psychologisch en zorg-ethisch perspectief dat het individu en zijn of haar geleefde ervaring erkent en respecteert kan een gezonde ontwikkeling van het kind stimuleren en beschadiging voorkomen.

De ontwikkeling van een kind is zelden een rechte weg, dat dienen we als hulpverleners te respecteren, hoe eng en bedreigend terugval soms ook kan zijn. Ook moeten we meer aandacht hebben voor de verwoestende effecten die een continue stroom van micro trauma’s kunnen hebben, ook in de hulpverlening.

Wat niet helpt om kinderen weerbaarder te maken, is een dominante DSM categorisering als alomvattende verklaring voor opgelopen kwetsbaarheid. Het risico van te snel en uitsluitend redeneren vanuit stoornissen, komt immers neer op het miskennen en stigmatiseren van het kind en zijn ervaringen en pijn uit het verleden, zoals Dings in zijn proefschrift beschrijft. En daar is werkelijk niemand bij gebaat, kind noch ouder, hulpverlener of samenleving, niet tijdens en ook niet na corona.

Peer van der Helm is lector aan de Hogeschool Leiden en bijzonder hoogleraar Onderwijs en Zorg aan de Universiteit van Amsterdam. Heleen Wesselius is onderzoeker aan de Hogeschool Leiden en promovenda aan de Universiteit van Amsterdam

 

Noten:

[1] Kessler, R. C Amminger, G.P., Aguilar-Gaxiola, S., Alonso, J., Lee, S., Üstün, T.B. (200). Age of onset of mental disorders: a review of recent literature, Current Opinion in Psychiatry: 20 -  4 – p. 359-364 doi: 10.1097/YCO.0b013e32816ebc8c

 

Foto: Nenad Stojkovic (Flickr Creative Commons)