In de VS beschikken de vooral privaat gefinancierde onderstellingen over data met betrekking tot armoede en ongelijkheid waar Nederlandse onderzoekers slechts van kunnen dromen. Onderzoek naar die onmetelijke berg aan data levert inzichten op die ook voor de Nederlandse situatie relevant zijn.
Bijvoorbeeld over de vraag of armoede en gebrek aan materiële zekerheid eraan bijdragen dat mensen minder goed in staat zijn op eigen kracht een beter leven op te bouwen. Als materiële en financiële zekerheid werkelijk een voorwaarde is voor geluk, welzijn en zelfontplooiing, dan heeft dat ook vergaande gevolgen voor het gezondheidszorg- en onderwijsbeleid.
Het verband tussen geld en geluk
Welk effect heeft het gebrek aan geld op andere leefgebieden? Is er een relatie tussen materiële welvaart en welzijn en geluk? Het antwoord daarop kunnen we heel globaal vinden door de rijkste landen met de gelukkigste landen te vergelijken. Hoewel er veel valt af te dingen op de wijze waarop ranglijsten worden opgesteld, laten ze wel wat zien.
Een vergelijking tussen rijkste en gelukkigste landen leert, dat er in de top twintig gelukkigste landen slechts drie van de rijkste twintig landen staan: Noorwegen, Luxemburg en Ierland. We zien geen enkel ‘gelukkig’ land bij de armste landen. Het hoogst staat Costa Rica, op plaats 12 van de lijst gelukkigste landen en 81 op de lijst van de rijkste landen. Dat zou erop kunnen wijzen dat een zeker basaal niveau van materiële zekerheid noodzakelijk is voor een hoger gevoel van welzijn.
De piramide van Maslow omgekeerd
De vraag of materiële zekerheid ook op individueel niveau een noodzakelijke voorwaarde is voor de ‘bevrediging’ van immateriële behoeften houdt wetenschappers al meer dan 75 jaar bezig. Een van de bekendere wetenschappers die hierop een antwoord probeerde te geven, was de Amerikaanse psycholoog Abraham Maslow. Hij ontwierp een piramide waarmee hij een hiërarchie in menselijke behoeften aanbracht (Maslow, 1943).
Figuur 1: Maslows hiërarchie van behoeften.
(Bron: https://www.psychologytoday.com/)
De bovenliggende behoeften in de piramide van Maslow bestaan uit de behoeften aan zelfontplooiing, aanzien en waardering, sociaal contact en liefde, veiligheid en zekerheid en fysiologische zekerheid. Deze behoeften kunnen pas vervuld worden wanneer sprake is van een minimale bevrediging van de onderliggende behoeften.
Oftewel, pas wanneer je te eten en te drinken hebt – fysiologische zekerheid - komen de zorgen omtrent een dak boven je hoofd - veiligheid en zekerheid. En pas wanneer je een dak boven je hoofd hebt en kleren aan je lijf streef je ernaar ‘bij een bepaalde groep mensen te willen horen’. Als al zijn eerdere behoeften grotendeels zijn bevredigd, heeft de mens behoefte aan zelfontplooiing.
Hoewel Maslows theorie tot de verbeelding spreekt, is er weinig tot geen empirisch bewijs voor de houdbaarheid ervan. De Amerikaanse hoogleraren Richard Ryan en Edwin Deci, tevens grondleggers van de in deze tijd dominante motivatietheorie (de Self Determination Theory) keren Maslows hiërarchie in wezen om.
Zij stellen namelijk dat er sterk bewijs is dat het bevredigen van de psychologische basisbehoeften van autonomie, betrokkenheid en competentie ernstig onder druk komt te staan wanneer de omstandigheden materieel en cultureel ongunstig zijn (Ryan & Deci, 2018).
Financiële en materiële zekerheid is essentieel
Welke betekenis hebben de economische en financiële crisis van 2008 en de jaren daarna gehad voor het welzijn van de Amerikanen? Door de crisis raakten in de VS grote aantallen mensen in korte tijd hun werk en daarmee veelal hun inkomen kwijt. Tegelijkertijd verdubbelde in die periode het aantal mensen dat zich zorgen maakte over de financiële zekerheid van 12 procent naar 24 procent. Onder mensen met een baan was dat aantal zelfs nog iets groter: van 12,2 procent naar 28,7 procent (Lee & Kim, 2016).
Naast deze subjectieve beleving van financiële zekerheid nam ook de te objectiveren onzekerheid over inkomen door ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, vooral in de post-crisisjaren, scherp toe. In de VS – net als in Nederland overigens - is er een gestage daling van het aantal vaste banen. Het aandeel flexibele banen daartegenover stijgt, vooral bij bedrijven als Amazon, Uber en Airbnb .
De nog steeds voortgaande ontwikkelingen op de arbeidsmarkt leiden ertoe dat werknemers weinig verdienen en in grote onzekerheid verkeren over hun werkrooster. Vaak werken ze weliswaar fulltime, maar velen – 40 procent volgens een recent artikel in de New York Times – kennen hun werkrooster pas een week of dagen vooraf (Autor, 2014; Kalleberg & von Wachter, 2017; Mouw & Kalleberg, 2010).
De materiële onzekerheid is des te groter omdat in de VS in tegenstelling tot Nederland vrijwel geen huurbescherming en gegarandeerde gezondheidszorg bestaan (Desmond, 2016; Berchick, Hood & Barnett, 2018). De relatie tussen de toenemende materiële onzekerheid en andere leefdomeinen heeft zijn onmiskenbare weerslag op de scores van de VS op de World Happiness Index. Sinds 2013 zakt het land steeds verder op de ranglijst van gelukkigste landen.
Persoonlijke verhalen spreken voor zich
Los van de cijfers wordt de relatie tussen materiële onzekerheid en andere leefdomeinen nog het meest verbeeld in de persoonlijke verhalen van Amerikanen met een (zeer) laag inkomen. Hoewel deze groep zeer divers is - variërend van extreem arme mensen die moeten rondkomen van 2 dollar per dag, via mensen die leven van ‘paycheck-to-paycheck’ tot mensen die iedere paar jaar uit hun huis gezet worden - laten hun verhalen steeds hetzelfde zien (Desmond, 2016; Edin & Shaefer, 2015; Putnam, 2015; Tirado, 2014; Vance, 2016; Williams, 2017; Land 2019).
Mensen komen niet rond en blijven daardoor verstoken van de meest basale behoeften in het leven: spelen met je kinderen, je familie bezoeken, of gewoon een boek lezen op de bank. Deze behoeften - zoals beschreven door Ryan en Deci - hebben alle betrekking op elementen van zelfontplooiing.
Ook het experiment met een gegarandeerd basisinkomen uit Stockton laat zien dat mensen grotere materiële zekerheid niet omzetten in consumptie maar juist in immateriële basisbehoeften, zoals meer tijd besteden aan de kinderen, familie of vrienden of aan bijscholing om daarmee de arbeidsmarktpositie te verbeteren.
Zekerheid voor iedereen
De situatie in Nederland verschilt beduidend van die in de VS. Waar in Nederland zo’n 8 procent van de huishoudens leeft van een inkomen op of onder de armoedegrens van het CBS, is dat in de VS momenteel ruim 12 procent. En waar de VS op de ranglijst vanaf 2013 zakt, stijgt Nederland gestaag.
Toch zijn er ook overeenkomsten. Ook in Nederland lijkt financiële en materiële zekerheid op een basaal niveau voorwaardelijk om andere basisbehoeften te kunnen realiseren. De levensverhalen van mensen die in armoede leven maken tastbaar hoe belangrijk het is om na te denken over manieren om de materiële zekerheid voor iedereen in de samenleving te vergroten.
Roeland van Geuns is lector Armoede Interventies aan de Hogeschool van Amsterdam. Dit artikel maakt deel uit van een serie bijdragen die Van Geuns schrijft over de VS tijdens zijn sabbatical in Berkeley, een universiteitsstad in Californië.
Literatuur:
Autor, D. H. (2014). Skills, education, and the rise of earnings inequality among the “other 99 percent”. Science, 344(6186), 843–851.
Berchick, E. R., Hood, E., & Barnett, J. C. (2018). Health Insurance Coverage in the United States: 2017. In U.S. Census Bureau. Washington, DC.
Desmond, M. (2016). Evicted. Poverty And Profit In The American City. Random House Inc.
Edin, K. J., & Shaefer, H. L. (2015). $2.00 a Day: Living on Almost Nothing in America. Boston: Houghton Mifflin Harcourt.
Kalleberg, A. L., & von Wachter, T. M. (2017). The U.S. Labor Market During and After the Great Recession: Continuities and Transformations. RSF: The Russell Sage Foundation Journal of the Social Sciences, 3(3), 1.
Land, S. (2019). Maid. Hard Work, Low Pay and a Mother’s Will to Survive. London, UK: Orion Publishing Group.
Lee, J. M., & Kim, K. T. (2016). Assessing Financial Security of Low-Income Households in the United States. Journal of Poverty, 20(3), 296–315.
Maslow, A. H. (1943). A Theory of Human Motivation. Psychological Review, 50(4), 370–396.
Mouw, T., & Kalleberg, A. L. (2010). Occupations and the structure of wage inequality in the united states, 1980s to 2000s. American Sociological Review, 75(3), 402–431.
Putnam, R. D. (2015). Our Kids. The American Dream in Crisis. Simon & Schuster.
Ryan, R. M., & Deci, E. L. (2018). Self-Determination Theory. Basic Psychological Needs in Motivation, Development and Wellness (Paperback). New York, London: The Guilford Press.
Tirado, L. (2014). Hand to Mouth. Living in Bootstrap America. Putnam Adult.
Vance, J. D. (2016). Hillbilly Elegy: A Memoir of a Family and Culture in Crisis. Harper.
Williams, J. C. (2017). White Working Class. Overcoming Class Cluelessness in America. Harvard Business Review Press.
Foto: Gilbert Mercier (Flickr Creative Commons)