Feest en seks – op gepaste afstand

Anders dan vaak gedacht, vormen technofeesten een seksuele tegencultuur. Dat concludeert Samira van Bohemen, die samen met collega-onderzoekers de afgelopen jaren 45 evenementen bezocht.

Afgelopen weekend vierde AWAKENINGS, het grootste technofestival van Nederland, het 20-jarige bestaan. Via een online editie, welteverstaan. Voor de ruim 35 duizend jongeren die anders in de Gashouder Amsterdam waren samengekomen was dit ongetwijfeld een heel andere ervaring. Maar als we de technofans mogen geloven, geldt dat niet voor hoe zij dan seksualiteit beleven.

Voorlopig zijn festivals en andere feesten in fysieke vorm niet mogelijk. Een behoorlijke deceptie voor de één, maar voor anderen wellicht een zorg minder. Met name zij die de afgelopen maanden de grote lasten van de coronacrisis hebben gevoeld, zoals ouders, beleidsmakers en GGD’s, hoeven zich nu even niet druk te maken over de risico’s die jeugdig experimenteren met seks en drugs met zich meebrengen.

Dankzij de ban op feesten krijgen jongeren minder te maken met ‘spijt achteraf’, seksueel grensoverschrijdend gedrag of snelle verspreiding van soa’s. Dat zal ook menig sociaal wetenschapper als muziek in de oren klinken. Want ook die laatsten maken zich normaliter grote zorgen over de seksuele escapades van jonge feestgangers, zo getuigt de onderzoeksliteratuur die bijna geheel aan deze zorgen is gewijd.

Toch is er één groep die van die zorgen is uitgesloten: zij die de zogenoemde ‘technofeesten’ bezoekt. Over hoe jongeren op deze feesten omgaan met seksualiteit wordt opvallend lovend bericht. Dit is opmerkelijk, gezien het feit dat technofeesten bekend staan als plekken waar de overgrote meerderheid ecstasy consumeert, een drug die volgens gezondheidswetenschappers, meer dan bijvoorbeeld alcohol, zorgt voor een tijdelijk verlies aan zelfcontrole – wat uiteraard tot meer risicogedrag kan leiden.

Technofeesten als seksuele tegencultuur

Niets is echter minder waar, menen de jongeren die dit soort feesten bezoeken. Volgens hen leidt ecstasy niet tot minder, maar juist meer zelfcontrole. Ook, of zelfs juist, op het gebied van seksualiteit. Dit is één van de voornaamste uitkomsten van een grootschalig onderzoek, naar jongeren en seksualiteit op feesten.

De afgelopen vijf jaar heb ik hiervoor samen met jonge co-onderzoekers meer dan 45 verschillende feesten en festivals bezocht en meer dan 80 jongeren onder de 25 jaar geïnterviewd, waarbij de technogangers er keer op keer uitsprongen door hun claim dat hun feesten eigenlijk weinig tot geen seksualiteit kennen.

Ecstasy zorgt er volgens hen voor dat feestgangers vooral in zichzelf gekeerd raken, waardoor zij niet langer opzoek gaan naar seksuele interactie. Vooral Britse cultuurwetenschappers die in de jaren ’90 veelvuldig over techno berichtten, bestendigen dit idee en stellen dat technofeesten een soort ‘seksuele tegencultuur’ vormen, waarin jongeren traditionele genderrollen doorbreken, evenals het beeld van feesten als seksuele marktplaatsen.

Cultuurtheoreticus en feminist Angela McRobbie stelde in deze context dat techno zich kenmerkt door een bijna ‘kinderlijke, pre-seksuele cultuur’, hierbij wijzend op typische technosymbolen zoals meiden in strakke naveltruitjes die met een fopspeen in hun mond volledig opgaan in de muziek. Maria Pini schreef hier een boek over, waarin zij stelde dat techno ‘de traditionele associaties ondermijnt’ die mensen hebben als ze denken aan ‘een dansende, gedrogeerde vrouw en seksuele invitatie’. Iets wat de jongens en meiden die ik en mijn co-onderzoekers interviewden onderschreven.

Ecstasy versus alcohol

Niet ecstasy, maar alcohol zorgt volgens deze jongeren voor problemen. Feesten en festivals die om alcohol draaien, die draaien volgens hen veel meer om seksueel contact, en hier ligt seksueel grensoverschrijdend gedrag dus ook veel meer op de loer. Dat laatste komt op technofestivals nauwelijks voor, aldus de technogangers, ‘want als je drugs hebt gebruikt wil je niet per se geil worden’, zo stelde één van de geïnterviewde jongens.

Toch vraagt u zich misschien af hoe het hier zit met de sociale wenselijkheid. Zijn technofeesten echt zo vrij van seksualiteit als hun bezoekers stellen? En kan een drug als ecstasy daar geheel verantwoordelijk voor worden gehouden?

Bij nadere inspectie blijkt seksualiteit wel degelijk een rol te spelen, maar niet in de vorm van ‘met elkaar naar huis gaan om seks te hebben’. Dat kan volgens technojongeren ook niet meer omdat ze met behulp van de ecstasy hun lichamen tegen die tijd volledig hebben uitgeput. ‘Maar seksualiteit is natuurlijk breder dan dat’, bekenden sommigen. Toen we daarop doorvroegen bleek dat een aantal van hen wel degelijk een erotisch geladen sfeer ervaart tijdens dit soort feesten.

Volgens deze jongeren is dit te zien in kleine aanrakingen die op en rond de dansvloer plaatsvinden en die dankzij de ecstasy als bijzonder prettig worden ervaren. Dan hebben ze het bijvoorbeeld over knuffelen, elkaars handen vasthouden en masseren. Verder dan dat gaat hun fysieke contact echter niet, zodat de erotische sfeer waar zij over spreken meer gericht lijkt te zijn op een spirituele dan een lijfelijke vorm van seks.

Zo verwoordde één van de geïnterviewde meiden het: ‘Je bent heel happy en euforisch. Een vriendin zegt dan ook “ik word geil van mezelf”. Zo van “ik sta te dansen en wordt opgewonden van mezelf”.’ Dit citaat geeft ook weer dat het type seksualiteit dat jongeren tijdens deze feesten ervaren heel individualistisch is, waarbij de nadruk ligt op auto-erotische gevoelens.

De rol van sociale context

Ook deze laatst geciteerde technogangster schreef deze expressie van seksualiteit volledig toe aan de ecstasy. ‘Het wordt door de drugs geactiveerd,’ zo stelde zij. Technogangers presenteren zo een sterk biomedisch beeld van drugs. Of het nu gaat over ecstasy wat volgens hen leidt tot een zeer beperkte en ‘onschuldige’ vorm van seksualiteit, of over alcohol wat volgens hen de grote boosdoener is in het veroorzaken van ongecontroleerde seks.

Toch blijkt ook deze relatie tussen drugs en het type seksualiteit dat op feesten voorkomt genuanceerder te liggen en spelen verschillende sociale factoren hier een grote rol. Zo blijkt deze ‘seksuele tegencultuur’ ook echt een ‘cultuur’ te zijn waarbij feestgangers elkaar monitoren op een ‘juiste’ omgang tussen drugs en seksualiteit. Feestgangers die daarbij over de schreef gaan, en grensoverschrijdend gedrag vertonen, worden weggezet als ‘uitzonderingen’ die niet echt bij het feest horen. Uit een interview met een barmedewerker in een bekende technoclub blijkt bovendien dat clubs deze cultuur ook beïnvloeden door een deurbeleid te voeren, waarbij jongeren die, in hun ogen, mogelijk andere seksuele intenties hebben worden geweigerd. Hierbij gaat het vaak om etnische minderheden.

Bij de jongste AWAKENINGS-thuiseditie was van selectie aan de deur geen sprake. In die zin is het nu nog makkelijker om de feestervaring auto-erotisch en ‘veilig’ te houden. En hoeft er voor de beleving van seksualiteit dus weinig te veranderen.

Samira van Bohemen is universitair docent aan de Erasmus School of Social and Behavioural Sciences in Rotterdam.

 

Foto: rei hardt (Flickr Creative Commons)