De claim van universeel egoïsme weerlegd

We werken samen en helpen elkaar, niet vanuit een verkapte vorm van universeel egoïsme, maar omdat het functioneel is. Mensen hebben elkaar eenvoudigweg nodig om te overleven en vooruit te komen. En het geeft soms nog een fijn gevoel ook.

Waarom zouden jij en ik eigenlijk gaan samenwerken? Mensen doen het vaak, samenwerken, maar de vraag erachter blijft belangrijk, namelijk hoe de samenwerking tussen partijen te organiseren en vorm te geven. In zogeheten ‘coördinatieproblemen’ is de zaak relatief eenvoudig: het individuele eigenbelang en het collectieve belang liggen in elkaars verlengde. Er moet alleen onderling worden afgestemd.

Is altruïsme verkapt egoïsme?

Maar in ‘coöperatieproblemen’ is er een spanning tussen wat het beste voor iedereen zou zijn en de afzonderlijke individuele belangen. Het bekende prisoner’s dilemma is hier een voorbeeld van, maar er zijn vele varianten.

De voorziening van publieke goederen, zoals infrastructuur, zorg, veiligheid hebben een dergelijk karakter: ze zijn in ieders belang, niemand wil zonder, maar voor ieder individu geldt dat hij er in materieel opzicht het beste van afkomt als de rest hier belasting voor betaalt en hij zelf niet. Dan komt die voorziening er toch wel en hij houdt geld over. Alleen, als iedereen zo handelt en dus niemand belasting betaalt dan komen die nationale defensie, openbare scholen en wegen er natuurlijk niet.

Om te weten hoe een concreet samenwerkingsprobleem precies in elkaar steekt, moet je weten hoe de verschillende partijen tegen het probleem aankijken en hoe ze de verschillende uitkomsten van samenwerking, gedeeltelijke samenwerking en geen samenwerking waarderen. Dan kan het ook raadzaam zijn om hun motieven te kennen. Vinden ze fairness belangrijk? Gunnen ze elkaar wat? Stellen ze ook enig belang in de belangen van anderen? Zouden ze geneigd zijn de buit te grijpen en anderen te benadelen als ze daar mee weg konden komen?

Waarom geen pilletje?

Als ik studenten vraag naar de aard van altruïsme en morele motivatie, dan is meestal de helft van mening dat dit uiteindelijk vormen van egoïsme zijn. Zelfs situaties waarbij het duidelijk is dat er geen gedeelde toekomst zal zijn en wederkerigheid is uitgesloten, er geen applaus zal opklinken van omstanders, en er geen ander reputatie-effect zal optreden, blijven de studenten door een sceptische bril kijken. ‘Dan doen mensen dat omdat ze er een fijn gevoel van krijgen.’

Ik vraag dan waarom ze geen pilletje nemen, als het alleen daar om zou gaan. Of is dat niet hetzelfde? Of ik vraag of ze zouden ophouden om oude vrouwtjes te helpen oversteken als ze van te voren zouden weten dat het fijne gevoel uitblijft, teniet gedaan door weer een ander pilletje. De meesten zouden hun hulp dan (gelukkig) toch doorzetten.

Keuze voor collectief in plaats van individueel belang

Dit zijn gedachtenexperimenten, maar er is ook een breed scala aan echte experimenten en empirische studies over sociaal gedrag. Een voorbeeld van zo´n experiment is een prisoner´s dilemma met gelduitkomsten. Een voorbeeld: twee personen kunnen onafhankelijk van elkaar op twee knoppen drukken: C (van coöperatie) en D (van defectie, ofwel non-coöperatie). Als ze allebei op C drukken, krijgt ieder 5 Euro. Als ze allebei op D drukken, krijgt ieder 2 Euro. En als een op D drukt terwijl de ander op C drukt, dan krijgt degene die op D drukt 10 Euro en degene die op C drukt 0 Euro.

Dit kunnen we in een matrix zetten waarbij een van de twee personen horizontaal tussen C en D kiest, en de rij-kiezer is; en de andere persoon verticaal kiest, hij is de kolom-kiezer. Bij iedere combinatie van getallen is het voorste getal, dus dat voor de komma, de gelduitkomst voor de rij-kiezer en het getal na de komma is voor de kolom-kiezer.

C  D
C 5,5 0,10
D 10,0 2,2

Laten we bijvoorbeeld de combinatie bekijken dat de rij-kiezer op D drukt en de kolom-kiezer op C. Dit is linksonder in de matrix: 10,0. De rij-kiezer krijgt dan 10 Euro en de kolom-kiezer krijgt 0 Euro. Ervan uitgaande dat een egoïst het liefst zoveel mogelijk geld wil incasseren zal hij op D drukken. Dat levert namelijk altijd het meeste op: als de ander C doet, levert op D drukken meer op (10 in plaats van 5) en als de ander D doet dan levert D ook meer op (2 in plaats van 0).

Uiteraard is C,C voor beiden beter dan D,D, maar voor twee egoïsten is die combinatie in een eenmalig prisoner’s dilemma welbeschouwd onbereikbaar en dat is dan ook in zeker opzicht het tragische eraan.

Het evenwicht D,D is collectief suboptimaal. Toch zien we dat in experimenten zoals deze veel mensen de C-knop indrukken. Ze maken de coöperatieve keuze tegen het maximaliseren van hun materiele eigenbelang in. Als mensen in zo’n setting wordt toegestaan om met elkaar te praten, blijkt coöperatie verder toe te nemen.

Dat is opvallend, redenerend vanuit het egoïstische perspectief, als verder gegeven is dat de proefpersonen vreemden voor elkaar zijn en het niet in de verwachting ligt dat ze elkaar nog eens gaan treffen. Communicatie heeft een sterk effect, zelfs even alleen maar oogcontact hebben maakt al uit.

Neiging om anderen te helpen, is functioneel

In een heel andersoortige literatuur worden mensen onderzocht die bijvoorbeeld iemand uit het water hebben gered of onderduikers in huis hebben genomen, soms met gevaar voor eigen leven. Het blijkt dan opnieuw dat de eigenbelanghypothese vaak niet vol te houden is. Op het moment van het handelen is er bijvoorbeeld geen grond voor verwachtingen van winst op de lange termijn, of wat voor reputatie-effecten dan ook.

Dit soort resultaten toont niet aan dat wij allemaal altijd de belangen van anderen meewegen maar weerlegt wel de omgekeerde claim van universeel egoïsme. Biologisch is de neiging om anderen te helpen functioneel. Wij zijn geen solitaire soort, zoals tijgers. Wij zijn groepsdieren. We hebben elkaar nodig om te overleven en vooruit te komen.

Mensen bewaken hun territorium samen, jagen samen, bouwen dingen samen. Wederkerigheid is daarbij belangrijk; als ik jou nu help, dan help jij mij de volgende keer. Maar motieven zoals elkaar zo nu en dan eenvoudigweg wat gunnen en fairness zijn dat net zo. Robuuste samenwerking is daarop gebouwd.

Jelle de Boer is filosoof en docent aan de aan de Hogeschool voor Toegepaste Filosofie in Utrecht en aan de Faculteit van Techniek, Bestuur en Management van de Technische Universiteit Delft.

Foto: downing.amanda (Flickr Creative Commons)