Een realistischer veiligheidsbeleid vergt beter luisteren naar verschillende bewoners

In een Rotterdamse en een Antwerpse ‘moeilijke’ wijk ervaren de bewoners meer veiligheid dan de cijfers en de enquêtes laten zien, maar ze voelen zich tegelijkertijd weinig betrokken bij het lokale veiligheidsbeleid. Dit blijkt uit onderzoek van Tom de Leeuw. Het is realistischer meer gezichtspunten mee te nemen in het lokale veiligheidsbeleid.

Beleidsmakers benaderen beleving van veiligheid nog steeds grotendeels op te algemene wijze. Veiligheidssurveys en veiligheidsmonitors zijn de meetinstrumenten waarmee de lokale overheid veiligheid al jaren in beeld brengt, op lokaal, nationaal en Europees niveau. Hoewel er beleidsmatig handvatten nodig zijn om op veiligheid te kunnen sturen, laten discrepanties tussen geregistreerde veiligheidscijfers en gerapporteerde veiligheidsbeleving zien dat de beleving en betekenisgeving van veiligheid zich niet zomaar laten vangen.

Zo blijkt uit recent CBS onderzoek dat de landelijke criminaliteitscijfers blijven dalen. De Volkskrant bracht dit nieuws zo: ‘We kunnen het maar moeilijk geloven maar Nederland wordt toch echt steeds veiliger’. Cijfers en beleving van criminaliteit lopen vaak niet synchroon.

Om zicht te krijgen op de minder voorspelbare veiligheidservaring van burgers en professionals heb ik de afgelopen tien jaar op kwalitatieve wijze onderzoek gedaan naar de diversiteit in perspectieven van professionals en burgers op veiligheid en veiligheidsbeleid in Rotterdam en Antwerpen.

Onderzoek vindt een afwijkende discrepantie tussen cijfers en beleving

Ook in één van mijn onderzoekslocaties – het Rotterdamse Oude Westen – vond ik een discrepantie tussen de mening van burgers en de uitkomsten van de Rotterdamse veiligheidsmonitor, zij het juist omgekeerd.

Wijkbewoners en professionals konden zich juist niet vinden in de uitkomst dat hun wijk één van de meeste onveilige wijken van de stad zou zijn. Ze wezen daarbij op methodologische vertekeningen, zoals suggestieve vraagstellingen die tenderen naar onveiligheidsgevoelens en de onevenredige grote invloed van drugsoverlast op deze veiligheidsscore voor hun wijk. Bovendien gaven bewoners niet allemaal op dezelfde manier betekenis aan ‘hun’ wijkveiligheidsproblemen. In Antwerpen contextualiseerden en relativeerden sommige bewoners onveiligheid eveneens.

Diversiteit aan gezichtspunten van bewoners komt niet overeen met beleid

Er is dan ook alle reden om meerdere perspectieven te betrekken bij het lokale veiligheidsbeleid. Bijvoorbeeld vanwege de toenemende etnische en sociaaleconomische diversiteit in de twee wijken van mijn onderzoek. Net als in de Rotterdamse kwetsbare centrumwijk met een bovengemiddelde veiligheidsproblematiek is ook in het centraal gelegen Antwerpen Noord een groot aantal etniciteiten, taalgemeenschappen en inkomensgroepen vertegenwoordigd.

Door het aantrekken van nieuwe middenklasse-bewoners – gentrification – neemt bovendien de sociaaleconomische mix toe in deze inmiddels kleurrijke, maar economisch nog gemiddeld kwetsbare wijken. Die middenklasse stelt vaak hogere eisen aan veiligheid en leefbaarheid dan de groepen minder kapitaalkrachtige bewoners die er al jaren wonen, ondanks dat ze soms afkomen op het ‘rauwe imago’ van dergelijke oude stadswijken.

Deze benadering van het lokale veiligheidsbeleid resulteerde in een palet aan verschillende veiligheidsperspectieven van lokale bestuurders en ambtenaren, politiemedewerkers en bewoners. Hieruit bleek dat de beleidsmatig veronderstelde overeenstemming over lokale veiligheid en de benodigde maatregelen – overigens in de praktijk ook minder sterk dan verwacht gezien de diversiteit in perspectieven van professionals – niet overeenkwam met de gezichtspunten van geïnterviewde bewoners. Tegelijkertijd bleken er raakvlakken te zijn om juist een meer breed gedragen lokaal veiligheidsbeleid op te baseren.

Wijkbewoners zijn het eens over aanpak centrale veiligheidsproblemen

Niet alleen bewoners met een cultureel conservatief perspectief (autochtone bewoners die de komst van ‘nieuwe Nederlanders’ associëren met een achteruitgang van hun wijk en de veiligheid) wensen veiligheidsproblemen als verkoop en gebruik van drugs consequent aan te pakken. Dit geldt minstens zo sterk voor de bewoners met een niet-westerse achtergrond die zich distantiëren van het wangedrag van andere ‘allochtonen’.

Ook voor bewoners met een cultureel progressief perspectief (autochtone en niet-westerse bewoners die culturele diversiteit een kwaliteit vinden en overlast contextualiseren) zijn te veel harddrugsdealers en -verslaafden onacceptabel. En jongeren ‘van de straat’ – vaak zelf bestempeld als een veiligheidsprobleem in veiligheidsmonitors – wezen net zo goed op de noodzaak om de ‘echte criminelen’ in de wijk aan te pakken voor de veiligheid van hun broertjes en zusjes.

Geen veiligheid ten koste van levendigheid in de wijk

De strenge veiligheidsretoriek van lokale politici en beleidsmakers in beide steden ten spijt, lieten bewoners – buiten diegenen die zich vooral bedienen van een cultureel conservatief perspectief – echter tegelijkertijd zien dat ze maar beperkt geloven in een harde repressieve aanpak van overlast en criminaliteit.

Bewoners hechten naast voldoende veiligheid ook veel waarde aan zaken als sociaal vertrouwen, betaalbaarheid en levendigheid van de wijk. Die aspecten mogen van hen niet lijden onder enkel meer veiligheid. Het is voor hen duidelijk dat directe veiligheidsmaatregelen, zoals politiecontroles en cameratoezicht, maar ook aanpalende interventies zoals duurdere woningen en professionalisering van het welzijnsbeleid, niet alle groepen in dergelijke diverse wijken in even grote mate bedienen.

Dit zijn nuances die voorbijgaan aan de populistische retoriek over veiligheid als een kwestie van het benoemen en aanpakken van problemen die te lang onder het tapijt zijn geschoven. Professionals wezen naast de ongewenste neveneffecten van een repressief lokaal veiligheidsbeleid (stigmatisering van de wijk, sociale en culturele fragmentatie en verlies van sfeer in de wijk) ook op barrières in de uitvoering ervan, zoals een beperkte handhavingscapaciteit en juridische grenzen.

Professionals en bewoners voelen zich regelmatig buitenspel gezet

De veiligheidsmaatregelen van de gemeente en haar partners (politie en woningcorporaties), worden bovendien vaak ervaren als producten van ‘top-downbeleid’. Bewoners vinden regelmatig weinig gehoor bij de lokale overheid. Ze vinden deze opgelegde maatregelen niet altijd passen bij de wijk en hebben ook beperkt vertrouwen dat deze zullen leiden tot duurzame (veiligheids)oplossingen.

Zelfs bewoners met een economisch progressief perspectief – die juist goed zouden moeten passen in de sociaaleconomische ontwikkelingsvisie van beide steden – voelden zich regelmatig buitenspel gezet in het lokale veiligheids- en daarmee verweven gebiedsbeleid.

Voorbeelden zijn eigen plannen van ondernemende middenklasse-bewoners die niet passen in de gebiedsontwikkeling van de gemeente, zoals een designerkledingoutlet die ook bereikbaar is voor de kleine portemonnee in de wijk. Maar ook betaalbare winkelketens (HEMA, Wibra, Zeeman) leggen het tegen de wens van bewoners vaak af tegen ‘publiekstrekkers’ voor een kapitaalkrachtig en cultureel creatief publiek van buiten de wijk. Professionals die meer naar bewoners en lokale ondernemers luisteren verliezen het op hun beurt ook geregeld van beleidsmakers die op technocratische wijze wijken naar hun hand zetten.

Meer gezichtspunten op lokaal veiligheidsbeleid is winst

Ondanks zichtbare veiligheidsverbeteringen in Rotterdam en Antwerpen in de afgelopen tien, vijftien jaar, is er dus nog een wereld te winnen in het betrekken van meer gezichtspunten op stedelijke veiligheid. Deze inventarisatie van perspectieven zou kunnen helpen om de aanwezige sentimenten en belangen te analyseren op het niveau van buurten, wijken en steden. Zo’n overzicht legt eveneens breuklijnen en opties voor samenwerking tussen professionals binnen, beleidsmatig verondersteld maar in de praktijk niet altijd even, ‘integraal’ veiligheidsbeleid bloot.

Kortom, lokale veiligheid kan realistischer benaderd worden door meerdere gezichtspunten op gewenst en te realiseren stedelijke veiligheid erbij te betrekken.

Tom de Leeuw heeft een eigen Bureau voor Maatschappij, Veiligheid & Deviantie. Hij promoveerde onlangs met het proefschrift ‘Verscheidenheid in Veiligheid. Een vergelijkend onderzoek naar perspectieven op veiligheid en lokaal veiligheidsbeleid in Rotterdam en Antwerpen’. Sectie Criminologie, Erasmus Universiteit Rotterdam. 

Foto: Bas Bogers (Straatfotografie.com)