EFFECT Aanpak multiprobleemgezinnen kan werken

Een pilot met de aanpak van multiprobleemgezinnen in Groningen leidde tot minder problemen en meer zelfredzaamheid van deze gezinnen. Werkzame mechanismen zijn een goede samenwerking tussen alle partijen, zorg op maat, competente gezinscoaches, het juiste aantal gezinnen per gezinscoach en ‘dwang en drang’, waardoor hulp weigeren geen optie is. De resultaten van de pilot zijn te lezen in het rapport ‘Dwars door verbanden’ van het onderzoeks- en adviesbureau INTRAVAL.

De pilot vond plaats een aantal Groningse wijken en ging in 2009 van start onder de naam Take 5, en na wat aanpassingen en een doorstart in 2011 onder de naam De Ploeg. Het ging om gezinnen die steeds terugkomen in de hulpverlening, maar ook om gezinnen die zorg normaal gesproken juist mijden. En ook om gezinnen waarin de veiligheid van de kinderen in gevaar is, gezinnen die veel overlast veroorzaken of waar sprake is van een acute crisis en/of dwangmaatregelen.

Het gezinsplan geeft de coach overzicht

De pilot kent verschillende fases: aanmelding, informatiewinning, het opstellen van het gezinsplan, de uitvoering en de nazorg. Uitgangspunt is ‘één gezin één plan’. Gezin en gezinscoach stellen daar samen doelen en tijdspad in vast en wie waarvoor verantwoordelijk is. Al doende bouwt de coach een vertrouwensband met het gezin op. Het gezinsplan zorgt ervoor dat de coach overzicht houdt en zich niet verliest in details.

De gezinscoach is de schakel

Een gezinscoach is de schakel tussen alle betrokken partijen en neemt de regie over de hulpverlening. Zij spreekt het sociale netwerk van het gezin aan, verleent zelf zorg, begeleidt, adviseert, brengt structuur aan en coördineert eventuele andere hulpverlening. Coaches hebben de bevoegdheid hulp te forceren, wat zorgt voor een betere medewerking van alle betrokken partijen: zij kunnen zo sneller binnenkomen bij instanties en eventuele wachtlijsten ontwijken.

Hoe het gezin meer betrokken raakt

In alle fasen organiseert de gezinscoach overleg met alle partijen en het gezin, waardoor iedereen, en zeker ook het gezin meer betrokken raakt. De coach begint met problemen die het meest aan de oppervlakte liggen, zoals op het gebied van huisvesting of financiën. Daarna ontstaat ruimte voor de aanpak van problemen op andere gebieden.

Eigen Kracht Conferentie: niet voor iedereen geschikt

Vier gezinnen uit de pilot namen deel aan een Eigen Kracht Conferentie (EKC). Hun ervaringen zijn overwegend positief. Het voelde als een bevrijding om openlijk met vrienden en kennissen te praten over hun problemen en veel contacten zijn hernieuwd. Maar kanttekeningen zijn er ook. Zo willen de medewerkers van de EKC dat de afspraken van de conferentie leidend zijn, maar dit is in strijd met de regierol van de coach en het gezinsplan. Er is ook vaak weerstand bij de gezinnen, en de medewerkers van De Ploeg vinden de nazorg vanuit de EKC maar summier. Een EKC is tot slot niet geschikt voor alle gezinnen uit de doelgroep van De Ploeg. In sommige gevallen is de problematiek te zwaar of het netwerk te zwak.

Dwang en drang werkt

Een belangrijk en werkzaam onderdeel is de niet-vrijblijvende benadering van De Ploeg. Wanneer gezinnen zich niet aan de afspraken houden of vanaf het begin af aan al niet willen meewerken, kunnen coaches dwang en drang toepassen. In samenwerking met een woningcorporatie wordt een gezin met een huurachterstand dan bijvoorbeeld niet het huis uitgezet, maar moet in ruil daarvoor dan wel hulp accepteren. Dat bleek effectief te zijn. In de hulpverlening leeft de gedachte dat zulke dwang niet werkt, omdat het gezien wordt als een ‘straf’. Profiteren cliënten immers niet vooral van hulp als zij gemotiveerd zijn? Nee dus.

Betere huisvesting maar niet meteen meer gezondheid

Van de vijftien gezinnen die meededen bleek na een half jaar dat ze het allemaal fors beter deden op het gebied van huisvesting en inkomen. De hygiëne in huis was verbeterd, de schuldenproblematiek in kaart gebracht en betalingsregelingen met schuldeisers gemaakt. Minder vooruitgang was er in de vrije tijdsbesteding en ten aanzien van de lichamelijke gezondheid. Een verklaring hiervoor is dat de gezinscoaches minder tijd staken in het stimuleren van kinderen en hun ouders bij het vinden van een sport of hobby.

Meer zelfredzaamheid, maar hulp blijft vaak nodig

12 van de 15 gezinnen waren zelfredzamer geworden, maar de onderzoekers merken daar wel bij op dat de kans groot blijft dat de problemen van de gezinnen zich in de toekomst weer opstapelen, zodra de hulp wegvalt. Het zelfinzicht en het lerend vermogen van een aantal gezinnen schiet namelijk tekort.

Over het onderzoek

Voor het onderzoek zijn op meerdere momenten interviews gehouden met de projectleider, de gezinscoaches en de uitvoerende medewerkers en directieleden van de betrokken partijen. De onderzoekers voerden verder een literatuurstudie uit en waren aanwezig bij de verschillende overleggen. Ten slotte zijn de 15 gezinnen uitgebreid geïnterviewd bij aanvang van hun traject en een half jaar later. De pilot was aan het einde van het onderzoek nog niet afgelopen dus de onderzoekers hebben nog geen zich op de einduitkomst.

Tekst: Danielle van Oostrum

Meer informatie in het onderzoeksrapport ‘Dwars door verbanden. Evaluatie pilot aanpak multiprobleemgezinnen stad Groningen’: INTRAVAL