De veeleisende patiënt bestaat niet

Alom wordt beweerd dat onze zorgkosten de pan uit rijzen omdat de patiënt voor ieder wissewasje naar de dokter gaat. Recente cijfers laten echter zien dat patiënten in Nederland helemaal niet zo veel zorg consumeren. De Nederlandse gezondheidszorg levert gewoon weinig waar voor zijn geld.

Politici, artsen, hoogleraren, economen, ziekenhuisbestuurders en (oud-) ministers buitelen de laatste maanden over elkaar heen om duidelijk te maken dat ons een gigantische crisis wacht als er niet wordt gesneden in de uitgaven voor de zorg. Van alle kanten worden zondebokken aangewezen: de 80-jarige die in zijn laatste levensjaar een kapitaal verslindt aan nodeloos levensrekken, de ´veeleisende´ patiënt die voor ieder wissewasje een MRI scan, EEG of bloedonderzoek wil, de onzekere arts in opleiding die ´voor de zekerheid´ maar alles onderzoekt wat mogelijk loos kan zijn, lijders aan zeldzame ziekten als Pompe wier medicatie een fortuin kost, of behandelingen en diagnostiek die medisch zinloos of niet wetenschappelijk bewezen zijn, maar alleen dienen om de patiënt gerust te stellen.

Het beeld dat steeds weer wordt geschetst is dat er in Nederland krankzinnig veel zorgconsumptie is. Nederlanders lopen de deur plat van de arts, en vragen om dure en ingewikkelde diagnostiek en behandeling. Dat beeld domineert in de media, en rapporten als dat van Klink suggereren dat een oplossing moet worden gezocht in het terugdringen van die massale zorgconsumptie. De politiek rent hersenloos achter deze gedachtegang aan.

Zorgkosten in Nederland uitzonderlijk hoog

Maar laten Nederlanders inderdaad veel meer medisch aan zich sleutelen dan in andere landen, en is dat de reden dat de zorgkosten hier de pan uit rijzen? Of is er toch iets anders aan de hand? Deze maand verschenen de nieuwste cijfers van de OECD waarin de zorgconsumptie en -uitgaven wereldwijd worden vergeleken. En daaruit komt een heel ander beeld naar voren.

Wat de cijfers ronduit bevestigen is dat de zorgkosten in Nederland uitzonderlijk hoog zijn. We besteden hier (in 2010) 12% van ons nationaal inkomen aan zorg. Daarmee staan we wereldwijd op de tweede plaats, alleen overvleugeld door – uiteraard – de Verenigde Staten. We zitten daarmee ver boven het gemiddelde voor de ontwikkelde landen (Europa, VS, Japan, Israel, Australië, etc.) dat op 9.4% ligt. Per hoofd van de bevolking besteden we US$ 5056 per jaar, waar dat wereldwijd US$ 3268 is.

Wat maakt onze gezondheidszorg zo duur?

Maar waar wordt al dat geld aan besteed? Uitzonderlijk veel artsen, visites, of behandeling? Wij hebben 2.9 artsen per 1000 inwoners, wat onder het wereldwijde gemiddelde van 3.1 ligt. Ook het aantal verplegers en ziekenhuisbedden voor zowel acute als algemene curatieve zorg ligt onder het gemiddelde. Misschien werken de artsen hier harder? Nee, dat is het ook niet: het aantal consulten ligt met 6.6 per jaar netjes op het gemiddelde (6.4), en veel landen streven ons daarin ruim voorbij. Het is ook niet zo dat artsen hier veel tijd aan je besteden: als je in het ziekenhuis belandt word je er na gemiddeld 5.8 dagen weer uitgegooid, waar je in andere landen gemiddeld 7.1 nachtjes mag blijven slapen. Betekent dat misschien dat we dus meer patiënten behandelen in minder tijd? Ook niet: er komen per jaar 11.584 mensen per 100.000 inwoners uit een ziekenhuis, waar dat internationaal  15.508 is. Uitrusten van een bevalling mag hier trouwens helemaal niet (1.9 dagen versus 3.1 wereldwijd), en keizersneden doen we hier half zo vaak als elders.

Zijn het dan al die nutteloze scans? Wij hebben in Nederland een gemiddeld aantal MRI scanners, die een gemiddeld aantal keren worden ingezet. Qua CT-scanners zijn wij zelfs een achtergebleven gebied, waar we net op de helft van het wereldwijde gemiddelde komen.

Is het dan de farmaceutische industrie die met het geld aan de haal gaat? 9.5% van de uitgaven (481 US$) gaat naar medicijnen en andere hulpmiddelen, waar dat wereldwijd 16.6% (496 US$) is. Antibiotica worden hier veel minder vaak gegeven dan elders.

Nederland niet anders dan andere landen

Kortom, onze zorgconsumptie is helemaal niet uitzonderlijk. Vergeleken met andere ontwikkelde landen vallen wij onze artsen helemaal niet zo vaak lastig, wordt er helemaal niet voor ieder hoofdpijntje naar de MRI of CT scanner gegrepen en geven we lang geen fortuinen uit aan nutteloze medicatie. Nederlandse zorg is middenmoot. Ook in kwaliteit, want hoewel obesitas, roken en alcoholgebruik hier ondergemiddeld zijn word je in landen als Frankrijk, Italië, Japan of Zwitserland een paar jaar ouder dan hier.

Er wordt ons een rad voor ogen gedraaid. Het lijkt logisch dat waar veel wordt uitgegeven veel wordt geconsumeerd. Verhalen daarover gaan er de laatste tijd in als koek en overal huilen de wolven mee in het bos van de zogenaamd veeleisende Nederlandse patiënt. En de oplossing van het probleem wordt dus ook daar gezocht: die 80-jarige moet maar een jaartje eerder dood, MRI scans worden een exquise luxe, fatsoenlijke differentiële diagnostiek mag een arts in opleiding niet meer doen, iemand met de ziekte van Pompe heeft pech en huisartsen moeten hun ongeruste patiënten maar gewoon naar huis sturen.

Het ligt aan de prijs, niet aan de consumptie

Maar dat onze zorgkosten hoog zijn ligt helemaal niet aan overconsumptie. Nederlanders consumeren net zo veel of weinig zorg als de gemiddelde wereldburger. Alleen betalen ze daarvoor kennelijk een uitzonderlijk hoge prijs. Of dat aan hoge salarissen ligt, dure gebouwen of de cohorten van managers in de zorg moet worden uitgezocht (ik vermoed de laatste twee). Maar Klink en consorten slaan duidelijk de plank mis als zij de exploderende zorgkosten willen wijten aan de zogenaamd veeleisende patiënt. Die is een fictie. De zoektocht naar de oorzaak van onze torenhoge zorgkosten mag wel wat meer evidence based.

Victor A.F. Lamme is hersenonderzoeker bij de afdeling Psychologie van de Universiteit van Amsterdam. Dit artikel verscheen op 31 augustus in de Volkskrant.