De dode hoek van de Zwarte Piet-discussie

Van Zwarte Piet-opstootjes naar surprisestress, van racismekwestie naar rijmelarijfestijn en van maatschappelijk vraagstuk naar privéaangelegenheid: nu pakjesavond voor de deur staat verplaatst het sinterklaasdiscours zich van de publieke arena naar het privédomein.

Met deze overgang naar pakjesavond komt het Sint-en-Piet-gesprek weer in het teken te staan van de familiariteit. Zodra de goedheiligman en zijn gevolg op 5 december de huiselijke kring betreedt, verandert hij van een ideologische en maatschappelijke splijtzwam als bij toverslag in een huis- en kindervriend.

Nu lijkt dit misschien een triviale constatering, maar voor wie wil begrijpen waarom dit kinderfeestje zo ernstig kon ontsporen en waarom de kemphanen zich zo diep ingraven in hun eigen gelijk, is het toch behulpzaam dit gegeven in ogenschouw te nemen. De lichtgeraaktheid van voor- en tegenstanders van Zwarte Piet, heeft namelijk alles te maken met een diepgewortelde verwarring over het onderscheid tussen publiek en privé. In alle beschouwingen over de Zwarte Pieten-twisten, is dit aspect onderbelicht gebleven.

Al in 1974 repte de socioloog Richard Sennet in zijn inmiddels klassiek geworden boek The Fall of Public Man over de ‘tirannie van intimiteit’. Daarmee doelde hij op samenlevingen waarin burgers meer en meer de publieke ruimte opeisen op basis van persoonlijke wensen en voorkeuren. Dit nieuwe ethos stond lijnrecht tegenover het klassieke burgerschapsideaal, waarbij de waardige burger met een masker het openbare leven betrad en zijn particuliere gevoelens en verlangens zorgvuldig voor de buitenwereld verborgen hield.

Onze enigszins overspannen emocratie

De vervaging van dit ideaal en de toenemende verpersoonlijking van de publieke ruimte kent een lange aanloopgeschiedenis. Na het authenticiteitsideaal van de romantiek, het antiburgerlijke sentiment van de provobeweging en de burger als klant die op zijn wenken bediend moet worden, zijn het nu vooral sociale media, zendgemachtigden als Powned en antifatsoensites als GeenStijl die een hyperpersoonlijke, impulsieve beleving van de publieke sfeer cultiveren. Onze enigszins overspannen emocratie waarin particuliere gevoelens de boventoon voeren in het maatschappelijk verkeer, is het logische sluitstuk van deze ontwikkeling.

De ontaarding van het Zwarte Pieten-debat, de grilligheid en naargeestigheid ervan, is goeddeels terug te voeren op het neerhalen van de wanden tussen de sfeer van de vertrouwelijkheid en de openbaarheid. Wie het publieke domein als een verlengstuk van zijn huiskamer beschouwt, zal moeite hebben met elke mening of gedraging die afwijkt van de eigen norm. Scherper gesteld: zodra ons gemeenschappelijke onderkomen – daar waar we ons in gelijkheid én verscheidenheid aan elkaar vertonen – als een extensie van het huis wordt ervaren, zullen zeden en gewoonten die niet overeenstemmen met de eigen levenswijze, al snel als een inbeuk op de persoonlijke integriteit of bewegingsvrijheid worden beschouwd. Resultaat: doorgeschoten slachtofferschap.

De ernstige vorm van slachtofferitis

De ernstige vorm van slachtofferitis waaraan de kemphanen in het Zwarte Pieten-gevecht lijden, moet in dit licht worden bezien. Het gevoel van persoonlijk krenking zit zo diep, dat elke vorm van toenadering bij voorbaat uitgesloten lijkt. Meest schrijnende illustratie hiervan is het feit dat beide kampen blijven zwelgen in hun slachtofferrol, ook wanneer er deels aan hun wensen is voldaan of wanneer blijkt dat kleine aanpassingen geen afbreuk doen aan de feestvreugde van de kinderen. Nadat de roet- en clownspieten hun intrede hadden gemaakt, zwegen de Zwarte Piet-haters of volhardden in hun protest. Als verongelijkte pubers. De Zwarte Piet-aanbidders hielden ondertussen stug vol dat hun oer-Hollandse feest voorgoed verziekt was. Als stampvoetende dwingelandjes.

Dit pathologisch zwelgen in het eigen gelijk is de uiterste consequentie van een vergaand verpersoonlijkt publiek domein. Het privédomein is een afgeschermd stukje wereld waar, in tegenstelling tot de sfeer der openbaarheid, ongefilterde emoties, onmiddellijke behoeftebevrediging en onvoorwaardelijke erkenning van nature thuis zijn. Wie deze privéwaarden verabsoluteert en projecteert op de publieke ruimte, ondermijnt de mogelijkheid van vergeving of overeenstemming. Samen leven wordt dan een welhaast onmogelijke opgave. Het wapengekletter rondom Sinterklaasintocht en -journaal was de even gênante als pijnlijke belichaming hiervan.

Hans Schnitzler is filosoof en publicist. Hij is auteur van 'Het digitale proletariaat" dat 2 maart 2015 verschijnt bij de Bezige Bij.

 

Dit artikel is 2933 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (4)

  1. De verpersoonlijking van de publieke ruimte zien we ook steeds meer terug in de (onderzoeks)journalisitek.. De documentaire ‘zwart als roet’ van Sunny Bergman die vorige week werd uitgezonden op de NPO is daar een illustratie van. Het eigen perspectief en de eigen omgeving (familie en vrienden) worden erbij gesleept om een punt te maken.

  2. Een uitstekend artikel met een prikkelende analyse van het Zwarte Pieten-debat dat nieuwschierig maakt naar het nog te verschijnen boek van Hans Schnitzler. Zijn constatering dat burgers steeds meer de publieke ruimte opeisen op basis van persoonlijke wensen en voorkeuren is ook in andere kwesties waarneembaar. De publieke verontwaardiging en dwingende opvatting van de meerderheid verstikt vervolgens de ruimte voor de minderheid om zijn opvatting in de publieke ruimte te ventileren. Dit is de bijl aan de wortel van onze democratische samenleving. Het is bovendien een breuk met de Nederlandse traditie als land van minderheden en ruimte voor afwijkende opvattingen.
    Een ander aspect dat in het Zwarte Piet-debat nogal onderbelicht is gebleven is de wijze waarop Nederland omgaat met zijn betrokkenheid bij de slavernij. De meer volmondige erkenning van deze zwarte bladzijde in onze nationale geschiedenis en dit ook een volwaardige plek geven in het geschiedenisonderwijs zou niet minder dan rechtvaardig zijn.

  3. Ik kwam dit nu pas tegen. Goed stuk! Als het nu ook vertaald kan worden naar een, voor een grotere doelgroep, begrijpelijke taal dan snappen we allemaal waarom we met de discussie moeten stoppen. Dan kunnen we in huiselijke kring Sinterklaas vieren met naar eigen keuze, witte, zwarte, roze, bruine of gestippelde pieten.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.