COLUMN Drama’s met verwarde mensen voorkomen: hoeveel mag dat kosten?

Een verwarde man die flatbewoners dreigt op te blazen. Een jonge moeder die haar pasgeboren baby hulpeloos achter laat. Een vader die zijn kinderen en hun moeder vermoordt. Drama’s waarbij mensen die hopeloos in de knel zitten, zowel voor zichzelf als voor anderen levensbedreigend zijn. Het welzijnswerk heeft van oudsher kwetsbare mensen onder haar hoede. Maar in deze sector wordt flink het mes gezet. Te duur, zo luidt de conclusie. Maar hoeveel mag het dan wel kosten? Wat hebben we ervoor over om nieuwe drama’s met verwarde, radeloze of agressieve mensen te voorkomen?

In de gezondheidszorg speelt deze discussie al langer. De gezondheidszorg wordt namelijk onbetaalbaar. U kent de boodschap: medicijnen en operaties zijn kostbaar. Het moet allemaal minder, minder, minder. Ga je de oude dame nog een keer opereren zodat ze nog een jaartje langer leeft? Geef je kinderen met zeldzame aandoeningen peperdure medicijnen die ze hun leven lang moeten slikken? Een jaartje korter leven voor een terminale kankerpatiënt: daarover breekt terecht in de politiek en het maatschappelijk debat de pleuris uit. Een mensenleven is immers niet in geld uit te drukken.

Wat dat betreft ben ik jaloers op de aandacht voor de gezondheidszorg. Als je werkt in de welzijnssector wordt je broekriem steeds harder aangetrokken, maar word je geacht gewoon door te ademen. Je werkt aan schrijnende problemen maar steeds vaker sta je door geldgebrek aan de zijlijn. Dit leidt niet alleen tot meer ongelukkige burgers maar ook tot slachtoffers. De bezuinigingen in de GGZ zijn desastreus voor psychiatrische patiënten, zo waarschuwt ook de politie

Het welzijnswerk krijgt zware problemen op haar bordje waarbij mensenlevens op het spel staan: er sterven nu al 1800 mensen in een jaar door zelfmoord en bijna 50 mensen komen per jaar om door huiselijk geweld of zogenaamde ‘familiedrama’s’. Daarnaast hebben welzijnsprofessionals hun handen vol aan verwaarloosde kinderen, opgesloten vrouwen, vervuilde ouderen en agressieve pubers. Maar het vlees wordt van de botten geschraapt: veel sociaal werkers, jongerenwerkers, maatschappelijk werkers, jeugdzorgmedewerkers en andere welzijnsprofessionals zien hun collega’s gedwongen vertrekken terwijl het werk niet minder wordt.

In de praktijk zijn de gevolgen van de bezuinigingen nu al zichtbaar. Een sociaal werker vertelde me onlangs: ‘Ik vermoed dat er geweld dreigt bij de familie waar ik over de vloer kom voor de schuldhulpverlening. Maar ik kan niet op dit niet-pluis gevoel ingaan; we hebben voortaan veel korter de tijd voor de cliënten.’ Of een schoolmaatschappelijk werker die vertelde over een jongen die onlangs zelfmoord had gepleegd: ‘We dachten eigenlijk allemaal al heel lang dat hij in de knoop zat. Maar mijn collega’s en ik hadden nog niet de tijd gehad om dat echt eens goed met elkaar te bespreken en een goede aanpak af te stemmen.’

Professionals hebben tijd nodig om aan te blijven kloppen op de gesloten deur of aan te sluiten bij een probleemgezin. Maar tijd kost geld: geld dat er vaak niet meer is. Net als bij de bezuinigingen in de gezondheidszorg moeten we daarom kritische vragen gaan stellen bij bezuinigingen op de welzijnssector: wat kunnen de consequenties zijn voor mensen als ze niet meer worden geholpen? Wat voor impact heeft het op mensenlevens? De gezondheidsraad heeft hiervoor gewaarschuwd en adviseert juist om extra te investeren. Want bezuinigingen kunnen afschuwelijke gevolgen hebben die onszelf, onze vrienden, familie, buren of collega’s direct gaan raken. We mogen niet onze ogen hiervoor sluiten.

 Hanneke Felten is adviseur Emancipatie en Inclusie bij Movisie.