Dinsdag 29 mei publiceerde de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) de resultaten van onderzoek naar de effecten van toegenomen diversiteit. Migranten komen uit een steeds breder palet aan landen, zo blijkt. Die toename leidt ertoe dat buurtbewoners een negatiever beeld krijgen over hun wijk en zich onveiliger voelen. De sociale cohesie in de wijken staat op het spel. In Nood- en Zuid-Holland en Utrecht heeft die toegenomen diversiteit bovendien een negatief effect op de economische groeit, zo stelt de WRR. Het onderzoek is echter suggestief en ingegeven door methodisch nationalisme.
Maurice Crul heeft in zijn opiniestuk in NRC Handelsblad van 2 juni al gewezen op ernstige tekortkomingen. De onderzoekers hebben hun bevindingen niet gecontroleerd voor verblijfsduur in de wijken. Ze zien daarmee over het hoofd dat nieuwkomers in de grotere steden vooral niet-migranten zijn uit andere delen van het land in plaats van migranten uit andere delen van de wereld. Bewoners met een migratieachtergrond wonen juist al langer in de wijk. Dat de gevoelens van niet-migranten over zichzelf en de wijk vooral met hun recente aankomst te maken kunnen hebben in plaats van met de diversiteit aan bevolking in de wijk, zien de onderzoekers over het hoofd.
Verband tussen diversiteit en negatieve gevoelens is ongegrond
Op zijn minst zo belangrijk is het ronduit suggestieve karakter van de gepresenteerde resultaten. De onderzoekers hebben een statistische relatie gevonden tussen toegenomen diversiteit in de wijken enerzijds en sterkere negatieve gevoelens over de wijk en gevoelens van onveiligheid anderzijds, maar ze verzuimen die relatie te verklaren. Daardoor wordt de suggestie gewekt dat de toename van de migrantenbevolking zelf de oorzaak zou zijn van die gevoelens van buurtbewoners. Migranten en niet-migranten zouden steeds vaker met elkaar te maken krijgen en dat zou deze negatieve gevolgen oproepen.
Die suggestie is volledig ongegrond omdat de onderzoekers andere verklaringen voor de gevonden samenhangen niet hebben getoetst. In studies naar de verhoudingen tussen migranten en niet-migranten op de arbeidsmarkt komt herhaaldelijk naar voren dat problemen in die verhoudingen vooral ontstaan als berichtgeving in media en politiek er grip op krijgen (o.a. Siebers, 2010, 2017; Siebers en Dennissen, 2015. Voor hetzelfde proces in het onderwijs zie Siebers, forthcoming). Als uitspraken in media en politiek over migranten en migratie onderwerp van gesprek worden op de werkvloer, leidt dat meestal tot discriminatie en negatieve gevoelens.
De framing in de media zet mensen aan tot een negatief beeld
De framing van nieuws in de media, het kamerbrede discours in de politiek en het publieke debat worden gedomineerd door nationalisme. Denk bijvoorbeeld aan het vast terugkerend thema bij verkiezingen dat ‘de Nederlandse identiteit’ bedreigd zou worden met de suggestie dat migranten die bedreiging vormen. Niemand in media en politiek stelt deze nationalistische framing van het debat ter discussie.
Die framing zet mensen aan om een negatief beeld te vormen over migranten. Als je als burger dat nationalisme keer op keer meekrijgt, is het vanzelfsprekend dat je negatieve gevoelens geactiveerd worden op het moment dat je met migranten te maken krijgt vanwege toename aan diversiteit.
Dat geldt dus vooral voor mensen die in hun dagelijks leven relatief weinig met migranten te maken hebben omdat ze vooral in hun eigen netwerken leven in plaats van in hun wijken. Mensen uit de middenklassen vormen zo een negatiever beeld, zo geeft de WRR zelf aan. Het gaat hier ook om nieuwkomers in de wijken zonder migratie-achtergrond, het punt dat Maurice Crul maakt.
Die negatieve gevoelens floreren vooral als je uit eigen ervaring nog weinig met migranten te maken hebt gehad en je dus wat je beeldvorming over migranten betreft afhankelijk bent van de media. De negatieve gevoelens en beelden van mensen in de wijken, waarover de WRR rapporteert, vormen dus waarschijnlijk niet het resultaat van omgang met elkaar in de wijken, maar juist van het gebrek eraan.
De negatieve gevoelens als gevolg van dat gebrek geven dus waarschijnlijk vooral een indicatie van de invloed van nationalisme in media en politiek. De WRR gaat aan deze mogelijkheid geheel voorbij.
WRR ziet effect van discriminatie op economische groei over het hoofd
De onderzoekers van de WRR wekken nog een tweede ongefundeerde suggestie. De toename aan diversiteit zou een negatief effect hebben op de economische groei in bovengenoemde drie provincies. Ook hier laten ze na de vraag te stellen waarom dat zo is, dus wekken ze de suggestie dat die toename zelf dit effect veroorzaakt. Ze zien over het hoofd dat dat effect wel eens voort zou kunnen komen uit het feit dat de betrokken migranten vaak de kans onthouden wordt om een volwaardige bijdrage aan de economie te leveren.
Discriminatie van migranten is nu eenmaal een wijd verbreid verschijnsel op onze arbeidsmarkt, zo tonen veel studies aan. Zo laat het EU Agency for Fundamental Rights (2017) in haar rapport van vorig jaar zien dat op jaarbasis 20-21 procent van de mensen met een Turkse of Noord-Afrikaanse achtergrond discriminatie ervaart bij het zoeken naar een baan. Van de mensen die het gelukt is alsnog een baan te verwerven, heeft 13-14 procent te maken gekregen met discriminatie op de werkvloer.
Wat deze cijfers betreft spant Nederland de kroon in Europa. Onze eigen onderzoeken bevestigen het structurele karakter van deze discriminatie, die vanzelfsprekend niet zonder economische gevolgen blijft. Dus is het voorbarig om te stellen dat de toename van diversiteit zelf een negatief effect op de economie heeft. Die toename heeft wellicht tot meer discriminatie geleid.
De blinde vlek van de WRR
De WRR laat dus na de vraag te stellen of nationalisme in media en politiek en – door nationalisme gedreven – discriminatie van migranten haar bevindingen zouden kunnen verklaren. Ik heb een van de auteurs in november jongstleden op een conferentie deze mogelijkheid voorgelegd. Zijn antwoord was dat de WRR deze mogelijkheid niet onderzocht had, maar dat hij dat niet ‘geloofde’. Je mag echter verwachten dat de WRR zich op wetenschap baseert, niet op geloof.
In meerdere publicaties in 2002 en 2003 hebben Andreas Wimmer en Nina Glick Schiller het begrip methodisch nationalisme uitgewerkt als een lens van waaruit je naar de werkelijkheid kunt kijken. Vanuit die lens beschouw je nationale kaders als vanzelfsprekend en laat je nationalisme als verklaring van maatschappelijke problemen buiten beschouwing.
Dit WRR-onderzoek en de presentatie van de resultaten ervan vormen een voorbeeld van een dergelijke blinde vlek. Dat ondermijnt niet alleen de wetenschappelijke merites ervan, het geeft voer aan nationalistische woordvoerders als Paul Scheffer met hun roep om de grenzen te sluiten.
De WRR bewaart te weinig kritische distantie ten opzichte van beleid en politiek.
Hans Siebers is onderzoeker naar diversiteit op de arbeidsmarkt en in het onderwijs, verbonden aan Tilburg University.
Referenties
European Union Agency for Fundamental Rights (2017) Second European Union Minorities and Discrimination Survey. Luxembourg: Publications Office of the European Union.
Siebers, H. (2010) The Impact of Migrant-Hostile Discourse in Media and Politics on Racioethnic Closure in Career Development in The Netherlands. International Sociology, 25(4): 475-500.
Siebers, H. (2017) What turns migrants into ethnic minorities at work? Factors erecting ethnic boundaries among Dutch police officers. Sociology, 51(3): 608-625.
Siebers, H. (forthcoming) Are education and nationalism a happy marriage? Ethno-nationalist disruptions of education in Dutch classrooms. Accepted by British Journal of Sociology of Education.
Siebers, H. and Dennissen, M.H.J. (2015) Is it cultural racism? Discursive oppression and exclusion of migrants in the Netherlands. Current Sociology, 63(3): 470-489.
Wimmer, A. and Glick Schiller, N. (2002) Methodological nationalism and beyond: Nation-state building, migration and the social sciences. Global Networks, 2(4): 301–334.
Wimmer, A. and Glick Schiller, N. (2003) Methodological Nationalism, the Social Sciences, and the Study of Migration: An Essay in Historical Epistemology. International Migration Review, 37(3): 576–610.
Foto: Jeff Youngstrom (Flickr Creative Commons)