De Confrontatie mag uitblijven

In het NCRV-programma De Confrontatie gaat een slachtoffer van een misdrijf onaangekondigd op bezoek bij de dader. Een dergelijke ‘verassingsaanval’ heeft weinig van doen met erkenning en genoegdoening. Het programma ademt eerder de sfeer van een thriller dan van een respectvolle getuigenis.

Sinds een paar weken zendt de NCRV het programma De Confrontatie uit. Hierin gaat een cameraploeg met een slachtoffer van een misdrijf onaangekondigd op bezoek bij de dader. Op basis van onze ervaringen op het gebied van strafrechtelijke mediation tussen dader en slachtoffer, achten wij dit een volstrekt onverantwoordelijke manier van doen.

Zoals in veel landen om ons heen ontwikkelde zich de afgelopen jaren ook in Nederland voor slachtoffers en daders van misdrijven de mogelijkheid om op een begeleide manier met elkaar in gesprek te gaan. Slachtoffers hopen hiermee een stap te zetten in het persoonlijke verwerkingsproces. De Raad van Europa deed herhaaldelijk aanbevelingen omtrent het belang en de vormgeving van een dergelijke ontmoeting. De Europese Unie volgde met bindende regelgeving ten aanzien van de lidstaten dit aanbod bij wet te voorzien. In Nederland wordt in een dergelijk aanbod voorzien door de stichting Slachtoffer in Beeld. Inmiddels worden jaarlijks honderden ontmoetingen tussen slachtoffers en daders door het hele land georganiseerd op initiatief van ofwel het slachtoffer ofwel de (jeugdige) dader.

Strafrechtelijke mediation is geen gemakkelijke onderneming
Zo'n voorziening, ook wel aangeduid als strafrechtelijke mediation, betreft een procedure  naast het strafrecht. Een van de cruciale verdiensten van de gerechtelijke procedure is echter dat ze oog heeft voor zowel de veiligheid als de rechtswaarborgen van alle betrokkenen. Uiteraard dient een directe ontmoeting  tussen slachtoffer en dader ook rekening te houden met de veiligheid en de rechtsbescherming van de betrokkenen. Een bemiddelend contact tussen slachtoffer en dader dient daarom in elk geval strikt te voldoen aan eisen van vertrouwelijkheid, vrijwilligheid en neutraliteit.

Ondergetekenden zijn al jaren vanuit verschillende hoeken betrokken bij initiatieven om aan een dergelijke benadering gestalte te geven, de laatste jaren onder meer als adviseurs van Slachtoffer in Beeld. Onze eigen ervaringen en onderzoek in binnen- en buitenland leren dat het om een verre van gemakkelijke onderneming gaat. De ontmoetingen vereisen respect voor de manier en het tempo waarop de betrokken partijen en hun families na een misdrijf aan dit gebeuren een plaats trachten te geven in hun leven.

Flagrante schending van privacy
Toen we op de uitzending afstemden zagen we iets dat verre van neutraal, vrijwillig of vertrouwelijk was. We zagen een programma dat qua titel en format eerder de sfeer van een thriller dan van een respectvolle getuigenis ademde. We kregen een beeld van de beleving van een slachtoffer van ernstige feiten, dat de moed bij elkaar harkte om met de filmploeg een soort ‘verrassingsaanval’ te ondernemen op de dader die men, zonder enige aankondiging, thuis wilde opzoeken. Terloops werd vermeld dat de dader voor de feiten reeds was veroordeeld en gestraft. Dit alles leek niets af te doen aan de vanzelfsprekendheid van de voorgenomen flagrante schending van diens privacy.

Bij het zien van de uitzending steeg ons respect voor de morele volwassenheid van zowel het echtpaar aan slachtofferzijde als voor de familie van de dader. Hun houding stond in schril contrast tot de begeleidende commentaren van de programmamakers, met hun nauwelijks verholen teleurstelling dat de door hen verhoopte ‘confrontatie’  uitbleef. Zeer wijs schermden moeder en zus de dader af voor oog en oor van het kijkerspubliek. De troostende commentaarstem liet echter weten dat de kijker volgende week een nieuwe kans zal krijgen, dit keer in een zaak van een in elkaar geslagen postbode. Hopen maar dat die dader dit keer wél thuis is. En vooral: blijven kijken!

Een op deze manier publiek gemaakte, kunstmatige en goeddeels afgedwongen communicatie heeft weinig van doen met erkenning en genoegdoening. Dergelijke verrassingsaanvallen richting de dader vormen een onaanvaardbare schending van fundamentele rechtswaarborgen. Bovendien houdt zo'n sterk op sensatie gerichte aanpak onverantwoorde risico’s in op bijkomend slachtofferschap. Een dader die zich kan voorbereiden op de ontmoeting is ook beter in staat antwoorden te geven op de vragen van het slachtoffer, hem of haar uit te leggen hoe hij tot zijn daad gekomen is en zijn gevoelens van spijt over te brengen. Voor zover dit programma al een educatieve boodschap inhoudt staat deze haaks op breed gedeelde opvattingen over respect en menselijke waardigheid.

Drs. Leo Van Garsse is verbonden aan de Vakgroep Sociale Agogiek van de Universiteit van Gent. Hij was jarenlang bemiddelaar in Vlaanderen. Dr. Antony Pemberton is als victimoloog verbonden aan INTERVICT, Tilburg University. Prof. Ido Weijers is als bijzonder hoogleraar Jeugdrechtspleging verbonden aan de Universiteit Utrecht.

Het programma De Confrontatie wordt iedere woensdagavond uitgezonden op Nederland 3 om 21:15 uur.